Drie opeenvolgende strenge winters hebben de broedpopulatie ijsvogels in Vlaanderen fors doen afnemen. Toch gaat het om een natuurlijke schommeling en de soort kan zich op enkele jaren herstellen, zegt Glenn Vermeersch, vogelonderzoeker bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).
© Thinkstock.
Bij de opmaak van de laatste broedvogelatlas van Vlaanderen werden in de periode 2000-2002 gemiddeld ongeveer 750 broedparen geteld. "Dat was toen uitzonderlijk veel en dat aantal werd tot 2009 aangehouden. Recente cijfers over het aantal broedparen zijn niet beschikbaar, maar het zullen er enkele honderden minder zijn", aldus Vermeersch.
De inheemse ijsvogels zijn standvogels. "IJsvogels kunnen wel tegen koude, maar naarmate de ijsbedekking toeneemt en er minder wakken zijn, raken ze niet meer aan voldoende eten."
Populatie kan over enkele jaren herstellen
Volgens Vermeersch gaat het om een natuurlijke schommeling van de soort onder invloed van het weer. "IJsvogels kunnen hun verliezen op enkele jaren makkelijk compenseren omdat ze een groot aantal nesten kunnen grootbrengen. Als we enkele zachte winters krijgen, dan kan de populatie over enkele jaren herstellen." Van broedparen ijsvogels is gekend dat ze per jaar tot drie nesten met in totaal tot 15 jongen kunnen grootbrengen.
Volgens Dominique Verbelen van Natuurpunt speelt het meer natuurvriendelijke beheer van beken en kleine waterlopen en de merkelijke verbetering van de kwaliteit van de oppervlaktewateren, met een duidelijke toename van een aantal vispopulaties, de soort vermoedelijk positief in de kaart.
Bron: HLN