Gisteren (maandag) werd het in de oostelijke helft van het land tussen 25 en 28 graden en vandaag doet het kwik er nog een klein schepje bovenop. Zeer lokaal kan de temperatuur op de warmste plaatsen de 30 graden aantippen. Kortom, amper een week nadat de zin ‘vorst aan de grond’ nog in de weersverwachting stond, is het nu zomer in de lente, ook al blijven de kustgebieden met een noordelijke wind aanzienlijk koeler. We gaan daarom eens kijken naar vroege hittegolven in ons land.
De hittegolf van eind mei, begin juni 1947 in beeld. Na de hittegolf volgde er een flinke temperatuurval. Deze, en de andere grafieken zijn van weer.sohosted.com. De rode, grijze en blauwe lijnen geven respectievelijk de maximum- gemiddelde- en minimumtemperatuur weer en de zwarte lijn het klimatologische gemiddelde.
De definitie van een officiële hittegolf
Als maatstaf om te spreken van een officiële landelijke hittegolf, zijn de temperaturen gemeten op het KNMI station in De Bilt, bepalend. De definitie luidt als volgt: ‘We spreken van een hittegolf indien op tenminste vijf opeenvolgende dagen de maximumtemperatuur 25,0 graden of hoger is (zomerse dagen), en daarvan er minimaal drie een maximumtemperatuur van 30,0 graden of hoger opleveren (tropische dagen).’ Met andere woorden, een hittegolf duurt minimaal vijf dagen. Die tropische dagen hoeven niet aaneensluitend te zijn, maar de tussenliggende dagen moeten dus wel ‘zomerse dagen’ zijn.
Met deze vrij strenge definitie is het duidelijk dat een hittegolf lang niet iedere zomer voorkomt. Sinds 1901 zijn er in De Bilt 38 geweest, de laatste vond plaats in de zomer van 2006, maar er is wel eens een veel langer hiaat geweest met zomers zonder hittegolf. De periode van 1951 tot en met 1974 heeft namelijk niet één hittegolf opgeleverd! Aan de andere kant zijn er ook zomers geweest die meerdere hittegolven hebben opgeleverd.
De weerkaart van 31 mei 1947, 1 uur. Aan de zuidflank van een hogedrukgebied van Polen naar Zuid-Scandinavië, wordt warme lucht naar onze omgeving getransporteerd. Bron: Wetterzentrale/NCEP, net als alle andere weerkaarten.
Vroege hittegolven
Uiteraard concentreren de hittegolven zich op de midzomer. Geen enkele hittegolf begon in september en evenmin is er eentje geweest die (eind) augustus begon en doorliep tot in september. In dit verhaal concentreren we ons echter op het voorseizoen. Heeft mei wel eens een hittegolf gehad?
Tropische dagen in mei in De Bilt zijn nog uiterst zeldzaam. Het is in de afgelopen 111 jaar maar veertien keer voorgekomen dat een meidag daar een maximumtemperatuur van tenminste 30,0 graden heeft opgeleverd. De laatste keer gebeurde dat in 2005 op één dag en daarvoor in 1998 op twéé dagen. Voor een hittegolf zijn er minimaal drié tropische dagen nodig, dus het is logisch dat een meihittegolf weinig kans van slagen heeft. Tóch is het twee keer gelukt. In 1947 begon een hittegolf al in mei en liep door tot in juni en in 1922 viel een hittegolf zelfs geheel in mei, wat extra bijzonder is. We bekijken deze twee hittegolven nader.
Het temperatuurverloop gedurende het hele zomerseizoen van 1947. Vooral gedurende de eerste helft van het seizoen worden de warme fases door flink koele periodes afgewisseld, vanwege het nog koude zeewater na de lange, strenge winter. De hittegolven springen er duidelijk uit en zelfs in september kwam het nog tot twee tropische dagen.
De vroege hittegolf eind mei, begin juni 1947
Het jaar 1947 was qua weer legendarisch. Een zeer lange en zeer strenge winter werd gevolgd door de warmste zomer van de 20e eeuw, die pas laat in september zijn Waterloo vond. Vooral in mei waren de temperatuurcontrasten erg groot. Geen wonder, want na de lange, strenge winter was de temperatuur van het zeewater destijds nog lager dan nu. Toch zagen we toen al half mei de eerste zomerse dagen in ons land. Na een flinke temperatuurval herstelde de zomer zich eind mei overtuigend. Zes dagen op rij, van 30 mei tot en met 4 juni bleef het kwik tot zomerse waarden oplopen en op de eerste drie junidagen steeg het kwik in De Bilt respectievelijk naar 31,2; 30,7 en 33,7 graden, de hittegolf was een feit! Deze drie junidagen zijn tot op heden nog steeds de allerwarmste die we sinds 1901 in De Bilt hebben gemeten.
