De afgelopen tijd hebben we in de weerkamer de temperatuurberekeningen geregeld moeten aanscherpen. De nachtelijke temperaturen kwamen over het algemeen lager uit dan door de rekenmodellen verwacht, en de opgetreden middagtemperaturen zaten juist iets hoger dan de modellen ons voorschotelden. Vaak waren we op tijd met het bijstellen, soms ook niet. Dan hadden we bijvoorbeeld als minimumtemperatuur -3/-4 graden uistaan, en dook de temperatuur toch nog lokaal door de -5 heen. Dat het voor wat betreft temperaturen lastig was, had deels met het al dan niet aanwezig zijn van wolkenvelden te maken en deels met de droge grond. Het is namelijk zo dat veel modelberekeningen de uitgangstoestand van de grond niet goed meenemen. Na een aantal zeer droge weken was er dermate weinig bodemvocht meer aanwezig, dat de instraling van de zon meer dan normaal ten goede kwam aan de temperatuur. En vice versa, dat alle nachtelijke uitstraling tijdens een heldere nacht nog scherper was. We gaan daar wat dieper op in.
Een groene weide, deze warmt langzamer op tijdens een zonnige lente- of zomerdag dan bijvoorbeeld een zandgrond met heide. Foto: Gerard Kiewiet.
Bodemgesteldheid
Als je op een zonnige warme zomerdag op een betonnen muurtje zit, dan is dat heet. Leg je op eenzelfde moment jouw onderarmen op de bovenzijde van een zwarte auto, dan brand je je zelfs. Of loop op een dergelijke dag eens door het mulle zandstrand, met blote voeten, dat doet heel erg zeer. Onder dezelfde weersomstandigheden is het een stuk comfortabeler om over het gras te drentelen, blootsvoets over polderkleigrond te struinen of op een deken plaats te nemen. Tijdens exact dezelfde weersomstandigheden, warmen verschillende plekken op verschillende wijze op. De mate van opwarming, en aan de andere kant nachtelijke afkoeling, wordt bepaald door de eigenschappen van het materiaal. Ik beperk me nu even tot grondsoorten en laat metaal, beton, plastic, katoen en dergelijke achterwege. Zandgronden zijn grofkorrelig en bevatten daardoor veel lucht. Regenwater sijpelt gemakkelijk door en verdwijnt snel uit de zandgrond. Kleigronden hebben juist een veel fijnere korrel en is compacter. Klei bevat minder lucht en houdt daardoor regenwater wat beter/langer vast. Klei kun je dan ook kneden, iets wat bij zand niet aan de orde is.
Standaarddag
Als de zon op een voorjaars- of lentedag flink schijnt, zal het in z’n algemeenheid op zandgronden warmer worden dan op kleigronden. Ergo; de Veluwse stuifduinen krijgen 1 graad of misschien wel meerdere graden extra warmte ten opzichte van de rivierkleigronden bij Rhenen. Zandgronden bevatten minder vocht dan kleigronden en bijgevolg komt bijna alle zoninstraling ten goede aan de temperatuurstijging. Immers, verdamping van vocht kost energie en dat gaat ten koste van de opwarming van de lucht vlak boven de grond. Daarbij laten we voor het gemak alle andere weerelementen wel buiten beschouwing (zoals wind vanaf koud water, bewolking). Tijdens heldere nachten werkt het water in klei een al te heftige afkoeling tegen. Water is namelijk een langzame opwarmer en zal ook langzaam afkoelen. Het water in kleigrond geeft dus tijdens de nachten zijn warmte af aan de grond en dus ook aan de lucht erboven.
Als er mist hangt, zal het verdampen van dat vocht de uiteindelijke temperatuurstijging temperen. Verdamping kost namelijk warmte, energie, die gaat ten koste van de opwarming. Excuses voor het ontbreken van meer foto's met uitleg, door computerproblemen zijn deze helaas niet op de site terechtgekomen.
Geen standaarddag, maar een droge periode
Gisteren en vandaag is er regen gevallen, maar maart 2011 gaat de boeken is als ‘droog.’ Tijdens de periode met veel zon droogde de grond steeds verder uit. De toch al droge zandgronden werden nog droger en de kleigrond werd ook steeds moeilijker te bewerken door uitdroging. Iets kneden van de Groningse klei? Onmogelijk . Het afnemende gehalte aan regenwater in de bovenste 10 tot 20 cm van de bodem heeft de middagtemperaturen wat hoger gedrukt en de nachtelijke temperaturen wat lager geduwd. De afgelopen week zaten de modellen veelal 1 a 2 graden te laag voor wat betreft de maxima en 1 a 2 graden te hoog voor wat betreft de minimumwaarden. In beide gevallen moesten we bijstellen.
Er is nu regen gevallen, in de afgelopen 2 etmalen 2-4 mm, lokaal 10 millimeter. Dat zal de droogte niet lenigen, maar er is wel een grote kans dat de atmosferische rekenmodellen de komende dagen beter in hun temperatuursverwachtingen zijn. Misschien zou het zonder de gepasseerde regen aanstaande zaterdag plaatselijk wel net aan 25 graden kunnen zijn geworden, op de zandgronden. Momenteel hebben we voor zaterdag maxima uitstaan van 20 tot 23 graden in een groot deel van het land. Daar waar de wind vanaf het koude Noordzee- of IJsselmeerwater waait, zal het uiteraard minder uitgesproken warm zijn. De hoogste maxima zullen langs de zuidranden van ons land gehaald worden en ook op de zandgronden…
Bron: Meteo Consult