We hebben er lang op moeten wachten, maar de weermodellen en dan met name GFS laten aankomende zondag de eerste 15 graden zien, in Limburg komen de berekeningen uit op 16 graden, wel is het nog ver weg om daar echt goed over te kunnen oordelen. De laatste keer dat temperaturen van 15 graden (of hoger) gemeten werden dateert van 4 en 5 november 2010. Op 4 november werd er in De Bilt een temperatuur gemeten van 15.9 graden, in Gilze-Rijen werd het die dag 17.3 graden. Ook was sinds 1901 de minimumtemperatuur in november nog nooit zo hoog geweest. De minimumtemperatuur in De Bilt bedroeg op 4 november 14.5 graden.
Of we een record lente kunnen verwachten net zoals in 2007 valt nog allemaal te bezien. De lente van 2007 was extreem warm voor vele landen in Europa. In De Bilt was april 4.8 graden warmer dan het langjarig gemiddelde. In België was Kleine Brogel op 15 en 16 april het warmste van de Lage Landen met temperaturen van 30,0 en 30,7 graden, de eerste en recordvroege tropische dagen dus. Duitsland en Oostenrijk kregen te maken met 15 zomerse dagen van 25 graden of hoger. Ook in Zwitserland zijn afwijkingen vastgesteld van 10 graden boven het langjarig gemiddelde.
©onweer-online
Op het stand bij Egmond kun je vandaag 30 tot 45 kilometer ver de zee op kijken. Op de dijk bij Moddergat zie je Ameland en Schiermonnikoog liggen. De domtoren is vanaf Harderwijk bijna te zien en in Flevoland spot je de beverburchten al vanaf 40 kilometer afstand. Nou ja, dat laatste is bij wijze van spreken. Het gaat er om dat het zicht zowel gisteren als vandaag fenomenaal is. Een aanzienlijk deel daarvan komt door de lage dauwpunten. Oftewel; de lucht is heel erg droog. Die droge lucht wordt middels een aflandige wind aangevoerd. Vaak staat een bries vanaf het continent juist garant voor een opeenhoping van stof en vervuilingdeeltjes. Een echte helblauwe hemelkoepel krijg je alleen bij afstroom van Arctische lucht over de nog koude Noordzee. In dat geval is het boven ons diepblauw en kunnen we nóg verder kijken dan nu het geval is. Wie nu goed zijn ogen de kost geeft, ziet dat het blauw aan de horizon wat wittiger wordt en niet overal even hel is. Dat zijn de fijne stofdeeltjes die door de continentale windstroming in de lucht zitten.
Blauwe luchten, maar in de lagere delen van de atmosfeer toch ook wat fijnstof. Dat is te zien aan de lichte gloed aan de horizon. Foto: Gerard Kiewiet, aan de rand van Groningen stad.
Zeer droge lucht vandaag
Uit de bijgevoegde Temps van Den Helder en De Bilt valt duidelijk te zien dat de lucht uitermate droog is. Een Temp is een weergave van diverse weerelementen in de verticaal. Die weerelementen worden óf gemeten door middel van een radiosonde óf zijn verwachtingen en zodoende gebaseerd op computerberekeningen. De werkelijk gemeten weerelementen worden gemaakt door radiosondes. Elke dag worden er vele honderden van die radiosondes over de hele wereld opgelaten, met behulp van een weerballon. Het doel is om de verticale opbouw van de troposfeer te ontrafelen. Gemeten worden temperatuur, dauwpunt, luchtdruk, windrichting en windsnelheid. Dagelijks worden er in De Bilt twee oplatingen verricht (om 00.00 en 12.00 UTC) en in Den Helder gaat er rond 06.00 uur UTC een ballon de lucht in.
De Tempgrafiek van Den Helder, ook van 00.00 UTC afgelopen nacht. Ik heb de X-as niet handmatig bijgesteld, en dus loopt het dauwpunt een heel eind uit de grafiek. Het dauwpunt lag ver onder de -20 graden.
Dit is de berekende Tempgrafiek van De Bilt, voor 12.00 UTC deze dinsdagmiddag. Aan de grond een relatieve luchtvochtigheid van 38 procent (niet direct uit de grafiek te halen overigens) en op grotere hoogten zit de echte droogte. Daar daalt de relatieve luchtvochtigheid naar 1 procent...
De grafiek van de radiosonde (grafiek hieronder) die vanochtend vroeg van Den Helder opsteeg, toont ons een dauwpunt dat tussen 1 en 3 kilometer hoogte dermate laag is, dat ze buiten de standaardmarges van de grafiek valt. Op die hoogte is het dauwpunt dus lager dan -25 graden. Bij de grafiek van De Bilt is de X-as handmatig veranderd en zien we dat er drie metingen zijn gedaan waarop het dauwpunt tussen -40 en -50 graden ligt. Op dat punt is de luchttemperatuur (rechter rode lijn in de grafiek) ongeveer +5 graden. De dauwpuntsdepressie (= het verschil tussen temperatuur en dauwpunt op dezelfde hoogte) is dan 45 tot 55 graden. Dat is enorm groot. De relatieve luchtvochtigheid schommelt daar dan ook rond 1%.
