Kan je aub de bron erbij vermelden (verzoek van vele).
Aub even het bericht laten staan
Bron staat links onder op het plaatje. Sorry maar waar (bedoel pagina 11 op onweerskansen algemeen met de verschillend gekleurde bliksems)?
Misschien zeggen wat deze is ?
Onweersdagen 2014: 15
Onweersdagen 2015: 4 (Geen één keer goed onweer helaas)
Onweersdagen 2016: 9 (6x matig, 3x zwaar)
Onweersdagen 2017: 4 (3x licht, 1x matig)
Onweersdagen 2018: 2
Rolwolken/shelfclouds: 3
23-07-2013: dag om nooit meer te vergeten
23-06-2016: Blikseminslag om nooit te vergeten
Ik zit morgen voor werk in Lille, Noord Frankrijk. Als het meezit ben ik rond de lunch daar klaar en zou ik wellicht kunnen wachten voordat ik terug naar Nederland rij. Dan zou ik namelijk voor de buien uit kunnen rijden...
Ik denk dat het een kwestie van nowcasten gaat worden. Wellicht bij de kust van Belgie ook meer kans op actie? Iemand nog tips? | Gewijzigd: 27 juni 2012, 11:48 uur, door Storm Sjeezer
| Gewijzigd: 27 juni 2012, 12:03 uur, door Bart Standaert
Edit: na het plaatsen van dit bericht al niet meer - leuk hoor! | Gewijzigd: 27 juni 2012, 12:10 uur, door Lilith
http://www.noodweercentrale.nl/nl/weer/weer-voor-professionals/wolken-en-neerslag/nederland.html
Zou graag een feedback willen ontvangen van de experts op O-O
Edit: na het plaatsen van dit bericht al niet meer - leuk hoor!
Misschien doet KNMI rustig. Vorige week was het ook geen noodweer.
http://www.noodweercentrale.nl/nl/weer/weer-voor-professionals/wolken-en-neerslag/nederland.html
Zou graag een feedback willen ontvangen van de experts op O-O
De meeste weermodellen komen inderdaad met een redelijk neerslagsignaal voor het westen.
MODELBEOORDELING:
De evolutie van de druksystemen is vrijwel identiek in alle numerieke modellen. Wel zien we per run verschillen in intensiteit van de convectieve neerslag. Hirlam00 was een stuk actiever dan zijn voorganger, met in de avond een convectief maximum in het westen en noordwesten. De Hirlam 06 heeft nu het zwaartepunt in de avond boven het ZO en is wat rustiger, kortom nog steeds zien we de convectieve maxima sterk schuiven per run. Ook de andere modellen doen dat overigens. Het lijkt in ieder geval duidelijk dat in de namiddag, maar vooral in de avond van het zuidwesten uit de kans op onweersbuien toeneemt. EC00 heeft de meeste activiteit nabij het koufront, Hirlam dieper in de warme lucht aan de westflank van de thetaw-tong. Een synoptische constructie die in potentie gevaarlijk weer kan opleveren, maar waarbij de bovenlucht wel mogelijk een remmende factor is. We bevinden ons nog in de rug-as of net ten westen ervan, waarbij de sterkste forcering buiten onze landsgrenzen lijkt te liggen.
Aandachtspunten:
WIND:
Belangrijkste aandachtspunt zijn de mogelijke windstoten bij onweersbuien. Hoogtewinden komen niet verder dan 30-35 kn. Ze zouden dan moeten worden geproduceerd door de downdraft. Met de hand-methode zijn op basis van de Hirlam00-run theoretische waarden van rond 50 kn mogelijk, Ivens komt met waarden van rond 45 kn. Dat zijn dan vaak wel de maximale mogelijke uitschieters, de meeste zullen dan wat lager zitten. Maximale windstoten zijn echter ook sterk afhankelijk van de temperatuur ten tijde van de buien, timing van het koufront etc. De timing lijkt steeds duidelijker te worden: convergentielijn behorend bij de thermische rug rond 15 UTC bij Zeeland, 24 UTC boven het O/NO, kort gevolgd door het koufront. Hoe e.e.a. in detail gaat uitpakken is op deze termijn echter nog heel lastig inschatten.
