Door de langzame doch gestage daling van ozonafbrekende stoffen in de afgelopen vijftien jaar wordt het ozongat boven de Zuidpool niet meer groter. Om een volledig herstel van de ozonlaag te versnellen wordt vandaag tijdens de jaarlijkse Wereldozondag gepleit voor het terugdringen van de laatste groep schadelijke drijfgassen die nog wordt geproduceerd. De effecten van het Montreal Protocol – waarin op 16 september 1987 internationale afspraken ter bescherming van de ozonlaag zijn vastgelegd - zijn duidelijk meetbaar. Verdere groei van het ozongat, dat in deze tijd van het jaar boven de Zuidpool ontstaat, wordt niet meer verwacht. Maar de hoeveelheid ozonafbrekende stoffen in de atmosfeer daalt slechts langzaam, waardoor het nog tientallen jaren zal duren voordat de ozonlaag volledig hersteld is en er geen ozongat meer ontstaat. Als de laatste groep schadelijke drijfgassen uit de lucht worden geweerd, zou het herstelproces mogelijk sneller gaan.
Ozongat boven de Zuidpool op 16 september 2011
Volgens de meest recente satellietwaarnemingen lijkt het ozongat boven de Zuidpool zich dit jaar op een gebruikelijke manier te ontwikkelen. Het ozongat ontstaat in de winterperiode van het zuidelijk halfrond omdat de lucht op grote hoogte boven de Zuidpool – de stratosfeer – geïsoleerd raakt. De lucht koelt in deze polaire winter zo sterk af dat het chloor uit de drijfgassen in de bovenlucht vrijkomt. Als in augustus de zon weer begint te schijnen boven de Zuidpool, vernietigt het chloor praktisch alle ozon. Vanaf eind november begint de ozonarme lucht te mengen met ozonrijke lucht uit gematigde streken en verdwijnt het ozongat weer.
De ozonafbraak is niet ieder jaar even groot. In de afgelopen dertig jaar is het voorgekomen dat de ozonafbraak in sommige jaren – zoals vorig jaar – aanzienlijk minder was. Deze jaren worden gekenmerkt door een fenomeen dat bekend staat als een Mid-Winter Sudden Stratospheric Warming, ofwel een plotselinge temperatuurstijging midden in de winter in de stratosfeer. Recent onderzoek van het KNMI – gepubliceerd in het online vakblad Scientific Reports van de Nature Publishing Group – toont aan dat in 2010 een relatief kleine opwarming leidde tot een grote verandering van de chemische samenstelling van de stratosfeer. Dit leidde tot aanzienlijk minder ozonafbraak. Dit onderzoek laat vooral zien dat het herstel van de ozonlaag grillig verloopt.
Boven de Noordpool vindt er geen grootschalige ozonafbraak plaats zodat hier geen gat in de ozonlaag ontstaat. Dit komt omdat de lucht hier gedurende de hele winter constant gemengd wordt met ozonrijke lucht uit gematigde streken. Maar als deze menging door toevallige weersomstandigheden tijdelijk minder is, dan kan ook boven de Noordpool veel ozon verdwijnen. Zo werden afgelopen voorjaar (maart 2011) recordlage waardes van de dikte van de ozonlaag boven de Noordpool gemeten. De kans hierop wordt de komende jaren kleiner maar ook boven de Noordpool verloopt het herstel volgens een onregelmatig patroon.
Bron KNMI