De ijsbedekking van de noordelijke ijszeeën was in april gemiddeld de hoogste sinds april 2001. Maar omdat het ijs zich pas laat gevormd had, was het erg dun zodat het totale volume aan ijs maar een fractie hoger was dan vorig jaar rond deze tijd. Inmiddels is de dooi ingevallen en smelt het zeeijs weer in hoog tempo.
Op de foto, afgelopen dinsdag genomen door webcam 1 op de noordpool, is een mooie mistboog te zien. Bron: NPEO.
Ook al kwam de ijsgroei in de voorbije winter maar moeizaam op gang, verrassend was de aanwezigheid van zoveel zeeijs in het Noordpoolgebied in april toch wel een beetje. Zo dun als het ijs was en met de dooi in delen van het poolgebied al begonnen, de afname van het zeeoppervlak met een ijsbedekking van minimaal 15 procent ging dit jaar langzamer dan normaal gedurende een aprilmaand. Vooral in het verre oosten, op de Beringzee en de Zee van Ochotsk was er in april duidelijk meer zeeijs dan normaal. In de Europese delen van het Poolgebied viel de Barentszzee op waar in april extreem weinig zeeijs was. Omdat dit toch compenseerde voor het overschot in het verre oosten, kwam de gemiddelde ijsbedekking van het poolgebied in april voor de tijd van het jaar toch licht beneden normaal uit.
Volume bijna recordlaag
Omdat het veelal dun ijs betrof, is het ook interessant om naar het totale volume aan aanwezig zeeijs te kijken. Dit cijfer is de laatste jaren sterk aan het dalen. Vrijwel ieder jaar wordt een nieuw dieptepunt bereikt, zo ook vorig jaar. Dit jaar lijkt van een verdere daling vooralsnog geen sprake. Het totale volume aan zeeijs schommelt steeds rond de waarden die vorig omstreeks dezelfde tijd werden gemeten. In april lagen ze zelfs een fractie hoger. Dit betekent dat we, als we naar het totale volume aan zeeijs in het poolgebied kijken, nog wel steeds rond de recordlage waarden zitten. Het NSIDC (de autoriteit op het gebied van het volgen van de ontwikkelingen van het poolijs) wijst er in dit verband dan ook op dat de meevallende hoeveelheid zeeijs in april zeker niet hoeft te betekenen dat het er ook de komende zomer beter zal uitzien in het Noordpoolgebied dan in voorgaande jaren. Nieuwe recordlage standen voor wat de ijsbedekking van de zeeën betreft, zijn ook dit jaar mogelijk.
De foto van webcam 2, ook afgelopen dinsdag, Het was er op het moment van de opname ongeveer 7 graden onder nul. Bron: NPEO.
Veel zal afhangen van het weer in het Noordpoolgebied de komende maanden. Tijdens het smeltseizoen dat tot in september duurt, zijn de temperaturen, de hoeveelheid zonneschijn en de sterkte en de richting van de wind op de ijszeeën de bepalende factoren. Temperaturen en zonneschijn spelen een belangrijke rol, maar ook de wind is belangrijk. Die kan ijsvelden in hoog tempo verplaatsen of verspreiden, waardoor een veel snellere smelt mogelijk is. De afgelopen jaren hebben we daarvan al diverse voorbeelden kunnen zien.
In april was de ijsbedekking van de poolzeeen in het Noordpoolgebied vrijwel normaal. Overschotten in het verre oosten werden gecompenseerd door een groot tekort in het gebied van de Barentszzee. Bron: NSIDC.
Het plaatje van eergsiteren. Duidelijk is te zien hoe de dooi, die inmiddels is begonnen, op steeds meer plaatsen al vat krijgt op het ijs. Bron: NSIDC.
Gebrek en overschot hingen met elkaar samen
Ook in de afgelopen winter speelde de wind een belangrijke rol. Waren sterke zuidwestelijke winden er in het gebied van de Barentszzee en de Karazee de afgelopen maanden bij voorbeeld de oorzaak van dat de ijsaangroei daar maar moeilijk van de grond kwam, dezelfde winden zorgden er op de Beringzee en de Zee van Ochotsk juist voor dat de temperaturen lager waren dan normaal en dat het zeeijs er veel verder het poolgebied kon uitdrijven dan in andere winters gebruikelijk was. Het gebrek aan zeeijs in het Europese deel van het Poolgebied en het overschot in het verre oosten hingen dus met elkaar samen.
Op sommige plaatsen in het verre oosten is nog steeds van een overschot aan zeeijs sprake, het grote tekort in de omgeving van de Barentszzee is blijven bestaan. In totaal is het tekort ten opzichte van april toegenomen. Bron: NSIDC.