BEWOLKING:
Nabij en achter het warmtefront hoge dauwpunten 15-17 C, daardoor vorming en aanvoer van ST boven zee. Logischerwijs blijven zee en kust gevoelig voor ST, ook overdag. Het ziet er naar uit dat de Noordzee de hele periode (tot aan passage koufront) gevoelig blijft voor velden ST (en FG). Verder zien we donderdagmiddag nabij de Spaanse pluim een behoorlijk potentieel onstabiele opbouw. Wil deze energie aangesproken worden, dan moet er wel sprake zijn van een duidelijke (dynamische) forcerin die de inversie rond 4000 vt kan opruimen. Hiervan is in eerste instantie niet echt sprake aangezien er een hoogterug aanwezig is. In de progtemps wordt op zijn vroegst einde van donderdagmiddag, maar waarschijnlijk pas begin van de avond de inversie (lokaal?) opgeruimd (convergentie in de thetaw-rug). Dan kunnen de Cb's wel doorschieten naar FL400.
NEERSLAG:
Vanmiddag lokaal nog wat lichte regen of motregen, zich steeds verder beperkend tot het oosten. Vanavond is eventueel een buienrestant vanaf Engeland nog een aandachtspunt, maar die zouden grotendeels moeten inzakken. In de nanacht en ochtend plaatselijk wat lichte regen uit middelbare bewolking. Nabij de Spaanse pluim donderdagnamiddag en -avond vanuit het zuidwesten toenemende kans op enkele (onweers)buien, gevolgd door het tamelijk inactieve en wat golvende koufront. Hirlam heeft daarbij meer activiteit op de Spaanse pluim, terwijl EC de activiteit meer op het koufront laat zien. Ten opzichte van de Hirlam00 is het allemaal wat rustiger geworden, maar dat zegt nog niet zoveel. Onweerskansen zijn behoorlijk groot, gezien de progtemps realistisch. INDECS komt met kansen van 60-95%, laagste waarden in het NO. Erg opvallend zijn de hoge conditionele kansen voor >= 200 ontl/5 min, 65-85%. Als de buien enige organisatie gaan vertonen. Hagel behoort ook tot de mogelijkheden.
Bron: KNMI
| Gewijzigd: 27 juni 2012, 12:51 uur, door Bart Standaert
woensdag 27 juni 2012
Voor achtergrondinformatie: zie vorig bericht.
De situatie voor donderdag lijkt weinig gewijzigd met wat de modellen de vorige dagen toonden, al lijkt alles bij de meeste modellen zo'n 6 uur opgeschoven te zijn naar de toekomst. De timing van de CONV.LINE/thermische vore lijkt op 15z te liggen over het oostelijke deel van BE, het KF komt zo'n 6 uur daarna. Op doortocht van de vore is het warm met waarden rond 28° en een hoge CAPE van zo'n 2000 J/kg. Echter door de sterke WAA (deels spanish plume effect/EML) is er een prefrontale CAP aanwezig met tevens CIN. Het is dus nog maar de vraag of er buien getriggerd worden op de vore. We mogen niet vergeten dat de vorige onweercases vlot getriggerd werden maar toen was een hoogtetrog veel duidelijker aan zet. Dit is typisch een schoolvoorbeeld nu met onweer nabij de hoogterug, ver van de eigenlijke trog. In dergelijke gevallen dus geen CAPE tekort maar helaas vaak trigger tekort om de CAP te doorbreken.
Dit gebied heeft nochtans het grootste potentieel voor felle onweders gezien de hoge CAPE en de hoge storm relatieve heliciteit (SRH) van meer dan 200 m²/s² zn hoge EHI waarden. Dus mochten er hier buien ontstaan met basis in de PBL dan kunnen dit makkelijk supercells worden. Ik denk echter eerder in de voormiddag en middag aan hoge convectie ((Ac cast/flocc) of Cu/Cb met hoge basis zonder veel gevaar.
Pas wanneer de trog dichter bij komt (vooravond/avond) en iets dichter bij het front lijken de buien echt getriggerd te worden. Dan ook kans op clusters (evt. MCSs). In dit gebied tonen de modellen echter geen overtuigend hoge shear en ook de jetstreak is afwezig. Dus kansen op een MCS met goed gestructureerde squall line (QLCS) lijkt niet fenomenaal groot. Ook enorme windschade verwacht ik niet gezien de Ivens < 100 km/h o.a. Uiteraard kan het onweer ook bij ander soort clusters fel zijn met overlast en windstoten. Voorlopig denk ik dus gewoon aan fel zomers prefrontaal/frontaal onweer zoals we dat wel gewend zijn in deze periode van het jaar, zonder te overdramatiseren.
