De komende jaren zullen de temperaturen en neerslag in Europa vooral toenemen in Scandinavië en Zuid-Europa. Dat blijkt uit kaarten die het Europees Milieuagentschap heeft gepubliceerd. Met behulp van computermodellen simuleerde het Europees Milieuagentschap (EEA) op kaarten uit hoe het Europese klimaat er in de periode 2021-2050 kan uitzien in vergelijking met 1960-1990.
De temperatuur in Europa zal de komende drie decennia gemiddeld met 1,5 graden stijgen. De opwarming zal het sterkst zijn in het oosten van Scandinavië (Zweden, Finland) en het zuiden en zuidoosten van Europa (Spanje, Italië, Balkanlanden). In Scandinavië zouden vooral de winters warmer worden, in Zuid-Europa vooral de zomers. België en Nederland liggen in een zone waar de gemiddelde temperatuurstijging het minst geprononceerd is.
Tot 2,5 graden warmer
"De prognoses geven aan dat alle gebieden van het continent minimaal 0,4 graden en maximaal 2,5 graden Celsius zullen opwarmen", zegt het EEA. "Een stijging van enkele graden lijkt misschien niet betekenisvol, maar het is belangrijk erop te wijzen dat het hier om gemiddelde jaartemperaturen gaat, die grote pieken kunnen maskeren.
"In de periode 2021-2050 bijvoorbeeld kan de zomer in sommige delen aan de Middellandse Zee tot 2,5 graden Celsius warmer worden dan in 1961-1990. Hogere temperaturen leiden tot een toename van het aantal hittegolven en droogtes, en die hebben een grote impact op de watervoorraad, landbouwproductie en menselijke gezondheid."
Nederland wordt natter
In dezelfde periode kan de neerslag in het noorden van Europa gemiddeld met 15 procent toenemen en in het zuiden van Europa kan die even sterk dalen. In de winter zal het overal in Europa meer regenen, in de zomer zal de neerslag afnemen. België en Nederland liggen opnieuw in een zone waar de gemiddelde stijging minder uitgesproken belooft te worden, al lijkt het in Nederland natter te gaan worden dan in België.
"Toenemende neerslag in het noordelijke deel kan leiden tot meer overstromingen in de toekomst", waarschuwt het agentschap. "De duidelijke prognose van afnemende neerslag in het zuidelijke deel zullen samen met een temperatuurstijging wellicht leiden tot frequentere en langere droogtes, die aanzienlijke gevolgen zullen hebben voor de landbouw- en toerisme-industrie, vooral in het mediterrane gebied."
Het Europees Milieuagentschap wijst erop dat de landbouw in sommige Zuid-Europese landen zeer waterintensief is en er tot 80 procent van het waterverbruik voor haar rekening neemt. "Deze kaarten geven aan dat sommige landen hun landbouwsystemen zullen moeten aanpassen zodat ze minder water, of water op andere tijdstippen van het jaar, nodig hebben."
Impact nu nog verminderen
Het Europees Milieuagentschap keek ook naar de periode 2071-2100. Daar geven de computermodellen een gemiddelde temperatuurstijging van 3 graden aan ten opzichte van 1960-1990. In Scandinavië kan de stijging oplopen tot 6 graden, en ook in Oost- en Zuid-Europa zal het warmer worden dan elders. Ook de neerslagtendenzen zullen in de periode sterker worden, verwacht het EEA.
Voor zijn kaarten haalde het agentschap gegevens uit 25 verschillende regionale klimaatmodellen, via het Europese klimaatonderzoeksproject Ensembles. Het ging daarbij uit van het uitstootscenario A1B, waarbij de totale wereldbevolking tegen 2050 negen miljard mensen bedraagt en nadien geleidelijk afneemt en waarbij de energie zowel uit hernieuwbare als fossiele brandstoffen gehaald wordt.
Dit is slechts één scenario, benadrukt het EEA. "Dit resultaat is dus niet zeker. Door snel de emissies te verminderen - bijvoorbeeld fossiele brandstoffen door hernieuwbare- energietechnologieën te vervangen - kan de wereld de klimaatverandering vertragen, en kan de impact die op deze kaarten te zien is sterk verminderd worden."
Bron: HLN