De komende dagen bevinden we ons in warme en onstabiele lucht. Dagelijks krijgen we te maken met de vraag, of, waar en wanneer er buien ontstaan. Als er de komende dagen buien ontstaan, zijn het meteen vrij zware buien met onweer en kans op grote regenhoeveelheden.
Weerkamer
Meteorologen kunnen zich laten leiden door de computermodellen. Die zijn tegenwoordig vaak redelijk in staat, om de kans op buien af te schatten. Toch zien we ook vaak genoeg, dat de realiteit anders uitpakt dan de modellen ons voorspiegelen. Bovendien kunnen we in de weerkamer gebruik maken van vier verschillende modellen die ieder op eigen wijze buien en de fysica erachter behandelen in hun berekeningen.
Tornadojagers
Naast modellen hebben we natuurlijk ook de waarnemingen. Die kunnen vaak ook aanwijzingen geven waar de kans op ontwikkeling van buien het grootst is. Beide technieken, gebruik van modellen en waarnemingen, worden ook gebruikt door de tornadojagers. Wat dat betreft, onze collega’s hebben gisterenavond in Kansas drie tornado’s gezien en vastgelegd. Lees hun verslag later vandaag op www.tornadojagers.nl of hier op het forum.
Buien aan de lucht, Jannes Wiersema
Singlecel
In Nederland komt het deze week niet tot tornado’s en evenmin tot supercellen. De onweersbuien die wel ontstaan, zijn voornamelijk van het type singlecel en soms misschien van het multicel type. Een singlecel is een onweersbui die puur is te beschouwen als een flinke thermiekbel, die zich ontwikkelt tot grote stapelwolk, die vervolgens weet door te groeien tot het buienstadium. Een singlecel verstoort echter vrij spoedig zijn eigen omgeving in die zin, dat de neervallende neerslag en de koele neerwaarts stromende lucht de pas afsnijdt van de oorspronkelijke warme opstijgende lucht die de bui deed ontstaan. Daardoor zakt de bui soms binnen een uur alweer in. Typerend voor een singlecel is een omgeving, waarbij het tot op grote hoogte in de atmosfeer maar weinig waait. Vaak trekt een singlecel dus ook heel langzaam.
Multicel
Het kan ook zo zijn dat de afgekoelde dalende lucht juist een nieuwe bel warme lucht omhoog dwingt. In dat geval kan de oorspronkelijke bui een nieuwe updraft (stijgstroom) creëren waardoor de bui een volgende cyclus naar volwassen buienstadium kan doorlopen. Zo een cyclus kan zich meerdere malen herhalen. In zo een geval spreken we van een multicel. Een multicel gedijt goed in een omgeving met wat meer wind op de diverse niveaus in de atmosfeer. Sterke windschering is echter geen noodzakelijke voorwaarde.
Supercel
Beschikt de atmosfeer over een grote onstabiliteit, en is er bovendien sprake van relatief sterke windschering in met name de onderste 3 kilometer van de atmosfeer, dan kan de bui zich organiseren tot supercel. Daarbij moet er op middelbare hoogte (van circa 5 kilometer) en hoger relatief veel wind staan, toch al gauw tenminste 40 a 50 knopen.
Waarnemingen
Kijken we naar de situatie van deze middag, dan zien we om te beginnen in de waarnemingen een aantal opvallende zaken. De temperaturen waren in het begin van de middag heel verschillend over het land. Het warmst was het in de Achterhoek, Twente en Overijssel.
Kijken we ook naar het dauwpunt, dan zien we de hoogste waarden nabij het Rivierengebied en in de buurt van Nijmegen. De wind toont ook opvallende verschillen. In De Achterhoek en in Overijssel waait een oostenwind, die als het ware botst op een meer noordelijke wind in Flevoland en het westen van Gelderland. Dit patroon creëert enige convergentie aan de grond. Dat wil zeggen dat lucht wat wordt geholpen om op te stijgen. Op basis van de waarnemingen lijkt het redelijk om te veronderstellen, dat in het oostelijk deel van Nederland, bijvoorbeeld vanaf Nijmegen en via de Veluwe naar het noorden van Overijssel, een eerste bui kan ontstaan.
Computermodellen
De berekening van de CAPE index toont de hoogste waardes halverwege de middag in Overijjsel. Het gaat om ruim 1000 j/kg. Dit op basis van het WRF model op het 3km grid. Uit hetzelfde model kunnen we ook een dwarsdoorsnede van de atmosfeer maken, een zogenaamde temp. Daarop kunnen we vervolgens de mogelijkheid voor convectie en buien afschatten. Bij een temperatuur van 23 graden aan de grond zou de cape-index in Hupsel oplopen tot bijna 1400 j/kg. Dit zijn hoge waarden voor Nederlandse begrippen. Bij voldoende windschering zou er zelfs een supercel kunnen ontstaan. Maar dat kan vandaag niet lukken. Daarvoor is het huidige windprofiel niet geschikt. Meest waarschijnlijk is een stevige (onweers)bui van het singlecel type.
Spannend
Op het moment van schrijven was er nog geen nieuwe onweersbui ontstaan… voor meteorologen en weergeïnteresseerde altijd spannend om te volgen, hoe een en ander in werkelijkheid ontwikkelt. Tot en met donderdag zitten we in ons land met warme en potentieel (zeer) onstabiele lucht, en buigen wij ons dagelijks over de kans, plaats en timing van eventuele onweersbuien. Wordt vervolgd dus.
De kaarten
Waarnemingen 12.50u, temperatuur
Idem, temperatuur met dauwpunt
Idem, met windrichting- en snelheid
Berekening CAPE index, vanmiddag, WRF model
Dwarsdoorsnede atmosfeer, Hupsel vanmiddag (WRF model)
Idem, met celtype van de buien
Bron: Meteoconsult
| Gewijzigd: 20 mei 2012, 15:22 uur, door Marga