Bron: http://severeweatheroutlook.blogspot.be/
waarschijnlijk zullen de buien daar niet ontstaan,dus geen probleem,ze komen uit het zuiden
Edit: na het plaatsen van dit bericht al niet meer - leuk hoor!
Misschien doet KNMI rustig. Vorige week was het ook geen noodweer. Een gele weerwaarschuwing wordt op zijn vroegst 48 uur vooraf gegeven, een oranje weerwaarschuwing op zijn vroegtst pas 24 uur van tevoren. Gelet op de kaartjes kunnen we dus een eventueel oranje verwachten vanaf zeg maar 18:00-19:00 uur uur. Hou er ook rekenig mee dat d emeeste kaartjes UTC of Z-tijs geven en dat ligt voor op onze daadwerkelijke tijd.
Ik wou dat alle mensen die vragen hebben over kleuren eens de moeite namen om de volgende brochure te lezen:
http://knmi.nl/bibliotheek/weerbrochures/Waarschuwingen_folder.pdf
http://knmi.nl/waarschuwingen_en_verwachtingen/waarschuwingen_folders_en_factsheets.html
Warmere lucht stroomt de komende 24 uur ons land binnen, maar morgen (donderdag) komt er ook alweer een frontensysteem opzetten, vanuit het zuidwesten. De vraag is, net als precies een week geleden, of het daarbij tot zware onweersbuien gaat komen.
Foto afgelopen donderdag gemaakt door Willem Bentink in Zutphen.
Precies een week geleden keken meteorologen en weerliefhebbers gespannen naar de nieuwste weerkaarten en andere berekeningen van de weercomputers met de hamvraag: komen er donderdag 21 juni vanuit Frankrijk stevige onweersbuien naar Nederland toe, of niet? Uiteindelijk zou een groot deel van Nederland vorige week donderdagavond met een actieve buienlijn te maken krijgen: op diverse plekken - maar lang niet overal - onweerde het enige tijd en viel veel regen in korte tijd en kwamen (zeer) plaatselijk zware windstoten voor. Maar het opvallendst was de shelfcloud, vlak aan de voorzijde van de buienlijn, die op vrij grote schaal was te zien.
Weerkaart geldig voor morgenmiddag 14 uur, aldus ECMWF hoofdberekening van 1 uur vannacht.
De weerkaarten geldig voor morgen, donderdag, tonen gelijkenissen met die van vorige week. De atmosfeer heeft echter geen geheugen dus daarmee is niet gezegd dat er morgen weer een buienlijn op ons af gaat komen. Wat is er aan de hand?
Weersituatie
Morgen ligt een lagedrukgebied met de kern dichtbij Ierland. Er horen twee fronten bij. Het eerste front gaat aan warme, vochtige lucht vooraf en deze lucht bereikt ons morgenmiddag. Het tweede front (koufront) markeert koelere lucht van boven de oceaan en volgt in de avond en nacht naar vrijdag. Net aan de oostkant van het eerste front steekt een (droge) zuidoostenwind op. In de loop van de middag verwachten we maximumtemperaturen van 24 graden in het Waddengebied tot 29 graden in Limburg. Overigens zien we in de hoge luchtlagen voor de fronten uit een uitloper van een hogedrukgebied, een rug, over het land schuiven. Dit voorkomt dat er meteen onweersbuien ontstaan vanaf het opgewarmde aardoppervlak vanwege de compenserende, dalende luchtbewegingen door en in de rug. Wel drijft al hoge en middelbare bewolking over en zullen pas later enkele stapelwolken ontstaan. Het zal dan ook wisselend bewolkt zijn met af en toe zon.
De verticale opbouw van de atmosfeer in Eindhoven in beeld gebracht geldig voor morgenmiddag 17 uur. Dit is de berekening van het Engelse model (UKMO) van 2 uur afgelopen nacht. Een luchtpakket kan morgennamiddag tot grote hoogte doorschieten bij voldoende opwarming aan de grond. En dan is een flinke bui met onweer en windstoten mogelijk. Maar 'voeding' vanaf de opgewarmde grond wordt tegenwerkt door een inversie op 1,5 km. Pas bij 28 à 29 graden zal het opstijgende luchtpakketje langs de inversie heengaan.
