De boeren beleven hun slechtste jaar van dit decennium. Hun inkomsten halveren. Dagelijks belt minstens één boer naar de hulporganisatie Boeren op een Kruispunt, voor emotionele en financiële begeleiding. ‘Gelukkig praten de boeren ook steeds meer met elkaar over hun problemen.'
‘Vooral de gestegen productiekosten spelen de boeren parten', zegt Anne-Marie Vangeenberghe van de Boerenbond. ‘Maar dit jaar zijn er vier bijkomende problemen: de dioxinecrisis, het droge voorjaar, de EHEC-bacterie en de zomerstormen. Dan kan je zeggen: de boeren moeten maar meer geld vragen voor hun producten. Maar dat kan niet. De boer brengt zijn producten naar de veiling. Daar zijn hooguit zes kopers (onder meer Delhaize, Colruyt en Carrefour). De boer kan zijn producten niet een paar dagen inhouden tot die bieders meer geven, want dan zijn de groenten al rot.'
Ook bij de hulporganisatie Boeren op een Kruispunt voelen ze dat het een crisisjaar is. Coördinator Riccy Focke: ‘Het aantal oproepen van boeren in nood is inderdaad gestegen. We krijgen nu elke dag een noodoproep binnen. Dan gaan we ter plekke met de boer praten en geven advies en psychologische steun.'
Focke is gebonden aan het beroepsgeheim, maar vertelt toch één verhaal van een boer in nood. ‘Die man had een brief gekregen van de Mestbank omdat die vermoedde dat één perceel van de boer fosfaatverzadigd was. De boer mocht een tegenexpertise laten uitvoeren. Zoiets kost 270 euro. Niet veel, denk je. Tot de boer me meenam naar zijn loods en toonde hoeveel prei hij moest verkopen om die 270 euro te verdienen: 21 palletten hooggestapelde bakken Flandria-prei, dat is de beste kwaliteit.'
‘Het rotjaar heeft één voordeel. Iedereen kon zien hoe het in de lente erg droog was, en hoe de zomerstormen daarna alles wegbliezen. Men weet nu dat problemen op de boerderij echt niet de stomme fout van de boer zelf zijn. Dat neemt het schuldgevoel bij de boeren weg. Daardoor komen ze makkelijker naar buiten met hun problemen. Ook tegenover collega's. Je had na de storm die Pukkelpop zo zwaar trof eens moeten rondrijden in de fruitstreek. De telers liepen elkaars drempel plat om te horen hoe de anderen de problemen zouden aanpakken. Dat was onuitgegeven.'
‘Ik was deze week in de veiling van Roeselare. Ook daar in de cafetaria zag ik boeren in tranen tegen elkaar over hun problemen spreken. Het getuigt allemaal van een nieuwe openheid en dat is heilzaam. Toch blijven de veilingverhalen schrijnend. Onlangs hoorde ik van een bloemist die 672 plantjes naar de veiling bracht en daar uiteindelijk 58 euro aan verdiende.'
Bron: Het Nieuwsblad