Zo heel af en toe horen we er iets over, maar veel vaker blijft het ook stil. Toch is het zo dat de nieuwe zonnevlekkencyclus, en dan hebben we het over nummer 24, die nog maar net op gang lijkt, alweer dichtbij zijn maximum is terechtgekomen. Volgens de laatste berekeningen wordt dat maximum al het komende voorjaar gehaald. En dan bereikt de zon een piek in z’n activiteit die in ruim 100 jaar tijd niet zo laag lag als dit keer.
De zon achter een wolk. Het zonnevlekkenmaximum nadert, maar heel actief is de zon niet. Foto: Gieny Westra.
Voor veel mensen hebben we het hier over het betere abracadabra en dat is maar goed ook. Ook de deskundigen, die de zon hun hele leven lang al volgen, weten en begrijpen nog lang niet alles van de ster die centraal staat in ons zonnestelsel. Wat we in elk geval wel weten is dat het aantal zonnevlekken, donkere plekken aan het oppervlak van de zon, een cyclus doorloopt met een lengte van gemiddeld 11 jaar, met daarin een minimum en maximum aan activiteit.
Een iriserende wolk. De wolk verstrooit en interfereert het licht zo dat het in alle kleuren van de regenboog zichtbaar wordt. De kleuren veranderen met de kijkhoek. Vergelijk bellenblaasbellen die ook zo mooi in het licht kunnen kleuren. Foto: Ria Luttikhold.
Lag de focus de laatste jaren vooral op het sterk verlengde zonnevlekkenminimum, tussen cyclus 23 en 24, inmiddels is het maximum van de nieuwe cyclus alweer aanstaande. Tenminste, als je van een echt maximum mag spreken. Vergeleken met de grote activiteit van de zon, zoals die tijdens het maximum van cyclus 23 net na de millenniumwissel kon worden waargenomen, stelt het piekje in de activiteit van de zon zoals we dat nu meemaken maar weinig voor.
Minder Noorderlicht
Vooral voor mensen die op Noorderlicht hopen, verloopt de cyclus tot nu toe teleurstellend. Daar waar een toename in de activiteit van de zon leidt tot grotere hoeveelheden UV-licht in de atmosfeer en tot grotere kansen op het optreden van poollicht in onze omgeving, is gedurende de huidige cyclus hier in Nederland tot op dit moment nog maar weinig gebeurd. Prachtig poollicht is op aarde natuurlijk wel waargenomen, maar dan op de normale locaties rond de poolgebieden, waar de kans op het optreden van noorderlicht altijd al een stuk groter is dan bij ons.
De zon vanochtend. Een paar vlekken waren te zien waarvan er een redelijk actief is. Toch stelt de activiteit weinig voor als je deze vergelijkt met wat gebeude toen het vorige zonnevlekkenmaximum naderde.
Spannend zijn de veranderingen in de activiteit voor de zon wel voor die wetenschappers die geloven dat de opwarming, zoals die de laatste tientallen jaren op aarde wordt waargenomen, niet aan de activiteiten van de mens (broeikaseffect) maar aan de grote activiteit van de zon gedurende het recente verleden te wijten is. Nu de zon langzaam in slaap valt, kunnen zij hun theorieën testen. Wordt het de komende 10 a 20 jaar inderdaad weer koeler op aarde, zoals zij verwachten? Of gaat de opwarming van de aarde gewoon door, zoals de meesten denken?
De verwachting voor de huidige zonnevlekkencyclus, nummer 24. De top, volgend voorjaar, ligt veel lager dan die van de vorige cyclus die zijn maximum net na de millenniumwissel bereikte.
Lang minimum?