Front nummer 1
De vraag is nu wat het eerste front qua buienproductie oplevert. Het lijkt tegen en vooral in de avonduren van zuidwest naar noordoost over het land te bewegen. Op dat front zou het tot de eerste, zware onweersbuien moeten komen aangezien er op het moment van passage aan het aardoppervlak vochtige, warme lucht aanwezig is. Luchtpakketjes zullen dan met enige snelheid opstijgen en zolang de opstijgende lucht warmer is dan de omgeving kan het luchtpakketje tot grote hoogte komen en een flinke onweersbui veroorzaken.
Hetzelfde diagram, een zogeheten TEMP, geldig voor De Bilt voor morgenmiddag 17 uur. We zien daar een kleine inversie rond 2 km hoogte, zie de pijl. Ook hier gaat de opstijgende lucht pas bij 29 graden (wat is al uitgezet in de TEMP) langs de inversie heen en kan een zware bui ontstaan.
CAPE
Een belangrijke parameter bij het bepalen van de zwaarte van de buien is de zogeheten CAPE-index. Des te hoger de CAPE, des te onstabieler de lucht en des te groter de kans op zware buien. Diverse meteorologische rekenmodellen komen met CAPE-verwachtingen, allemaal met als eenheid Joules per kilogram. Daar waar de CAPE negatief is, is de atmosfeer stabiel en kunnen luchtpakketjes niet in stijging komen. Buien zijn er dan ook niet. Voor Nederland geldt min of meer dat een CAPE van 1 tot 500 J/kg aangeeft dat de atmosfeer licht onstabiel is. Een CAPE van 500 tot 1000 J/kg geeft een tamelijk onstabiele situatie aan en een CAPE boven 1000 J/kg is voor ons land een aanwijzing voor een zeer grote onstabiliteit.
Hoge CAPE-waarden morgenmiddag om 17 uur nog boven België, aldus de hoofdberekening van het ECMWF model van 1 uur vannacht....
Windrichtingsschering
Wat morgen ook een rol speelt, is het verschil in windrichting. Aan het aardoppervlak een zuiden- of zuidoostenwind, op enige hoogte al een zuidwestelijke stroming; windrichtingsschering. En die veroorzaakt enige rotatie van de lucht in de bui(en) en die KAN aanleiding geven tot een windhoos. Echter, op circa 1,5 a 2 km hoogte wordt morgenmiddag op sommige plaatsen een smalle inversie verwacht. Een inversie is een laag in de atmosfeer waarin de temperatuur niet daalt, maar stijgt met het toenemen van de hoogte. De opstijgende lucht stoot dan zijn hoofd tegen die inversie en daarmee wordt een verdere stijging (en afkoeling) van de lucht voorkomen. En daarmee ontstaat geen zware bui. Bovendien wordt er op enige hoogte droge lucht verwacht die de buienvorming tegengaat.
Om 20 uur bereiken CAPE-waarden van minstens 1000 J/kg lucht het zuiden....
Front nummer 2
Op het koufront zijn vooral ook de temperatuursverschillen van belang die buien 'voeding' geven. Achter het front bevindt zich namelijk vrij koele, droge oceaanlucht, er vlak vooruit is nog warme, vochtige lucht aanwezig. In de bovenlucht worden dan nog wat stijgende luchtbewegingen verwacht, maar het lijkt mee te vallen met die activiteit, ook omdat de straalstroom er (nog) niet is. Bovendien zijn windhozen dan vrijwel onmogelijk, omdat het verticale temperatuursverschil minder lijkt te worden; de lucht kan dan moeilijker tot gewoonweg niet meer vanaf het aardoppervlak tot grote hoogte doorstijgen......
Om 23 uur wordt het midden van het land bereikt.
De neerslagberekeningen van de computermodellen die we in de weerkamer gebruiken hebben voorlopig een voorkeur voor 'gewone' buien, zonder extreme regensommen. Maar het zal van precieze, subtiele atmosferische details en lokale omstandigheden afhangen of er flinke onweersbuien gaan vallen, en zo ja waar precies en hoe zwaar ze dan uitpakken qua regenhoeveelheden, (zwaarte van de) windstoten en hagel. Ook de vorming van een actieve buienlijn, zoals vorige week donderdag, is nog heel onzeker. Morgen weten we vast meer!
En om 2 uur in de nacht naar vrijdag schuift een groot gebied van minstens 1200 J/kg lucht over het zuiden en oosten! Dit is vlak voor het koufront uit.
Bron: Meteo Consult
Ik heb de foto vergeleken met een weerkaart en dat is waarschijnlijk de conv. lijn (komt over ons heen).
als die aan land komt in frankrijk zal het daar ontploffen