Hier de radiosonde-opname van De Bilt van afgelopen nacht 00.00 UTC. Op de rechteras zien we de hoogten en de bijbehorende winden op die hoogten. De rechter rode lijn geeft de temperatuurmeting aan per hoogte, de linker gestreepte rode lijn geeft het dauwpunt aan per hoogte. Tussen 1 en 3 kilometer hoogte was de lucht zeer droog want het verschil tussen het dauwpunt en de temperatuur is zeer groot.
Als we kijken naar de berekende Temp voor De Bilt van 12.00 uur UTC, dan ligt de temperatuur aan de grond rond 8 graden en het dauwpunt rond -2 graden. De bijbehorende relatieve luchtvochtigheid komt dan op 52 procent. De waargenomen temperatuur van De Bilt om 12.00 UTC (=13.00 uur) was 8,1 graden, bij een waargenomen dauwpunt van -5,2 graden. De bijbehorende luchtvochtigheid kwam een stuk lager uit dan in de grafiek, namelijk op 38 procent. Naarmate de temperatuur nog een stukje oploopt, zal de relatieve luchtvochtigheid verder afnemen. Gisteren werden de laagste luchtvochtigheden in het zuidoosten opgemeten, met in Limburg lokaal amper 25 procent aan het einde van de middag.
Bron: Meteo Consult
Onweersdagen: 0
Volgens de weerkundige kalender is de winter inmiddels al ruim een week voorbij en de afgelopen dagen leek het in Nederland ook echt volop lente. Toch ligt die winter nog niet overal in Europa al helemaal achter ons. Op de plaatsen waar het normaal al aangenaam warm kan zijn, is het dat namelijk nog niet. De dag van gisteren (dinsdag) begon fris, op veel plekken vroor het nog licht. Met die temperaturen kwam het in de loop van de dag helemaal goed. Met uitzondering van Noord-Nederland liep de thermometer op tot 10 graden of meer. In Limburg en het zuidoosten van Brabant werd de 12 graden zelfs overschreden.
En ook dieren genoten volop. Foto: Natascha Wiegman.
Lentegevoel
Een belangrijke rol in deze hoog oplopende temperaturen was natuurlijk weggelegd voor de zon die gisteren volop scheen. Dit maakte het lentegevoel ook echt compleet. Sommige mensen liepen al zonder jas over straat, anderen genoten met jas aan op een bankje van het lekkere lentezonnetje. Dat lentegevoel is met het grijze weer van vandaag (woensdag) weer helemaal verdwenen. Daar komt bij dat we een redelijk wisselvallige week voor de boeg hebben. Droog blijft het zeker niet, maar helemaal zonloos is het ook niet. Op echt zonnige dagen moeten we echter nog wat langer wachten, zeker tot na het weekeinde. Lekker is wel dat de temperaturen gaan oplopen en zelfs nog iets hoger worden dan gisteren. Zaterdag worden regionaal maxima van 15 graden verwacht.
Naweeën van de winter
Dit weerbeeld staat in een behoorlijk contrast met een gebied als Scandinavië. Daar heeft men namelijk nog altijd te maken met de restanten van de afgelopen en erg koude winter. In die regio valt verspreid nog altijd winterse neerslag en ook de temperatuur is nog niet om over naar huis te schrijven. Op veel plaatsen komt het kwik overdag nog altijd niet boven het vriespunt uit. Dat echte winterweer is in de Alpenlanden momenteel een beetje afwezig. In de dalen dooit het flink en voor echt lage temperaturen moet je behoorlijk de hoogte in. Toch is het er prima weer om te skiën. De zon schijnt namelijk volop en zeker in de hoger gelegen skigebieden is overal voldoende sneeuw aanwezig.
Nog nergens 20 plus
De gebieden rondom de Middellandse Zee staan erom bekend dat het er al vroeg in het seizoen best warm kan zijn. Momenteel is dat echter nog niet het geval. In deze tijd van het jaar worden in deze regio al regelmatig temperaturen van meer dan 20 graden bereikt, maar de komende dagen is dat nog nergens het geval. Veel warmer dan een graad of 15 wordt het veelal niet. Op de Turkse hoogvlakte blijft het kwik zelf steken op waarden rond het vriespunt. Ook valt hier de komende dagen nog sneeuw. Op andere plaatsen ziet het weerbeeld er overigens aanmerkelijk beter uit. De zon schijnt in deze regio volop. Alleen in Spanje en Portugal komt geleidelijk wat meer bewolking opzetten, uiteindelijk ook gevolgd door wat regen of een bui.
Bron: Meteo Consult.
Zachte lucht verovert de komende dagen een groot deel van Europa. Niet alleen in de landen rondom de Middellandse zee wordt het dan zo’n 12 tot 17 graden, maar in bijna heel Centraal-Europa wordt het een stuk zachter. De eerste 15 graden komt ook in ons land steeds dichterbij en begin volgende week wordt het in Limburg mogelijk alweer 17 graden. Ook in het Alpengebied is het zacht met in de dalen veelal een graad of 13, maar die zachtere lucht vanuit het zuiden resulteert in de Italiaanse en Franse Alpen ook in een flinke verse sneeuwdump. Lokaal valt boven 1500 meter meer dan een meter sneeuw. Boven de Britse eilanden bevindt zich de komende dagen een lagedrukgebied en deze strekt zich uit tot boven de Golf van Biskaje. Rondom een lagedrukgebied waait de wind tegen de klok in en bij ons steekt daardoor een zuidelijke wind op. Ook hoger in de atmosfeer is de stroming zuidelijk door een uitloper van een lagedrukgebied die zich op bijna dezelfde plaats als het lagedrukgebied dichterbij het aardoppervlak bevindt.
