De laatste jaren zijn we verwend met veelal mooi zomerweer. Als het wat minder is, dan kan dat teleurstellend zijn zeker als het slechte weer wat langer aanhoudt en midden in de vakantie valt. Het Hollandse klimaat wordt echter gekenmerkt door een grillige afwisseling van mooie en slechte zomers: soms slaat de balans gunstig uit, dan weer hebben we een koele, sombere en natte tijd. Slechte zomers hebben al vaak aanleiding gegeven tot bespiegelingen over veranderingen in het zomerweer. Zover we terug kunnen gaan in de geschiedenis, tot in de Middeleeuwen, is er afgezien van de opwarming nauwelijks iets veranderd en wordt ons klimaat gekenmerkt door wisselvalligheid, al zijn er wel clusters aan te wijzen met betere en slechtere jaren.
Ook op een kleinere tijdschaal is wisselvalligheid troef en vrijwel iedere zomer heeft mooie en slechtere weken. Het treffen van fraai vakantieweer is in ons land vaak een kwestie van geluk en helaas komen er zomers voor die nauwelijks iets te bieden hebben. De koelste van de eeuw was de zomer van 1907 met een gemiddelde temperatuur in De Bilt van 14,3 graden tegen 17,0 normaal (gemiddeld over 1981-2010). Sinds het begin van de waarnemingen in 1706 vinden we in alleen 1805 met 14,0 graden een lager gemiddelde.
In de laatste vijftig jaar springt de zomer van 1956 eruit met 14,4 graden. Augustus was met 14,2 een van de koudste zomermaanden van de eeuw en met vier stormen een onstuimige herfstmaand. In de hele zomer van '56 kwam de temperatuur maar op twee dagen boven 25 graden. Net als in de zomers van 1907 en 1954. Deze zomers waren bovendien somber: 1907 had in drie maanden 379 uur zon tegen 565 normaal; 1956 leverde 429 en 1954 noteerde 452 uur. Vooral in de jaren zestig van de vroige eeuw was het slecht gesteld met het zomerweer: acht van de tien zomers waren te koel. De zomer van 1962 (14,7) was een dieptepunt: tussen 26 juni en 6 juli kwam de temperatuur in De Bilt niet boven 16 graden. De zomer van 1965 (14,8) was weinig warmer en met 358 mm zeer nat, 1966 was het nog natter en met 411 mm de natste zomer sinds 1901.
Ook in de jaren zeventig en tachtig was het soms droevig gesteld. De zomer van 1980 was de vierde van een serie van vijf met een tekort aan mooi zomerweer. Vooral tussen half juni en half juli 1980 was het slecht met aanhoudend koel, nat en somber weer. In dertig dagen kwam meer dan 200 mm en de zon liet zich in de eerste tien julidagen in 1980 in De Bilt maar 16 uur zien tegen 67 normaal. De zomer van 2004 met landelijk gemiddeld 314 mm tegen 202 mm normaal zelfs de natste sinds zeker 1951. Extreem nat was het onder meer op 24 augustus 2002 toen op zeker 23 weerstations meer dan 50 mm viel. Bijzonder waren ook 26 en 27 augustus 2010 met een etmaalsom van 138 mm in Lievelde. Ook op 12 en op 14 juli 2011 viel op grote schaal veel regen, op verschillende plaatsen meer dan 50 mm in een etmaal.
De laatste twee decennia waren de meeste zomers warm. De koelste zomer van de afgelopen ruim twintig jaar was die van 1993 met een gemiddelde temperatuur van 15,7 graden een halve graad onder de toen geldende normaal. In 1997 waren juni en juli teleurstellend met zeer ontstandvastig weer. Augustus 1997 brak tot ieders verrassing het warmterecord en werd de warmste oogstmaand in bijna drie eeuwen! In 2006 volgde na de warmste juli aller tijden een koele en zeer natte augustus.
Bron KNMI