Het droge warme voorjaar zorgt voor nauwelijks voortplanting bij amfibieën en sommige insecten, maar is wel een topper voor onze broedvogels. 'De natuur is heel flexibel, maar als het heel extreem wordt en de regelmaat wordt echt doorbroken, dan kan het wel eens fout lopen', aldus Wouter Vanreusel van Natuurpunt. Veel dieren en planten waren drie weken voor op schema.
Behalve in natte natuurgebieden, wordt het een rampjaar voor amfibieën. 'Een aantal poelen met knoflookpad en kamsalamander staat volledig droog en ook rugstreeppadden hebben zich nauwelijks kunnen voortplanten', aldus Vanreusel. Vooral in de Kempen is de situatie ernstig. Veel soorten vlinders vlogen tot drie weken vroeger uit. 'Als de planten waarvan ze leven ook vroeger bloeien, is dat geen probleem. Maar soms leidde dat tot een mismatch. Nog erger wordt het als planten uitdrogen, zoals de smalle weegbree die van levensbelang is voor de zeldzame veldparelmoervlinder. Hierdoor riskeren de rupsen om te komen van de honger.'
Sprinkhanen
Sprinkhanen, die normaal pas in juli en augustus zingen, bleken eind mei al volwassen te zijn en hoorbaar. Libellen, zoals de vroege glazenmaker en de glassnijder, blijken vroeger en plaatselijk in nog nooit eerder geziene hogere aantallen. Veel van de 350 wilde bijensoorten, die gericht zijn op heel gespecialiseerd voedsel, riskeren moeilijk voedsel te vinden wanneer hun planten te vroeg bloeien. Zo kunnen de grijze zandbij en grote zijdebij kampen met een tekort aan wilgenstuifmeel.
Broedvogels
Veel broedvogels hebben vroeg gebroed en voor veel soorten zijn er goede vooruitzichten op meerdere broedsels. 'Afrika-trekkers op de westelijke route, zoals blauwborst, rietzanger, koekoek, boerenzwaluw en huiszwaluw waren vroeg en in hoge aantallen. De Afrika-trekkers op de oostelijke route, waaronder de grauwe klauwier, de gierzwaluw, spotvogel, bosrietzanger, waren bijzonder laat, maar lijken nu toch te arriveren.' 'Weidevogels zoals grutto, kievit en tureluur die leven van regenwormen en andere bodemorganismen vinden door de droogte nauwelijks voedsel. Veel oudervogels van grutto vertrekken nu al terug naar hun overwinteringsgebieden in Afrika zonder nageslacht te hebben grootgebracht.'
Wat planten betreft, bloeiden de vroegbloeiers veel vroeger en komen de laatbloeiers er amper door. 'Er zijn bijvoorbeeld nauwelijks orchissen te zien, die anders volop in bloei moeten staan. Laatbloeiers die vocht nodig hebben verdrogen, komen niet uit of bloeien niet.' Volgens Vanreusel zorgt een verschil van drie weken voor de natuur echt voor een belangrijk verschil. 'Als het terug goedkomt, zijn bepaalde soorten misschien te hard afgenomen om zich nog te kunnen herstellen. Té sterke extremen kunnen ze niet aan. We merken nu al dat de klimaatverandering nieuwe soorten oplevert, maar ook voor een aantal soorten de doodsteek kan betekenen.'
Bron: De Standaard
Onweersdagen: 0