Door het langzaamaan schraler worden van de aangevoerde luchtmassa's vanuit het oosten, wordt de lucht ook droger en droger. De relatieve vochtigheid kan waarden gaan bereiken tussen 20 en 40% en dat bij een doorstaande wind. Dat leidt tot verdere uitdroging van gewassen, velden en bossen. De kans op ernstige zonnebrand neemt toe i.v.m. de extra vrije tijd, de dunnere ozonlaag (vooral door de weersomstandigheden) en de verwachte extreme droogte in de atmosfeer. Bij grote droogte in de atmosfeer is de instraling ook groter dan normaal doordat aerosol (luchtstof, fijn stof) minder reflecterend oppervlak heeft door verminderde deeltjesgrootte. De deeltjesgrootte neemt exponentieel toe met het stijgen van de relatieve vochtigheid.
Een ander gevaar loert uit de hoek van de allergie: berken zullen volop in bloei komen te staan en door de droogte en de wind zal het stuifmeel zich gemakkelijk kunnen losmaken van de bloeiwijzen en tevens zal het pollen zich lange tijd kunnen verplaatsen zonder te deponeren op oppervlakken.
©vwkweb.nl