Op de chatbox van een 2 dagen geleden kwam er een soort van discussie over ijs en sneeuw verdamping, waarin ieder zo zijn eigen beleving in had, ik zelf wilde er zeker van zijn hoe het echt in elkaar zat en heb daarom een mailtje gestuurd naar IMAU om te vragen hoe het werkelijk in elkaar zit, vanochtend heb ik een mail met het antwoord binnen gekregen met een mooi antwoord als volgt.


Beste Raymond,

Ik werk als promovendus bij het IMAU aan de verdamping van sneeuw boven Antarctica en Groenland, en ik wil graag een poging doen om jouw vraag te beantwoorden.

Aangezien bij temperaturen onder het vriespunt ijs niet kan smelten, blijft ijs intact. Toch is er "afbraak" van ijs mogelijk, is dat is door verdamping, zoals jij dat noemt. De meer wetenschappelijke benaming is sublimatie, namelijk de faseovergang van vast naar gas (in dit geval dus van ijs naar waterdamp). Dit proces is afhankelijk van een aantal weerkundige parameters, en is efficiënter in droge lucht (zoals vandaag) en als er veel wind staat (zoals vandaag).
In de realiteit is het echter zo dat de vorming van ijs aan de onderkant sneller gaat dan de sublimatie ervan aan de bovenkant, dus bij vriestemperaturen wordt de ijsvloer steeds dikker.
Anders zit het bij sneeuw: ook sneeuw kan sublimeren (en ook hierbij geldt: het gaat sneller in droge lucht en bij meer wind), en aangezien er dan geen sneeuw bijvalt, kan de sneeuw in korte tijd ook helemaal verdwijnen, zelfs al is het onder 0. De sneeuw die er nu bijvoorbeeld in Nederland is gevallen, zal je langzaam aan zien verdwijnen, en dat is precies door sublimatie (want het blijft de hele tijd vriezen).

Ik hoop dat ik hierbij jouw vraag heb beantwoord, als je verdere vragen hebt hoor ik het graag.

Met vriendelijke groeten,

Jan Lenaerts