Een andere factor die een rol speelt bij de smelt van zeeijs in het Noordpoolgebied zijn warme zeestromingen die vanaf bij voorbeeld de Atlantische Oceaan het gebied binnenstromen. Deze warme zeestromen gaan het ijs van onderen te lijf. Nu was het water van de noordelijke delen van de oceaan de afgelopen jaren bijzonder warm, een tijdje zelfs recordwarm. Inmiddels is het daar wat afgekoeld, al blijft het gemiddelde nog steeds boven normaal uitkomen. Mogelijkerwijs is de invloed van warm zeewater op het smelten van het zeeijs dit jaar dan ook een fractie kleiner dan in voorgaande jaren steeds het geval is geweest.
Eerste tekenen niet hoopgevend
Toch zijn de eerste tekenen niet hoopgevend. Verliep de smelt van het zeeijs gedurende belangrijke delen van de aprilmaand trager dan normaal, tegen het einde van de maand kwam er een flinke versnelling op gang en die is gedurende de meimaand maar deels vertraagd. Inmiddels liggen de cijfers van de totale ijsbedekking alweer een stuk dichterbij de recordlage cijfers zoals die uit het jaar 2007 stammen, al zitten we daar nog wel steeds boven.
In deze grafiek is te zien hoe de ontwikkelingen van dit moment zich verhouden tot die van voorgaande jaren. Het grote overschot ten opzichte van het jaar 2007, waarin het tot nu toe geldende diepterecord met betrekking tot de ijsbedekking van het Noordpoolgebied werd geboekt, is de laatste weken voor een groot deel tenietgedaan. Het smelten gaat nu erg snel omdat het in de winter gevormde ijs zo dun is. Bron: NSIDC.
Is in het Noordpoolgebied dus nog steeds sprake van een tekort aan zeeijs, het Zuidpoolgebied heeft de voorbije maanden vrijwel voortdurend meer zeeijs gehad dan normaal in deze tijd van het jaar. Ook hier was de wind de belangrijkste beïnvloedende factor. Doordat het hard waaide in de zeeën rond de Zuidpool, kon het zeeijs verder naar buiten worden gedreven dan normaal, waardoor de oppervlakte waar ijs ronddreef groter werd. De laatste weken is het verschil met de normaal overigens een stuk kleiner geworden. In het Zuidpoolgebied is nu de winter ingevallen. De komende maanden zijn daar de koudste van het jaar.
In het Zuidpoolgebied was de zeeijsbedekking de afgelopen maanden juist steeds hoger dan normaal. Dat is een ontwikkeling die we ook al jarenlang zien. Bron: NSIDC.
Een opname van een satelliet van de ESA van maart 2011 laat zien hoe dik het zeeijs in het Noordpoolgebied is, maar ook de dikte van de Groenlandse ijskap. Bron: ESA.
Bron: Meteo Consult
De ijsbedekking van de noordelijke ijszeeën was in april gemiddeld de hoogste sinds april 2001. Maar omdat het ijs zich pas laat gevormd had, was het erg dun zodat het totale volume aan ijs maar een fractie hoger was dan vorig jaar rond deze tijd. Inmiddels is de dooi ingevallen en smelt het zeeijs weer in hoog tempo.
....
Bron: Meteo Consult Kijk, dit noem ik nu rommelen met artikelen die op een heel ander tijdstip zijn geschreven. Bovenstaand artikel van Meteo consult van 26 mei komt uit met een artikel van NSDIC van....3 mei 2012
(NSIDC May 3, 2012
Arctic sea ice extent declined slowly through the first three weeks of April, compared to recent years. The slow decline through March and the first few weeks of April meant that by mid-April, ice extent was at near-average levels. However, much of the extensive ice cover is thin ice that will melt quickly once temperatures rise in the Arctic. Over the past week, extent has started to fall sharply.).
We zitten inmiddels in de laadste week van mei, terwijl het oorspronkelijke artikel het met 'Over the past week, extent has started to fall sharply' heeft over de laatste week van april. Maar dat wordt in het artikel van Meteo consult verzwegen. Hiermee wordt omzeild dat de hoevelheid zee-ijs sinds de laatste week van april ,waarover men het in het oorspronkelijk artikel heeft, juist niet in hetzelfde hoge tempo is gesmolten.
Op de grafiek hieronder zie je dat het zee-ijsgebied 2012 (rood) op 26 mei nog gewoon binnen de standaard gemiddelde 1979- 2006 valt, ver van de 2007 lijn.
Detail zeeijs 26 mei 2012
En over het Zuidpool zee-ijs:
Tja, men moet toch iets zeggen over het de al vele jaren meer-ijs rond de Zuid-pool. De harde wind! Jaja. Laat nu in de periode dat de wind ver onder het gemiddelde was, (deze antarctica-zomer) het zee-ijs daar juist groot geweest zijn. Zie de grafiek in het artikel dat Meteo-consult over Antarctic sea-ice (eveneens uit het artikel van NSIDC van 3 mei afkomstig)
| Gewijzigd: 27 mei 2012, 11:16 uur, door Ben47