Er zijn momenteel al vele prachtige kleuren te zien in de natuur. Foto: Willy Bonnink-Naves.
Vanuit Zuid-Europa wint de zachtere lucht dus ook bij ons steeds meer terrein. Alleen in het noorden van Europa, in bijvoorbeeld Scandinavië, de Baltische Staten, IJsland, Schotland en Ierland ligt het kwik nog lager dan 10 graden. In het noorden van Scandinavië, in de Noorse bergen en op IJsland vriest het overdag zelfs nog licht tot matig. In de rest van Europa is het zachter met op de meeste plaatsen middagtemperaturen in de dubbele cijfers. In Nederland wordt de komende dagen hoogstwaarschijnlijk de eerste 15 graden van het jaar behaald en bij onze oosterburen wordt het zondag lokaal alweer 17 of 18 graden. Zelfs in Polen wordt het plaatselijk 17 graden.
Lenteweer
Lenteachtige temperaturen, maar echt lenteweer is het op veel plaatsen daarbij niet. Na het fletse zonnetje van vandaag is het morgen (zondag) bij ons bewolkt en er valt van tijd tot tijd regen. Maandag lijkt de overgangsdag te gaan worden naar een ander weertype, waarna het aandeel zon groter wordt, maar de middagtemperatuur weer iets omlaag gaat. Tussen een opbouwend hogedrukgebied boven Scandinavië en een lagedrukgebied ten zuiden van ons, draait de wind vanaf maandag geleidelijk naar het oosten. Vanuit die hoek wordt droge lucht aangevoerd en dat maakt dat de zon vaker zal schijnen. Die lucht is echter niet alleen droog, maar ook iets minder zacht. Hierdoor gaat de temperatuur geleidelijk weer iets omlaag en komt dan eind volgende week uit rond de ‘normale’ 10 graden voor deze tijd van het jaar.
Hier en daar worden de eerste lammetjes ook alweer geboren. Dit is voor veel mensen het teken dat het lente wordt. Foto: Astrid Heeman.
Sneeuwval
Rustig lenteweer bij ons, maar voor de wintersporters die de komende dagen nog naar de zuidelijke Alpen vertrekken is er ook goed nieuws. In bekende skioorden als Chamonix in de Franse Alpen, maar ook in de Dolomieten gaat de komende dagen namelijk verse sneeuw vallen en lokaal zelfs tot meer dan een meter. De noordelijke delen van het Alpenmassief moeten het zonder verse sneeuw doen, maar daar schijnt de zon veelal uitbundig met ook daar relatief hoge middagtemperaturen.
Warm
De hoogste temperaturen worden de komende dagen in het zuiden van Europa gehaald. In Turkije, op Sardinië en langs de Spaanse zuidoostkust wordt her en der alweer 20 graden bereikt. Vooral in Spanje vallen daarbij echter regelmatig stevige regen- en onweersbuien.
Bron: Meteo Consult
Onweersdagen: 0
Het was afgelopen zaterdag al heerlijk Lenteweer. Voor het eerst dit jaar werd op één van de officiële meetstations in Nederland de 15 graden gehaald. In het Noord-Limburgse plaatsje Ell werd het 15,2 graden. Maar ook elders in het land was de temperatuur aangenaam. Deuren en ramen konden weer open en een jas was niet echt nodig.
Aangenaam Lenteweer op zaterdag 12 maart met middagtemperaruren rond 15 graden.
Begin van de lente
Over een week begint de Lente pas officieel, op 21 maart staat de zon precies boven de evenaar. Om beter te kunnen begrijpen hoe de verschillende seizoenen ontstaan, moeten we de ruimte in. De aarde draait om de zon en tegelijkertijd ook om haar eigen as. Deze zogenaamde aardas is iets gekanteld ten opzichte van de zon. Hierdoor varieert in de loop van het jaar de hoek waaronder de zonnestralen het aardoppervlak bereiken en de lengte van de dag ten opzichte van de nacht. De variatie van de hoeveelheid ontvangen zonnestraling levert de verschillende seizoenen op. De start van de lente is dus het moment waarop de zon loodrecht boven de evenaar staat. Vanaf dat moment worden de dagen weer langer dan de nachten.
De seizoenen worden bepaald door de schuine stand van de aardas. De zon staat op 21 maart precies boven de evenaar. Daarna worden de dagen steeds langer.
Eerste tekenen in de natuur
Elke dag schijnt de zon langer, mist er geen wolken voor hangen uiteraard. De temperatuur loopt al op naar aangename waarden. Steeds meer knoppen komen uit en er zijn zelfs al bomen en struiken die gaan bloeien. Er is dus volop werk aan de winkel. Lentetijd betekent snoeitijd. De winterbloeiers kunnen ingekort worden en de zomerbloeiers moeten klaargemaakt worden voor het komende seizoen.