Intussen worden pogingen gedaan om een uitspraak te doen over het zonnevlekkenminimum, zoals dat op het nu aanstaande maximum gaat volgen. De NASA, toch wel de autoriteit op het gebied van het ruimteweer, verwacht dat het volgende minimum tussen 2020 en 2022 zal worden bereikt, 7 tot 9 jaar na het komende maximum. Dat is al een erg lange periode als het om de afstand tussen een zonnevlekkenmaximum en een zonnevlekkenminimum gaat. Het zou zelfs langer duren dan tussen de vorige twee cycli het geval was. En toen duurde het al zo lang…
Ook de hoeveelheid UV-licht die tijdens de huidige cyclus vanaf de zon de aarde bereikt, is veel lager dan die tijdens de vorige cyclus. Er zijn mensen die geloven dat het weer hierdoor voor langere tijd zal gaan veranderen.
Er zijn deskundigen die van een nog langere periode uitgaan. Zij zeggen dat het wel tot 2026 kan duren voordat we aan het volgende zonnevlekkenminimum toe zijn, over ongeveer 13 jaar dus. Als dat inderdaad zo is, lijkt de huidige zonnevlekkencyclus op de eerste van het zogenoemde Maunderminimum, een periode met sterk verlaagde zonnevlekkenactiviteit die zich aan het einde van de 17e eeuw voordeed, zo tussen 1650 en 1710. De drie zonnevlekkencycli die deze periode markeerden duurden respectievelijk 18, 20 en 22 jaar. Mocht deze verwachting uitkomen, dan zou ons een langere periode met verlaagde zonnevlekkenactiviteit te wachten staan.
Hoe beinvloedt zonneactiviteit het weer?
De manier waarop de activiteit van de zon van invloed is op het weer op aarde zou als volgt moeten werken. Een belangrijke graadmeter voor de activiteit van de zon is de hoeveelheid UV-straling die de bovenkant van de aardatmosfeer van de zon ontvangt. Deze kun je meten en blijkt gelijke tred te houden met de activiteit van de zon. Neemt de activiteit van de zon toe, dan bereikt ook meer UV-straling van de zon de aarde. Het aardoppervlak wordt grotendeels tegen het UV-licht beschermd door de ozonlaag die zich op ongeveer 20 kilometer hoogte in de atmosfeer bevindt. Komt er meer UV-straling van de zon in de atmosfeer terecht, dan wordt die ozonlaag dikker, neemt de hoeveelheid UV-licht af, dan wordt de ozonlaag juist dunner.
Tijdens het Maunderminimum, zoals dat in de tweede helft van de 17e eeuw optrad, was de zon ook lange tijd veel minder actief. Bovendien duurden de cycli er langer dan gebruikelijk. Mogelijk beginnen we weer aan zo'n periode. Tijdens het Maunderminimum beleefde het noordwesten van Europa een aantal strenge winters.
Nu is ozon een broeikasgas. Dat wil zeggen dat ozonmoleculen uit de straling van de zon direct een beetje warmte halen dat wordt vastgehouden. Het grootste deel van de lucht ontvangt z’n zonnewarmte juist indirect en pas als de straling van de zon door het aardoppervlak is geabsorbeerd en weer als warmte aan de lucht daarboven wordt teruggegeven. Zo is vast wel te begrijpen dat het in de atmosfeer ter hoogte van de ozonlaag gedurende een periode met een actieve zon warmer is dan in een periode waarin de activiteit van de zon juist laag is. Via een ingewikkeld mechanisme kunnen de temperatuurschommelingen in de ozonlaag weer invloed uitoefenen op de ligging van de straalstroom en zo dus op het weer op aarde.
Weer een Maunderminimum?
Gedurende het eerder genoemde Maunderminimum kwam op het noordelijke halfrond bij voorbeeld een aantal strenge winters voor, waarvan het optreden direct aan de lage activiteit van de zon van dat moment werd gelinkt. Zoiets zou zich de komende tientallen jaren kunnen herhalen, zo zeggen de wetenschappers die hierin geloven. Anderen staan sceptisch ten opzichte van hun bevindingen en wijzen toch vooral op het versterkte broeikaseffect als belangrijkste drijfveer voor de ontwikkeling van de temperatuur op aarde de komende tijd. In elk geval kunnen de bevindingen van beide kampen over de zon de komende jaren eindelijk getest worden.
Bron: Meteo Consult