Het was afgelopen weekeinde, maar ook gisteren (maandag) volop lente in het land. De zon scheen uitbundig en de temperatuur liep daarbij dagelijks verder op met uiteindelijk gisteren op veel plaatsen ruim 20 graden. In het uiterste noordoosten van Groningen werd het 22,0 graden en in het zuidoosten van het land warmde het op naar 23 a 24 graden met in het Noord-Limburgse Arcen de hoogste maximumtemperatuur: 24,2 graden. Langs de kust was het met gemiddeld een graad of 17 iets frisser, maar ook daar was het met niet al te veel wind goed toeven. Vandaag (dinsdag) is dat ineens volledig anders, want de temperatuur komt vanmiddag niet hoger uit dan 12 graden. De reden; het overtrekken van een vrij actief koufront.
Met een hogedrukgebied boven ons hoofd warmde het gisteren (maandag) op veel plaatsen op tot ruim 20 graden
Eind vorige week werd vanuit het zuidwesten van Europa relatief warme lucht in ons land aangevoerd en daarmee gingen de temperaturen vrij snel omhoog. Dit was echter niet de enige reden dat het zo sterk opwarmde in ons land. Er lag namelijk een hogedrukgebied boven ons hoofd en deze gaan over het algemeen gepaard met dalende luchtbewegingen. De dalende lucht warmt naarmate hij dichterbij het aardoppervlak komt op en ook de zon speelt bij het opwarmen van de lucht een grote rol. Het kwik ging dan ook in een vrij snel tempo omhoog met uiteindelijk die ruime 24 graden in het zuiden van het land.
Warme lucht wil opstijgen
Een kenmerk van warme lucht is dat hij de neiging heeft om op te stijgen, want warme lucht is lichter dan koude lucht. Als de lucht in zo’n geval vochtig genoeg is, ontstaan vaak stapelwolken en uiteindelijk mogelijk zelfs buien. Gisteren (maandag) was de lucht echter erg droog en kwam het niet tot stapelwolken. De stijgende luchtbellen kwamen bovendien ook niet hoog genoeg, want ze botsten op enige hoogte in de atmosfeer simpelweg weer tegen de dalende lucht die bij het hogedrukgebied hoorde. In de meteorologie noemen we dit een inversie.
De koude lucht drukte de warme lucht als het ware naar het oosten toe.
Dunne luchtlaag
Als we dit in de vorm van luchtlagen bekijken, wordt in zo’n situatie als gisteren de lucht dus maar in een vrij dunne laag boven het aardoppervlak opgewarmd en dan kan het ook snel gaan met de temperatuurstijging.
Koudere lucht achter koufront
Afgelopen nacht schoof vanuit het westen een zogeheten koufront over ons land met daar achter een stuk koudere lucht. De warme lucht werd hierdoor naar het oosten gedreven en wie vanochtend toch met korte mouwen naar buiten wandelde, kwam ietwat bedrogen uit. Door de regenval in de nacht was de lucht ten eerste een flink stuk vochtiger, het waaide ook stevig en met 8 graden was het bovendien een stuk kouder. Een frisse start van de dag dus en heel veel warmer werd het vandaag ook niet.
Een lagedrukgebied gaat gepaard met stijgende luchtbewegingen en de warmte moet daardoor over een dikkere laag verdeeld worden. Vandaag (dinsdag) werd het niet warmer dan een graad of 11.
Hoewel de zon in de loop van de ochtend aan de achterzijde van het koufront weer her en der begon te schijnen, tussen diverse buien door, ging de temperatuur slechts mondjesmaat omhoog. De reden hiervan is dat een lagedrukgebied over het algemeen gepaard gaat met stijgende luchtbewegingen. De lucht krijgt nu dus ineens alle mogelijkheid om te stijgen en wordt bovendien niet tegengehouden door die dalende ‘warmere’ lucht zoals in een hogedrukgebied. Vandaag zagen we dat ten eerste mooi terug in de vorm van stapelwolken en rond het middaguur ook ineens flink wat buien omdat de luchtbellen tot zo’n grote hoogte konden stijgen.
Dikke luchtlaag
Als we nu ook dit in de vorm van luchtlagen bekijken, moet nu dus een veel dikkere laag lucht verwarmd worden en dat gaat een stuk minder snel. De warmte verspreidt zich in deze situatie namelijk meer over de hoogte en de warmte moet dus verdeeld worden over een veel groter oppervlak. Dit is dan ook één van de redenen dat het vandaag een stuk minder warm werd dan bijvoorbeeld gisteren.
Bron: Meteo Consult