Voorjaar
De eerste vleermuizen zijn inmiddels ook ontwaakt uit hun winterslaap. Ze zijn gesignaleerd in Utrecht. Jagende dwergvleermuizen zijn nu vooral in en om grote steden te zien, waar het net iets warmer is dan in het buitengebied. Deze vleermuizen jagen vooral langs door de zon opgewarmde muren en windbeschutte plekken boven ondiep water.
Ruige Dwergvleermuis
Ook komen de lepelaars weer terug in Nederland. Op Texel, Quackjeswater en in de Nieuwkoopse Plassen worden er steeds meer gezien, melden Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. De lepelaars overwinteren vooral langs de West-Afrikaanse kust, onder andere in Mauritanië. In West-Europa is Nederland het meest noordelijke land waar ze broeden. Vanaf half maart komen ze in grotere aantallen terug gevlogen. Vorig jaar broedden zeker 370 paartjes in De Geul op Texel. Daarmee is het de grootste lepelaarkolonie van Nederland. Zelfs de allereerste boerenzwaluw van dit jaar is alweer gemeld, in Den Haag op 9 maart. Maar één zwaluw maakt natuurlijk nog geen zomer.
De eerste Lepelaars strijken neer op Texel
Eén (boeren)zwaluw maakt nog geen zomer!
Zet de Lente door?
Ondanks de vrij hoge temperaturen laat de zon zich in de tweede helft van het weekeinde nauwelijks zien. Maandag begint met veel wolken en wegtrekkende regen. Daarna knapt het weer op en wordt het opnieuw vrij zacht. Dinsdag is er weer volop ruimte voor de zon en komt de temperatuur op meer plaatsen rond de 15 graden uit, Lenteweer dus. Maar met een naar oost draaiende wind komt in de tweede helft van de week het transport van koelere lucht op gang vanuit het oosten van Europa.
Bron: Meteo Consult | Gewijzigd: 9 februari 2017, 10:24 uur, door Joyce.s
Het voelde bijna als zomer deze maandagochtend, zo mild was het buiten. Een stukje fietsen deed velen al zweten in hun nog vaak op de winter toegesneden jassen. Niet gek, want luchtsoort waarin we ons bevinden, is normaal voor midden in de zomer.
Niet alleen temperatuur maar ook hoeveelheid vocht van belang voor gevoel van warmte
Niet alleen de temperatuur maakt uit hoe zacht of warm het buiten aanvoelt. Ook de hoeveelheid vocht is van belang. Als je zweet en dat doe je namelijk altijd wel een beetje, dan verdampt dat vocht vervolgens. Of in andere woorden: dan neemt de langsstromende lucht vocht op van je huid. Het verdampen kost energie. Deze energie wordt aan je huid onttrokken, waardoor die warmte verliest. Dit voel je als verkoeling, of zelfs kou. Hoe meer vocht (in de vorm van waterdamp) er al van te voren in de lucht aanwezig is, hoe minder ruimte er nog over is om meer vocht op te nemen. Hierdoor voelt lucht met meer waterdamp warmer aan dan lucht met eenzelfde temperatuur maar minder waterdamp.
Wind
Wat daarbij vandaag ook nog eens aan het milde gevoel meewerkt, is dat er maar weinig wind staat. Waait het harder dan strijkt er per seconde meer lucht langs, waardoor er meer vocht van je huid verdampt met als gevolg dus meer afkoeling. Drie belangrijke variabelen voor aanduiding warmte-energie in lucht
Er zijn in de meteorologie drie belangrijke variabelen om de warmte-energie in de lucht die de temperatuur en de hoeveelheid vocht samen opleveren, aan te duiden.
De potentiële natteboltemperatuur is de belangrijkste variabele om luchtsoorten van elkaar te kunnen onderscheiden. Met de potentiële natteboltemperatuur van 8 á 9 graden op zo'n 1500 meter hoogte bevinden we ons nu in een luchtsoort die midden in de zomer heel normaal is. De scherpe overgangen tussen luchtsoorten vallen op deze afbeelding op door de lijnen die getrokken zijn door plekken met een gelijke potentiële natteboltemperatuur. Op die plaatsen waar de lijnen dicht bij elkaar liggen, bestaan er grote verschillen over korte afstand en bevinden zich kou- en warmtefronten.
Dauwpuntstemperatuur
Je kan bijvoorbeeld kijken naar de ‘dauwpuntstemperatuur’. Dit is de temperatuur waarbij – als je de lucht afkoelt - de aanwezige waterdamp begint te condenseren. Deze waarde is afhankelijk van zowel de hoeveelheid waterdamp die in de lucht aanwezig is als de temperatuur van de lucht (want hoe warmer lucht is, hoe meer vocht ze kan bevatten). Hoe hoger de dauwpuntstemperatuur, hoe milder het buiten dus aanvoelt. Om deze waarde te bepalen, wordt de temperatuur naar beneden gebracht tot het moment dat vocht begint te condenseren in de vorm van waterdruppeltjes (wolkvorming).
