Bij de start dat het Nederlandse televisietijdperk in 1951 was er al meteen aandacht voor het weer. Het eerste weerbericht was te zien tijdens de tweede experimentele tv-uitzending op 7 oktober 1951, gepresenteerd door meteoroloog Cor van der Ham (1918-2006) van het KNMI. Dat was jaren eerder dan het journaal dat op 5 januari 1956 begon. Die avond werd ook een uitgebreide bijdrage over het weer uitgezonden in het VPRO-programma "de mens en zijn liefhebberijen". Daarin werd de Friese onderwijzer Hans de Jong, toen weeramateur en later weerman van de NCRV, in de schijnwerper gezet. Het weer was al vanaf de beginjaren tweemaal in de week op tv. De weermannen van het KNMI kwamen zelf niet in beeld: de kijker zag alleen een arm met een krijtje op een kaart schrijven. Veel kijkers kregen kippenvel van het krassende geluid, vandaar dat geëxperimenteerd werd met pastel, viltstiften en Siberisch houtskool. De BBC gebruikte een vilten vulpen, maar de oplossing voor het probleem kwam van onze zuiderburen: de Belgische weerman Armand Pien (1920-2003) leende de lipstick van de omroepster.
Weerman Joop den Tonkelaar van het KNMI in de jaren vijftig voor de TV-camera
In de jaren vijftig en zestig werden de meeste weerpraatjes verzorgd door KNMI-meteoroloog Joop den Tonkelaar (1926-2001). Tussen 1953 en 1968 presenteerde hij liefst 800 weerpraatjes. Zijn aankondigingen deden soms stof opwaaien. Zo vertelde de weerman op zaterdag 26 januari 1963 dat de Noordzee vol lag met ijs, dat door een winddraaiing naar onze kust dreef en een enorme ijsvlakte zou veroorzaken. In het NTS-journaal zei de weerman: "als u iets wilt zien wat u waarschijnlijk nooit meer in uw leven te zien zult krijgen, dan moet u morgen naar de kust gaan".
In 1968 verdwenen de weermannen van het scherm en presenteerde de nieuwslezer het weerbericht. De weerkaart werd in de jaren vanuit De Bilt naar Hilversum doorgeseind, zodat de informatie altijd actueel was. Vooral weeramateurs uitten eind jaren zeventig hun ontevredenheid: zij wilden de weermannen terug op tv. In 1982 keerde de weerman van het KNMI terug op het scherm, eerst alleen in het late NOS-journaal, maar vanaf 1988 ook in het 8-uur journaal. Begin jaren negentig begon Véronique, later RTL 4, met een uitgebreid weerbericht in aansluiting op het nieuws. Later volgde ook SBS met een weerpresentatie waarin de weerman dagelijks vanaf een wisselende plek in het land het weer presenteert. Tegenwoordig zijn dagelijks verschillende weerkundigen te zien op televisie. Verschillende omroepen beschikken over een eigen weerredactie die de presentaties verzorgt. Daarbij worden presentatiesystemen gebruikt waarmee de weerinformatie ook driedimensionaal in beeld wordt gebracht. Naast de informatie op weerkaarten, satellietfoto's en radarbeelden wordt ook gebruik gemaakt van foto's en filmbeelden om het weer zo dicht mogelijk bij de belevingswereld van het publiek te brengen.
Bron KNMI