Wie 's avonds regelmatig vanaf het platteland de stad in fietst heeft het vast wel eens gemerkt: in de stad is het vaak een stuk warmer dan daar buiten. Dit effect is al sinds het begin van de 19e eeuw bekend. Tot voor kort wisten we echter nog maar weinig over hoe groot dit urban heat island effect (UHI of stedelijk warmte-eiland-effect) in Nederlandse steden eigenlijk is. Onduidelijk was ook wanneer precies de temperatuur in de stad het hoogst is, en hoe groot de variaties in temperatuur zijn binnen de stad. Omdat hitte in de zomer bij veel mensen regelmatig zorgt voor gezondheidsproblemen, terwijl steden blijven groeien en de temperatuur door de klimaatverandering blijft stijgen, zijn in de laatste jaren verschillende onderzoeken gestart naar het UHI in Nederlandse steden. Een onderzoeker van het KNMI heeft op een groot aantal dagen 's ochtends en 's middags de temperatuur gemeten met een klein weerstation bevestigd op zijn fiets. Zijn fietstochten op weg van huis naar zijn werk en terug leidden langs een traject tussen Nieuwegein en De Bilt, dwars door de stad Utrecht.
Het weerstation op de fiets waarmee KNMI-onderzoeker Theo Brandsma onderzoek deed naar het warmte-eilandeffect van Utrecht
In deze metingen is het warmte-eiland van Utrecht goed herkenbaar: 's ochtends is het in de stad gemiddeld 1,5 graad warmer dan op het platteland. In bepaalde weersituaties liep het temperatuurverschil op tot meer dan 5 graden. Langs het traject werden meestal de hoogste temperaturen gemeten midden in het centrum van Utrecht, tussen Vredenburg en het Neude. In het kader van het onderzoek naar het UHI-effect heeft het KNMI gedurende het jaar 2010 ook temperatuurmetingen verzameld van een groot aantal vrijwilligers (weeramateurs) in Nederland. De metingen zijn gedaan met behulp van automatische weerstations, door de weeramateurs zelf geplaatst rondom hun huis.
Het UHI op deze meetlocaties is tot in detail onderzocht. Zo bleek een duidelijk verband tussen de bevolkingsdichtheid in de buurt waarin gemeten werd, en de temperatuur. Op het platteland en in kleine dorpen was nauwelijks sprake van een warmte-eiland, terwijl dat in de steden wel was aan te tonen. Op deze weerstations in de stad is het 's zomers gemiddeld over de dag ongeveer 1 graad warmer dan op het platteland, en 's nachts zelfs ongeveer 1,5 graden. Verder bleek dat het warmte-eiland sterk afhangt van het weer. Bij 'mooi' weer, met hoge maximumtemperaturen, weinig wind en weinig bewolking, is het temperatuurverschil veel groter dan bij 'slecht' zomerweer. Ook bleek een sterk jaarlijks verloop. 's Zomers is het warmte-eiland het sterkst, 's winters is het op de weerstations gemiddeld ongeveer afwezig.
Het KNMI werkt aan de ontwikkeling van nieuwe, fijnmazige weermodellen. Hiermee zal het steeds beter mogelijk worden om kleinschalige weerfenomenen zoals het stedelijk warmte-eiland goed te voorspellen, en moet het dus mogelijk worden om temperatuurverwachtingen te maken voor steden. In sommige landen, met name in het Middellandse Zeegebied wordt tijdens hittegolven de temperatuur in de stad al in de weerberichten genoemd. Ook TNO heeft recent een onderzoek afgerond, waarin door middel van satellietwaarnemingen is gekeken naar oppervlaktetemperaturen in de regio Rotterdam. Bij Wageningen Universiteit heeft men op warme dagen met bakfietsen met meetapparatuur de temperatuur in grote steden gemeten. Ook hebben Wageningse onderzoekers vaste meetstations geïnstalleerd op locaties in Rotterdam.
Bron KNMI
Volledige dagen met sneeuwdek: 7
Dagen met deels sneeuwdek: 2
Vaste sneeuw: 4 * Laatste 01-02-2019
Smeltende sneeuw: 1 * Laatste 02-02-2019
Hagel: 4
Velp 2018:
Smeltende sneeuw: 6
Vaste Sneeuw: 6
Hagel: 8
Weerlicht: 6
Onweer: 24 (1 onweersdag in Velp gemist toen ik in Duitsland was)
Velp 2017:
Dagen met sneeuwdek: 34 (waarvan 21 in januari, 6 in februari en 7 in december)
Vaste sneeuw: 12
Smeltende sneeuw: 6
Hagel: 13
Weerlicht: 6
Onweer: 21