Natteboltemperatuur
Een andere manier om de gecombineerde warmte-energie van vocht en temperatuur van de lucht aan te duiden is de ‘natteboltemperatuur’. Hoe de natteboltemperatuur wordt bepaald, is het beste te begrijpen als je uitgaat van de wijze(n) waarop deze vroeger werd gemeten (en waaraan ze haar naam ook dankt).
Eén van de mogelijkheden is om rond het kwikreservoir van een thermometer een katoenen gaasje te brengen dat constant nat gehouden wordt. De thermometer wordt in een luchtstroom gehangen. Door het verdampen van het vocht in het katoenen kousje gaat energie verloren en daalt de temperatuur van het kwik en dus de waarde die de thermometer aangeeft. Hoe vochtiger de langsstromende lucht, hoe minder warmte-energie verloren gaat aan verdamping en dus hoe hoger die waarde. De waarde waarop de thermometer stabiliseert, noemen we de natteboltemperatuur.
Dezelfde kaart, maar dan meer uitgezoomd. Een heel groot deel van Europa bevindt zich deze maandag in de milde lucht, tot aan het zuiden van Zweden en de Baltische staten aan toe. Op de overgang met koelere lucht in het noorden en westen ligt een front. De rode lijnen markeren de delen van het front waar de warme lucht terrein wint (warmtefronten). De blauwe lijnen de delen van het front waar de koude lucht terrein wint (koufronten). Overigens: boven de Noordzee en Engeland, vlak ten westen van ons loopt het front in feite door, maar is het niet ingetekend. Dit om de reden dat er zoals meteorologen het wel noemen 'geen weer' op zit: het front is zodanig verzwakt dat er geen regen uit valt.
Potentiële natteboltemperatuur
Ten slotte is er in deze context nog een andere parameter die in de meteorologie veel wordt gebruikt, namelijk de zogenaamde ‘potentiële natteboltemperatuur’ (ook wel ‘theta w’). Hierbij wordt een pakketje lucht denkbeeldig vanaf een bepaald niveau (veelal van zo’n 1500 meter hoogte, waar de luchtdruk 850 hPa bedraagt) omhoog gebracht. Bij het stijgen van de lucht koelt deze af, totdat het eerder genoemde dauwpunt wordt bereikt en het vocht in het luchtpakketje condenseert.
Vervolgens wordt het met vocht verzadigde luchtpakketje net zo denkbeeldig naar beneden gebracht, naar het niveau waar de luchtdruk 1000 hPa is (gemiddeld bezien ligt dat niveau net boven het aardoppervlak). Daarbij wordt het luchtpakketje kunstmatig verzadigd gehouden. Bij het dalen van de lucht loopt de temperatuur ervan weer op. De (denkbeeldige) waarde op het 1000hPa-drukvlak, zoals dat in de meteorologie wordt genoemd, is de potentiële natteboltemperatuur.
Veel gebruikt in meteorologie
Deze laatste parameter wordt in de weerkunde veel gebruikt, omdat ze zeer geschikt is om de grenzen tussen verschillende luchtsoorten te onderscheiden. In warme lucht voor een koufront uit ligt de potentiele natteboltemperatuur bijvoorbeeld duidelijk hoger dan achter het koufront. Weersystemen zijn op deze manier goed te analyseren.
Hierbij wordt als basisniveau van de natte boltemperatuur niet het aardoppervlak gekozen, maar vaak een hoogte van circa 1500 of 3000 meter erboven. Op die niveau’s wordt de potentiële natteboltemperatuur namelijk niet verstoord door het dagelijkse effect van de zon (de zon die overdag energie afgeeft aan de lucht onderin de atmosfeer, terwijl tijdens de nacht de onderste luchtlagen juist per saldo energie verliezen). De potentiële natteboltemperatuur van direct aan het aardoppervlak geeft daardoor een veel warriger beeld van de grenzen tussen de verschillende luchtsoorten dan op enige hoogte waar de invloed van de zon een stuk indirecter is.
'Zomerse' natteboltemperatuur
Uitgaande van een basishoogte van ongeveer 3000 meter ligt de natte boltemperatuur op dit moment boven Nederland 8 á 9 graden boven nul. Dat zijn waarden die in de zomer in ons land heel gebruikelijk zijn. Vandaar dat het nu zo mild aanvoelt. Voor echt warme middagen moet de zon echter nog een stuk hoger aan de hemel komen. Het is nog één, normaal gesproken twee maanden wachten, voordat het ook in de middag een keer echt als zomer gaat aanvoelen. Ronduit voorjaarsachtig weer ligt voor een flink deel van het land evenwel binnen handbereik, zie bijvoorbeeld het weerbericht voor dinsdag. Of bekijk de buienradar, want in deze maandagmiddag ontstonden hier en daar voorjaarsbuitjes, ook alweer een voorproefje van de zomer.
Bron: Meteo Consult
Op maandag 21 maart om 00.21 uur begint de astronomische lente van 2011. De zon staat dan precies boven de evenaar. Die begindatum valt niet altijd op de 21e van de maand, zoals vaak wordt gedacht. Sterker nog, de komende decennia begint de astronomische lente vrijwel ieder jaar op 20 maart. Eigenlijk ook dit jaar. Wanneer we rekenen in de internationaal gehanteerde UT (Universal Time) begint de lente in de late avond van zondag de 20e maart om 23.21 uur. Volgens de kloktijd, de Midden-Europese wintertijd is dat een uur later in de vroege ochtend van 21 maart.
