De 23e maart is internationaal uitgeroepen tot Wereld Meteorologische Dag. De Wereld Meteorologische Dag wordt jaarlijks gevierd met wisselende activiteiten rond een speciaal thema. De datum herinnert aan de oprichtingsdag van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), een overkoepelende meteorologische organisatie, waar 189 landen bij aangesloten zijn. Zonder de WMO zouden weerberichten zoals we die nu kennen onmogelijk zijn. De weersverwachtingen zijn gebaseerd op waarnemingen uit de hele wereld. Eén van de belangrijkste taken is het in stand houden van een mondiaal waarnemingsnetwerk.
Dagelijks verwerken 3 mondiale, 189 nationale en 34 regionale meteorologische diensten minstens vijftien miljoen gegevens. Het weerbureau is van groot belang voor internationale samenwerking op meteorologisch gebied. Taken zijn de uitwisseling van meteorologische gegevens en producten en het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek. Wegbereider van internationale samenwerking in de meteorologie was de Societas Meteorologica Palatina die in de achttiende eeuw initiatief nam tot een internationaal netwerk van waarnemers. De eerste officiële internationale meteorologische organisatie werd in 1873 opgericht door Buys Ballot (1817-1890), ook oprichter van het KNMI.
Op 23 maart 1950 werd deze organisatie omgedoopt in de WMO, een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties in Genève. De organisatie is naast het weer ook actief op het gebied van klimaatverandering. In samenwerking met onder meer het United Nations Environmental Programme (UNEP) zijn onderzoeksprogramma's opgesteld waaronder het wereldwijde klimaatwaarnemingssysteem (Global Climate Observing System).
De Wereld Meteorologische Dag staat jaarlijks in het teken van een specifiek onderwerp. De afgelopen jaren richtte de aandacht zich onder meer op weerwaarschuwingen, klimaat, water en thema's als gezondheid, luchtkwaliteit en milieu. Het thema van de Wereld Meteorologische Dag dit jaar is "Climate for you". De weerorganisatie richt de schijnwerpers op de veranderingen van het klimaat en de gevolgen daarvan voor de samenleving. Ongeveer de helft van de wereldbevolking woont tegenwoordig in stedelijke gebieden. Zo'n vijftig jaar geleden woonde daar nog maar een derde van de bevolking. Megasteden doemen op als valkuilen voor overstromingen, hitte en vervuiling die verband houden met lokale klimatologische omstandigheden en veranderingen van het kllimaat.
Tal van vrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage aan het waarnemingsnetwerk voor onderzoek van het klimaat, zeker ook aan onderzoek naar klimaatveranderingen in stedelijke gebieden waar veel waarnemers zijn te vinden. Het KNMI maakt gebruik van vrijwilligers voor neerslagwaarnemingen en voor specifieke projecten, zoals het onderzoek naar het stadsklimaat.
Bron KNMI