Mei in Nederland
Mei is genoemd naar Maja, de godin van wat bloeit en groeit in het voorjaar en van de vruchtbaarheid van de vrouw. De maand wordt daarom ook wel bloei-, bloemen- of Vrouwenmaand genoemd. Later is mei speciaal gewijd aan Maria om de heidense vruchtbaarheidsfeesten van het meifeest tegen te gaan. Vandaar de bijnaam Mariamaand. Ten slotte wordt mei ook wel Wonnemaand genoemd afgeleid van Wunnemanoth. Wunne en wonne wijzen staan voor blijheid en het intense genot van het leven.
Het weer is daar zeker na deze maand met veruit de meeste uren zon en zeker overdag vaak aangename temperaturen. Overdag is zo'n 17 graden normaal (gemiddeld over het tijdvak 1971-2000), maar de maand telt al 1 tot 6 dagen met zomerse temperaturen van 25 graden of meer, de minste aan zee, de meeste in Limburg en Brabant. Hier is ook een eerste tropische dag met 30 graden of meer heel goed mogelijk. De nachten zijn nog relatief koel met een gemiddeld minimum van 7,5 graden en de IJsheiligen met vorst aan de grond! De warme zomeravonden houden we nog te goed tot juli en augustus die met een gemiddeld minimum rond 12,4 graden veel warmer zijn.
Het grootste pluspunt van mei is zon: met landelijk 207,5 uren zon is heeft de maand een flinke voorspong op juni (189 uren). Ook juli en augustus zijn met 199 en 196 uren minder zonnig. In de kop van Noord-Holland schijnt de zon in mei zelfs gemiddeld 230 uren. Relatief schijnt de zon deze maand 43% van de tijd dat ze op basis van de daglengte kan schijnen. Juni blijft daar met 38% duidelijk bij achter; bewolking van de Noordzee kan dan hardnekkig zijn waardoor het ook koel blijft (schaapscheerderskou genoemd).
Ook wat neerslag betreft is mei voor de recreant bepaald geen slechte maand. Landelijk gemiddeld valt er 55 mm in 40 uren. Juni biedt met 70 mm in 45 uren minder gunstige cijfers, maar augustus komt met 60 mm in 32 uren weer beter uit de bus. De neerslaghoeveelheden variëren van 45 mm in het westelijk Waddengebied en Noord-Holland tot ruim 65 mm op de Hoge Veluwe en het uiterste zuiden van Limburg. Mei biedt vaak de eerste hevige zomerse onweders waarbij de regen met bakken uit de lucht kan komen. Etmaalhoeveelheden van meer dan 50 mm en grote hagelstenen zijn dan geen uitzondering.
Bron: Klimaatatlas van Nederland, 1971-2000. Uitgeverij Elmar, KNMI, De Bilt
Het weer is daar zeker na deze maand met veruit de meeste uren zon en zeker overdag vaak aangename temperaturen. Overdag is zo'n 17 graden normaal (gemiddeld over het tijdvak 1971-2000), maar de maand telt al 1 tot 6 dagen met zomerse temperaturen van 25 graden of meer, de minste aan zee, de meeste in Limburg en Brabant. Hier is ook een eerste tropische dag met 30 graden of meer heel goed mogelijk. De nachten zijn nog relatief koel met een gemiddeld minimum van 7,5 graden en de IJsheiligen met vorst aan de grond! De warme zomeravonden houden we nog te goed tot juli en augustus die met een gemiddeld minimum rond 12,4 graden veel warmer zijn.
Het grootste pluspunt van mei is zon: met landelijk 207,5 uren zon is heeft de maand een flinke voorspong op juni (189 uren). Ook juli en augustus zijn met 199 en 196 uren minder zonnig. In de kop van Noord-Holland schijnt de zon in mei zelfs gemiddeld 230 uren. Relatief schijnt de zon deze maand 43% van de tijd dat ze op basis van de daglengte kan schijnen. Juni blijft daar met 38% duidelijk bij achter; bewolking van de Noordzee kan dan hardnekkig zijn waardoor het ook koel blijft (schaapscheerderskou genoemd).
Ook wat neerslag betreft is mei voor de recreant bepaald geen slechte maand. Landelijk gemiddeld valt er 55 mm in 40 uren. Juni biedt met 70 mm in 45 uren minder gunstige cijfers, maar augustus komt met 60 mm in 32 uren weer beter uit de bus. De neerslaghoeveelheden variëren van 45 mm in het westelijk Waddengebied en Noord-Holland tot ruim 65 mm op de Hoge Veluwe en het uiterste zuiden van Limburg. Mei biedt vaak de eerste hevige zomerse onweders waarbij de regen met bakken uit de lucht kan komen. Etmaalhoeveelheden van meer dan 50 mm en grote hagelstenen zijn dan geen uitzondering.
Bron: Klimaatatlas van Nederland, 1971-2000. Uitgeverij Elmar, KNMI, De Bilt
Every cloud has a silver lining