De lentedatum is van belang voor berekening van de datum van het paasfeest. Pasen wordt gevierd op de eerste zondag na de "kerkelijke" volle maan die op of na 21 maart valt. De seizoensindeling is gebaseerd op de stand van de aarde ten opzichte van de zon. De seizoensverschillen vinden hun oorzaak in de schuine stand van de as waar de aarde om draait. Hierdoor komt de zon op het noordelijk halfrond in de zomer hoger boven de horizon dan in de winter. De zon schijnt in de zomer dan ook langer dan in de winter.
Dag en nacht duren op de eerste lentedag overal ter wereld even lang, maar niet exact. In ons land duurt de dag waarop de lente begint alweer ongeveer 10 minuten langer dan de nacht. Verschillen die het gevolg zijn van het feit dat de tijdstippen van opkomst en ondergang van de zon betrekking hebben op de bovenrand van de zon. Bovendien is de zon door breking van stralen in de atmosfeer nog kort zichtbaar terwijl zij in werkelijkheid al onder is. Als de luchttemperatuur direct en alleen op de zon zou reageren zou 21 juni, de langste dag, ook de warmste moeten zijn. Die dag zou dan midden in de zomer moeten vallen. In werkelijkheid loopt de temperatuur langzamer op. Dat komt door de invloed van oceanen en zeeën. De opwarming van zeewater door de zon gaat langzamer dan de opwarming van land. Een deel van de warmte wordt meteen teruggegeven aan de lucht, terwijl een ander deel van de warmte in diepere aard- en oceaanlagen terechtkomt. Die diepere lagen in de oceaan geven hun opgeslagen warmte langzaam af aan de lucht.
Onder invloed van het nog koude water van de Noordzee en overheersende aanvoer van lucht vanaf zee begint aan de kust het warmere seizoen later dan in het binnenland. Als de seizoensindeling alleen zou afhangen van de temperatuur, dan blijkt dat de lente in Zuid-Limburg gemiddeld al op 9 maart begint en op Terschelling pas op 23 maart. Om praktische redenen gebruiken de weerkundigen een andere seizoensindeling. De Societas Meteorologica Palatina, een van de eerste internationale weerorganisaties besloot in 1780 om drie kalendermaanden als één seizoen te beschouwen. Volgens de klimatologische indeling is de lente dus al begonnen op 1 maart en duurt dit seizoen tot en met 31 mei. Zo kunnen seizoenen beter met elkaar vergeleken worden.
Bron KNMI
De lente lijkt defenitief in het land. Vanaf morgen stijgt het kwik langzaam naar vijftien graden en dat zou zo de hele week blijven. Vrijdag zou de temperatuur wel lichtjes dalen maar het blijft de hele week zonnig en droog. Ook deze namiddag is het droog en vrij zonnig. Er waait een zwakke wind uit zuidelijke richtingen. De maxima schommelen tussen 9 en 12 graden. Vanavond en vannacht is het helder en plaatselijk kan grondmist ontstaan. Op de meeste plaatsen gaat het opnieuw licht vriezen. De minima gaan van 0 tot min 6 graden.
Maandag is het droog en overwegend zonnig. Bij een zwakke tot matige zuidwestenwind loopt de temperatuur op naar waarden tussen 11 en 15 graden. De minima in de nacht van maandag op dinsdag schommelen tussen plus 2 en min 4. Van dinsdag tot en met zaterdag wordt overwegend droog lenteweer verwacht met flinke zonnige perioden en stilaan minder koude nachten. De maxima variëren van 10 tot 15 graden. Vanaf vrijdag zou de temperatuur wat dalen.
Bron Hln | Gewijzigd: 9 februari 2017, 10:25 uur, door Joyce.s
Om 00.21 uur vanochtend was het zover: de lente begon officieel. Natuurlijk vinden de weerkundigen dat het voorjaar op 1 maart begint; zij gaan uit van een periode van drie maanden per seizoen. Maar de sterrenkundigen berekenen het begin van de lente op basis van de positie van de aarde ten opzichte van de zon. Als die in maart precies boven de evenaar staat, begint de lente. Dat het voorjaar op 21 maart begint, komt voorlopig niet meer voor. De komende tijd start de astronomische lente vrijwel ieder jaar op 20 maart en vanaf 2044 zelfs op 19 maart.
Bron: RTL
De laatste jaren waren de lentes bijzonder warm. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is het warmterecord herhaaldelijk bijgesteld. Het voorjaar van 2007 was veruit het warmste sinds het begin van de metingen in 1706. In De Bilt kwam de gemiddelde temperatuur uit op 11,6 graden tegen 9,5 graden normaal (gemiddeld over het tijdvak 1981-2010). De vorige recordhouder was de lente van 1862 met 10,7 graden. In de 20e eeuw was de lente van 1998 de warmste met 10,6 graden. De vorige records zijn dus met bijna een graad verbeterd. Van alle lentes sinds 1901 staan er uit de 21 eeuw al drie in de top tien, dat wil zeggen dat ze warmer waren dan 10,0 graden.