De hittegolf van mei 1922. Zonder overdrijving was de hitte toen extreem.
Ook daarna werd de zomer van 1947 nog een tijdje gekenmerkt door hoge temperatuurpieken en diepe dalen, waar het nog zeer koude zeewater debet aan was. De Noordzee warmde in de loop van het seizoen echter sterk op en die zomer grossierde in zomerse en tropische dagen. Sterker nog, de zomer van 1947 is met afstand de ‘hittegolfkoploper’ met zelfs vier hittegolven, keurig verdeeld over de zomermaanden. Bij elkaar opgeteld leverden deze hittegolven zestien tropische dagen en 38 zomerse dagen op. Maar ook buiten deze hittegolven was er geregeld sprake van zomers weer, waardoor het aantal zomerse dagen over het hele seizoen opliep tot 46!
De vroege hittegolf van mei 1922
Maar… het kan extremer. Dat heeft 1922 geleerd. Volstrekt uniek is de meiwarmte die men toen over zich heen kreeg. Werkelijk alles viel toen op zijn plaats om de warmte in ons land te krijgen (zie ook hiernaast). Hoewel de hittegolf de minimale duur had, (vijf dagen) zijn de geregistreerde maximumtemperaturen van 21 tot en met 25 mei 1922 uniek te noemen. In de Bilt werden maxima gemeten van 27,8; 33,2; 32,9; 33,6 en 28,6 graden. De hoogste kwikstanden op 22, 23 en 24 mei 1922 zijn nog steeds de allerhoogste temperaturen voor de hele maand mei. Zelfs in juli en augustus staat op een meerderheid van de dagen, het temperatuurrecord minder scherp.
Weerkaart van 23 mei 1922, 1 uur. Aan de westflank van een langgerekte hogedrukgordel voeren zuidelijke winden de extreem warme lucht aan.
Overigens verliep de daaropvolgende zomer destijds totaal anders dan in 1947. Na een korte inzinking herstelde de zomer zich eind mei opnieuw en volgde er een zomerse eerste junidecade met nog vier zomerse dagen, de laatste op 9 juni. Er was in dit geval zelfs bijna letterlijk sprake van ‘laatste’, want daarna liet de zomer het compleet afweten. Er volgde nog maar één zomerse dag, op 21 augustus (!) werd het nog net 25,2 graden. Op diverse dagen werd zelfs de 20 graden niet gehaald. De totale warmtesom van dat zomerseizoen kwam op 198,2 punten uit en daarvan nam mei alleen al met 87,5 punten 44% van het totaal voor zijn rekening!
De temperaturen op het 850 hPa vlak (ongeveer 1500 m hoogte) waren op 25 mei 1922 1 uur in heel het land tot 16 à 17 graden opgelopen. Bij een onstabiele luchtopbouw kan het dan aan de grond gemakkelijk boven 30 graden worden. In De Bilt werd het de middag daarop 33,7 graden, wat ook nu nog steeds de allerwarmste meidag is sinds 1901.
Kortom, de enige twee voorbeelden die we hebben, laten overduidelijk zien dat vroege hitte totaal niets zegt over het verdere verloop van de zomer. De moraal is dan ook dat de liefhebbers van zon en warmte moeten proberen het ervan te nemen, zodra het weer meewerkt. Wat dat betreft zijn de huidige vooruitzichten prima te noemen. Na een paar onweersbuien op woensdag, keert de zon donderdag terug en op basis van de huidige vooruitzichten krijgen we een droog en zonnig Pinksterweekeinde, met maximumtemperaturen meest tussen 19 en 24 graden.
Het temperatuurverloop gedurende het hele zomerseizoen van 1922. Te zien is dat na 9 juni de koek al helemaal op was. Een aanhoudende, ononderbroken koele periode volgde.
Bron: Meteo Consult
Met 31 warme, 25 zomerse en 12 tropische en de daarbijbehorende hittegolven van 1 t/m 7 juli en van 15 t/m 30 juli!! (in Eelde)
In Maastricht had op 19 juli 2006 een gemiddelde etmaaltemperatuur 28,8 graden!! (voor de mensen die weerfeitjes leuk vinden, dit is absoluut het hoogste etmaalgemiddelde in Nederland behaald)
Er is zoveel temperatuur verschil tussen het binneland en de kust.
Hier mogen we blij zijn met 20°c .