Gemiddeld hebben de Pinksterdagen de beste weercijfers van alle feestdagen. Meestal overheersen zon en warmte met Pinksteren, waarvan de uiterste data liggen tussen 10 mei en 13 juni. Het is de zonnigste periode van het jaar met dagelijks zo'n 7 Ã 8 uur zon (soms bijna 15 uur) en een middagtemperatuur van 15 Ã 16 graden aan zee tot 18 Ã 20 graden in het binnenland. Van jaar tot jaar kan het weer met Pinksteren uiteraard behoorlijk verschillen, maar de kans op warm weer is in het algemeen tamelijk groot: op 49 eerste Pinksterdagen sinds 1901 werd het in De Bilt warmer dan 20 graden, waarvan er 17 zomers waren met temperaturen van 25 graden of hoger. Op slechts 16 Pinksterdagen was het overdag kouder dan 15 graden.
De laatste tropische Pinksteren hadden we in ons land in 1985, toen op 26 en 27 mei temperaturen zijn gemeten van 27 tot 31 graden. Ook in 1979 was eerste Pinksterdag op sommige plaatsen tropisch, maar zowel in dat jaar als in 1985 ontaardde de warmte in onweer met tientallen millimeters regen. In 2003 passeerde op 1e Pinksterdag (8 juni) een bijzonder actieve buienlijn met onweer en windhozen. Ook op Pinksteren 2004 (30 mei) leidde het warme weer in het oosten tot hevige buien, waarbij plaatselijk meer dan 30 mm viel.
Windhoos bij Meppel (oostelijke oever van de Belterwiede) gefotografeerd door de heer J.R. van Esseveld op Pinksterzondag (8 juni) 2003
Volledig verregende Pinksterdagen zijn echter uitzonderlijk. De laatste keer gebeurde dat in 1990, toen het op 3 juni langdurig regende. De waarschijnlijk slechtste Pinksteren ooit beleefde ons land in 1860 toen een zware storm met windstoten van meer dan 120 kilometer per uur op 26 en 27 mei enorme schade aanrichtte. In die tijd bestond er nog geen weersverwachting en werd iedereen overvallen door zo'n storm. De beruchte Pinksterstorm bracht toenmalig KNMI-directeur Buys Ballot op het idee om stormwaarschuwingen te geven. Nederland was één van de eerste landen met een stormwaarschuwingsdienst.
Bron: KNMI