De prille lente brengt steeds meer kleur in de natuur (foto: Jannes Wiersema)
Het warmterecord van 2007 is vooral te danken aan april die met gemiddeld 13,1 graden bijna vijf graden warmer was dan normaal. De laatste jaren was het ook in mei vaak al hoog zomers. Mei 1992 was met 15,6 de warmste en ook mei 1998 (14,9) was uitzonderlijk met al al vroeg tropische hitte. Het voorjaar van 1922 leverde drie tropische dagen op, daarna zou de volgende tropische lentedag meer dan twintig jaar op zich laten wachten. De meeste lentes kwamen tot zomerse warmte (25 graden of hoger), maar in de aantallen blinken de laatste jaren uit. De lentes van 1992 en 2000 telden 12 zomerse dagen (normaal 2), de lentes van 2007 en 1993 hadden er 8 en 1947, 1990 en 1998 telden ieder 7 zomerse lentedagen.
De koudste lente staat geboekt in 1962 met gemiddeld 6,5 graden. Teleurstellend temeer daar ook de zomer dat jaar met slechts 3 zomerse dagen een dieptepunt was. Het voorjaar van 1962 was bovendien somber met 359 uur zon, maar nog minder scheen de zon in het voorjaar van 1983 met 310 uur tegen 502 uur normaal.
In 1983 viel in het voorjaar ook 289 mm en daarmee leverde dat jaar op een na de natste lente van de 20e eeuw. Normaal leveren de drie lentemaanden in De Bilt 156 mm op. De meeste regen viel in het voorjaar van 1979 (310 mm) en ook in 1965 (277 mm) en in 1998 (259 mm) waren de lentes erg nat. Een groot contrast met het voorjaar van 1996 dat in drie maanden maar 61 mm opleverde. Extreem was ook 1976 met 66 mm en toen dat jaar ook in de zomer de regen uitbleef kreeg ons land te maken met de ergste droogte van de eeuw. In 1921 waren lente en zomer samen nog droger maar door het zeer zonnige en aanhoudend warme weer waren de gevolgen voor de landbouw, de rivieren en het drinkwater in 1976 erger.
Bron KNMI
De lente maakt een vliegende start. Na de kou en sneeuw van december volgden een relatief warme januari en februari. Daar profiteren vooral voorjaarsbloeiers van. Zo ontloken het maarts viooltje en de gele kornoelje twintig dagen eerder dan tijdens de vorige eeuw normaal was. Dat blijkt volgens bioloog Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit uit waarnemingen van de website De Natuurkalender. Het moment waarop de voorjaarsbloemen dit voorjaar tot wasdom kwamen, wijkt echter niet veel af van het gemiddelde bloeimoment van de afgelopen tien jaar. Door de klimaatverandering begint het groeiseizoen namelijk zo'n twee weken eerder, aldus Van Vliet.
Niet alleen planten hebben de lente in hun bol. Bezoekers van De Natuurkalender meldden de laatste dagen veelvuldig dat ze vlinders hebben gezien. Het gaat onder meer om de citroenvlinder, de kleine vos en de dagpauwoog. Hoewel de voorjaarsbloeiers en vlinders de natuur al de nodige charme geven, moeten we nog even wachten, totdat de hele natuur is ontwaakt. De komende twee weken zullen planten als sleedoorns, meidoorns en pinksterbloemen zich laten zien, aldus Van Vliet. Pas als vogels, zoals de boerenzwaluw en de blauwborst, hun lied weer zingen zal het voorjaar ook hoorbaar zijn. Volgens bioloog Van Vliet begint het voorjaar vroeg, maar niet extreem vroeg. De prilste lente tot nu toe was die van 2008. Toen bloeiden de voorjaarsbloeiers, zoals het maarts viooltje, ruim drie weken eerder dan nu.
Bron: AD.nl
Onweersdagen: 0
Als de mensen voor het eerst na de winter weer zonder jas naar buiten kunnen, ontstaat collectief een gevoel dat wel bekend is als 'lentekriebels.' Terrasjes stromen vol, de tuincentra verkopen ineens bakken vol voorjaarsbloeiers en de meeste mensen voelen zich ook vrolijker. Vier vragen over het gevoel van de lente.
Waardoor ontstaan lentekriebels?
Zonlicht zorgt voor de aanmaak van vitamine D in het lichaam. Vitamine D speelt weer een belangrijke rol in de aanmaak van hormonen. Sommige hormonen, zoals melatonine, serotonine en dopamine, hebben invloed op het bioritme van het lichaam en het gevoel van welbevinden. Wie zich goed voelt, heeft zin om iets te ondernemen en gaat naar buiten. Frisse lucht is eveneens goed voor het lichaam, dat maandenlang naast de cv heeft gezeten.
Worden mensen in de lente sneller verliefd?
De hormonen spelen ook een grote rol bij emoties. Wie ontspannen is, staat opener voor warme gevoelens voor een ander. Daarbij komt dat in de lente veel jonge dieren worden geboren. De aanblik van bijvoorbeeld lammetjes in de wei heeft invloed op de hersenen. We smelten er als het ware voor en krijgen er vlinders van in onze buik.
Is het lentegevoel, dat iedereen kent, ook wetenschappelijk aangetoond?
