Uit een nieuw onderzoek, aan de hand van de satellieten van NASA is gebleken dat de ijskappen op Groenland en Antarctica sneller hun massa verliezen dan gedacht. De uitkomsten van dit onderzoek, het langstlopende sinds de eerste metingen begonnen, suggereren dat het smelten van deze ijskappen een dominantere rol gaat spelen ten opzichte van het smelten van gletsjers. Dit betekent dat het smelten van ijskappen op Groenland en Antarctica ook dominanter wordt op het stijgen van de zeespiegel, sneller dan dat de modellen voorspelde. Het onderzoek duurde 20 jaar in totaal en met resultaten van een separaat onderzoek uit 2006 is te zien dat het ijs op Groenland en Antarctica gezamenlijk 475 gigaton aan massa heeft ingeleverd op jaarbasis. Dat is genoeg om globaal de zeespiegel met 1.3 mm te laten stijgen. De snelheid waarmee het ijs zijn massa verliest wordt steeds groter. Elk jaar smelt er van de ijskappen gemiddeld 36.3 gigaton meer eraf dan het jaar ervoor. In vergelijking, het onderzoek uit 2006 van de gletsjers schatte het verlies op 403 gigaton op jaarbasis, met een snelheid die 3x zo klein is als die van de ijskappen.
"Dat het smelten van de ijskappen de zeespiegel gaat domineren is geen verrassing, ze houden immers meer ijsmassa vast dan gletsjers," aldus wetenschapper Eric Rignot van het NASA's Jet Propulsion Laboratory (JPL) en universiteit van Californië. "Wat verrassend is, is dat de ijskappen nu al veel meer bijdragen aan de stijging. Als deze trend voortzet, dan zal de zee veel meer stijgen dan wat het VN IPCC berekend heeft in 2007. Onze studie helpt het verkleinen van onzekerheden in korte termijn voorspellingen van zeespiegelstijging." Het team van Rignot combineerde bijna 2 decennia (1992-2009) aan maandelijkse satellietmetingen, samen met een geavanceerd klimaatmodel voor de regionale atmosfeer. Zo kon hij veranderingen meten in de massa van ijskappen en verbanden leggen in de snelheid waarmee het ijs verdwijnt.
De studie vergeleek twee onafhankelijke meetmethoden. De eerste karakteriseerde het verschil tussen 2 type data: interferemetrische synthetische diafragma radar data (techniek gebaseerd op licht, red.) van Europese, Canadese en Japanse satellieten en radio-echo soundings welke werden gebruikt om het massaverlies aan ijs van de ijskappen te meten. Tevens is er gebruikt gemaakt van een regionaal atmosferisch klimaatmodel van de Universiteit Utrecht of er ijs werd toegevoegd aan de ijskappen. De andere techniek gebruikte 8 jaar aan data van NASA en data van Duitse GRACE (Gravity Recovery and Climate Experiment) satellieten. Deze bekijken elke minuut het zwaartekrachtsveld van de aarde. Veranderingen in massa veroorzaken veranderingen in het veld, dus ook het smelten van ijskappen is hiermee detecteerbaar. Het team verenigde de verschillen tussen de data en vonden een overeenstemming, beide voor de totale massa en de snelheid van massaverlies, over een tijdspanne van 8 jaar durende periode. Dit valideerde de dataset en vormde zo een reeks gegevens over massaverandering van de ijskappen tussen 1992 en 2009.
Ze hebben ontdekt dat elk jaar (van de 18 jaar durende studie) de ijsmassa op Groenland een stuk sneller afneemt dan het jaar ervoor, met een gemiddelde van 21.9 gigaton per jaar. Voor Antarctica is dit 14.5 gigaton per jaar. "Dit zijn 2 totaal verschillende technieken, dus het is een grote doorbraak dat de resultaten zo goed passen." zei co wetenschapper Isabelle Velicogna die eveneens bij JPL en UC Irvine zit. "Het laat de enorme progressie zien hoe het ijs in massa toeneemt en afneemt door de data van GRACE te analyseren."
De wetenschappers concluderen dat, als het smelten van de ijskappen in deze mate blijft aanhouden in de komende 4 decennia, de zeespiegel met zo’n 15 centimeter kan stijgen wereldwijd. Samen met de geschatte stijgingen door het smelten van de glaciale ijskappen (8 cm) en thermische expansie van oceanen (9 cm) zou dit uitkomen op een totaal van 32 cm. Hoewel dit een indicatie geeft van de contributie van het ijs op de zeespiegelstijging waarschuwen de wetenschappers erop dat onzekerheden over de snelheid van het massaverlies blijven bestaan.
