Alsof Griekenland het nog niet zwaar genoeg heeft, is het land ook nog eens gevoelig voor tsunami’s, zegt een Duitse geoloog.
In 479 voor Christus viel het machtige Perzische leger de Griekse stad Potidaea aan, op het Griekse schiereiland Chalcidike. Normaal was het een koud kunstje geweest voor de Perzen om de stad te veroveren, maar die dag gebeurde er iets merkwaardigs: de zee trok zich eerst terug om toen een grote vloedgolf de kust op te sturen. De Perzen op het strand werden verzwolgen en moesten de aanval afblazen. Dit verhaal, opgetekend door de bewoners van Potidaea, intrigeerde een team Duitse geologen. De vloedgolf was duidelijk een tsunami, maar komen die voor in de Middellandse Zee? Daarover was weinig bekend. De geologen, van de Rheinisch- Westfälische Technische Hochschule in Aken, begonnen grondboringen te doen aan de kust van Chalcidike om te zien of daar aanwijzingen waren voor tsunami’s.
Het schiereiland Chalcidice met de oude stad Potidaea, waar de tsunami toesloeg.
En die waren er. Ze vonden onder het strand een enorme verzameling grote keien die afkomstig waren van de zeebodem. Die zijn met een vroegere krachtige tsunami meegenomen. Ook waren meerdere dikke lagen kiezelstenen aanwezig, een andere aanwijzing dat er in de loop der tijden verschillende tsunami’s zijn geweest. De laatste was in 1893, zo bleek uit archiefonderzoek. De oorzaak van deze en andere tsunami’s is waarschijnlijk een breuklijn voor de Grieks-Turkse kust. Als daar een aardbeving plaatsvindt, komt een vloedgolf op gang. Volgens de Duitsers moeten de Grieken zich voorbereiden op golven tot 5 meter.
De Duitsers presenteerden hun onderzoek bij de Annual Meeting of the Seismological Society of America.
Bron: Faqt