©onweer-online | Gewijzigd: 9 maart 2011, 21:16 uur, door MarkNL
'Groenland
Bewoning tussen 985 en 1410
Vanaf het jaar 985 tot in de twaalfde eeuw vestigden zich 300 à400 kolonisten (Vikingen) in twee nederzettingen aan de westkust van Groenland. Dit was mogelijk dankzij het gunstige klimaat in die jaren. Deze periode staat bekend als het middeleeuwse klimaatoptimum. In Europa kwamen toen temperaturen voor die vergelijkbaar zijn met vandaag.
Aan het begin van de twaalfde eeuw waren er meer dan driehonderd boerderijen met ongeveer vijfduizend mensen. De kolonisten hadden vee en joegen op wild.
In de veertiende eeuw werd het op Groenland plotseling kouder. Er waren vreselijke koude natte zomers en er staken meer stormen op. Het pakijs rond Groenland sloot de vaarroute naar IJsland af, waardoor jarenlang geen aanvoer mogelijk was. Na 1410 stierven de nederzettingen uit.'
Waar ik nu benieuwd naar ben is hoe hoog de zeespiegel was tijdens de warmere perioden en de de koude perioden in de middeleeuwen. Waarom was het eerst zo warm? Was er toen zoveel CO2, zo ja hoe kwam dat? Zo nee, waarom was de temperatuur dan zo hoog?
En waarom werd het in de veertiende eeuw plotseling kouder op Groenland?
Voorts 'Zomers is het in het binnenland van Groenland gemiddeld niet warmer dan -11°C.'
Hoe kan het dat de Ijskap op Groenland zo zou smelten als het in het binnenland zomers gemiddeld 11 graden vriest? Is de sneeuwval ook afgenomen?
Voor wat betreft Antartica vraag ik me af hoe het mogelijk is dat de ijsmassa op het land afneemt terwijl het omliggend zee-ijs de afgelopen jaren bovengemiddeld was.
'Op het polaire plateau in Oost Antarctica schommelt de temperatuur tussen de -40 en -80 graden. Gemiddeld is het hier -49 graden.'
Hoe kan de ijsmassa op het land afnemen als de temp in de zomer in het binnenland -10 tot -30 is?
Hieronder is te zien hoe het zee-ijs rondom Antartica vanaf 1979 geweest is. Waarom zou het landijs dan zijn afgenomen?
Het gemiddelde laat zien dat het zee-ijs rondom Antartica zelfs toegenomen is. En ja, ik weet dat het hier om oppervlakte ijs gaat, terwijl het artikel over de ijskappen het over de ijsmassa heeft, maar toch, waarom ijskappen afsmelten terwijl het zee-ijs toeneemt?
'Op 5 januari 1974 werd daar op het Nieuw Zeelandse Vanda Station een temperatuur van +15 graden gemeten. Op de Zuidpool zelf werd het op 27 december 1978 enorm warm. De temperatuur steeg toen naar -13,6 graden.'
'Uit Weereldnieuws van 26 januari 2002.
'Hittegolf op Antarctica
Antarctica beleeft een 'hittegolf'. De afgelopen zomermaanden werden piekwaarden gemeten tot 7,5 graden Celsius (aan de kust). Het is de warmste zomer sinds het einde van de jaren vijftig.'
Dus ook in de 50e jaren was de temperatuur vrij hoog geweest.
Dus dat er warme periodes voorkomen waarbij de ijskap dan meer gesmolten zou moeten zijn geweest dan nu het geval zou zijn wordt nergens vermeld. Was het zeewaterniveau toen afwijkend?
Maar ja, toen hadden ze nog geen computers en vooral geen alarmisten....
Ik heb hier al eens eerder over geschreven, ik heb vorig jaar eens puur uit nieuwsgierigheid gekeken naar hoe Nederland er uit heeft gezien in de middeleeuwen. In deze periode beleefde de wereld en climate optimum en je kunt er dus van uit gaan dat er toen nauwelijks ijs was op de polen. De kaart van Nederland in die tijd zag er qua omtrek ongeveer net zo uit als nu. Je moet dan natuurlijk de grote drooglegging even weg denken. Dus zelfs al zou er heel veel ijs weg smelten dan zal het effect echt niet zo groot zijn als wel wordt geschetst.
Voor meer inzicht is het misschien leuk om "IJstijd, het complete verhaal" van Brian Fagan te lezen:
http://www.waanders.nl/default/ijstijd-het...te-verhaal.html
Een boekwerk over alles wat met de ijstijd te maken heeft en de schommelingen van de temperatuur daarin (waaronder die warme periode in de middeleeuwen, gevolgd door de kleine ijstijd).