In Nederland is nog vrijwel geen onderzoek gedaan naar de invloed van weer op het gevoel van geluk. Er is wel een Nederlands onderzoek dat bewijst dat mensen meer willen betalen voor een luxe aankoop, als het zonnetje schijnt na een lange grijze periode. In Duitsland is wetenschappelijk vastgesteld dat een derde van de mensen sterk reageren op bepaalde weersomstandigheden.
Zijn de lentekriebels te voorspellen?
In onder meer Canada, Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland bestaan medische (bio-)meteorologen, een wetenschap die in Nederland nog in de kinderschoenen staat. Biometeorologen in Canada voorspellen bij het dagelijkse weerpraatje hoe mensen zich zullen voelen. Dat berekenen zij op basis van zonlicht, temperatuur, windkracht, luchtdruk en luchtvochtigheid. Volgens de Canadese onderzoekers voelen mensen zich het allerbest bij droog, zonnig weer en een temperatuur van 20 graden Celsius.
Bron: AD.nl
Onweersdagen: 0
Op basis van de bloeidatum van de voorjaarsbloeiers is de lente ruim twee weken eerder dan normaal. Dat komt onder andere door de relatief hoge temperaturen begin dit jaar.
Lenteweer
Het weer is overdag al aardig in lentestemming met flink wat ruimte voor de zon en bijvoorbeeld gisteren maximumtemperaturen tot 16 graden aan toe. In De Bilt en Nieuw Beerta werd het 16,2 graden en daarmee waren het de warmste officiële meetpunten. De nachten zijn nog koud en dat is heel normaal voor de tijd van het jaar. Ook afgelopen nacht vroor het op een aantal plekken op de normale waarnemingshoogte van 1,5 meter. In de Noord-Hollandse duinen van Wijk aan Zee was het het koudst met minimaal -1,5 graden, Nieuw Beerta in Oost-Groningen noteerde -0,9 graad en Deelen op de Veluwe had een minimumtemperatuur van -0,7 graden. Van de weerstations die zijn aangesloten bij hetweeractueel vroor het alleen in Geldrop netaan, -0,2 graden werd het hier. Ook komende nacht kan het, plaatselijk, tot een beetje vorst komen. Morgen kan het landinwaarts opnieuw 16 graden worden, maar heeft de zon het niet overal makkelijk. Vooral het noorden krijgt met wolkenvelden vanaf zee te maken. Het zuiden lijkt wel zonnig te zijn.
De dag begon regionaal mistig. Zoals hier in Tilburg. Foto: Margreet van Vianen.
Voorjaarsbloeiers
Het moment van bloei is dit jaar vergelijkbaar met het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Vlinders, vogels en amfibieën laten een vergelijkbare ontwikkeling zien. Van het maarts viooltje was op 15 maart al de helft van de eerste waarnemingen bij De Natuurkalender binnen. Dat is 20 dagen vroeger dan gebruikelijk. Speenkruid is 17 dagen eerder in bloei gezien, klein hoefblad 13 dagen en gele kornoelje 20 dagen. Van deze soorten was alleen het speenkruid een paar dagen later dan de afgelopen tien jaar. De andere drie bloeiden één of twee dagen eerder. Dat verschil is dus verwaarloosbaar. Het voorjaar is dus vroeg begonnen, maar vroegste jaar ooit gemeten was 2008. Toen bloeiden de genoemde voorjaarsbloeiers ruim drie weken eerder dan nu.
Vlinders
De eerste verschijningsdatum van de vroegste dagvlinders, de citroenvlinder en de kleine vos, lijkt vergelijkbaar te zijn met het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Op de eerste zonnige en niet al te koude dagen in het voorjaar worden dagvlinders die als vlinder overwinteren actief. Ze komen tevoorschijn uit hun overwinteringsplaatsen en gaan op zoek naar planten waaruit ze hun brandstof, nectar, kunnen halen. Zo werd de dagpauwoog in februari het meest gemeld. Daarnaast werden toen de kleine vos, citroenvlinder en atalanta – eigenlijk een trekvlinder die pas sinds een paar jaar de winter lijkt te overleven – uit vooral het zuiden van het land gemeld. Naast deze vlinderoverwinteraars was ook de eerste vlinder gesignaleerd die de winter als pop heeft doorgebracht. Op 10 februari werd in Nijmegen een klein koolwitje gezien. Deze soort verschijnt normaal gesproken pas in maart, maar de afgelopen 10 jaar worden er steeds wel enkele klein koolwitjes gemeld uit januari en februari. In het warme voorjaar na de zeer warme winter van 2006-2007 waren er zelfs 100 meldingen van deze vlinder in januari en februari.
Atalanta
Even terug naar onze trekvlinder, de atalanta. Hij vertrekt in het najaar naar Zuid-Europa. In het voorjaar vliegen de nakomelingen weer onze kant op. Atalanta's kennen geen winterslaap, maar in warme winters blijven er wel eens een paar hier. Als er niet te veel vorst is overleven ze dit. De afgelopen winter was er vanaf begin december echter een langdurig koude periode. Daarom ging de Vlinderstichting er van uit dat de atalanta’s die hier zijn gebleven het niet hadden gered. Verrassend was dan ook de melding van John Adams uit Heerlen van maandag 10 januari: “Terwijl de laatste hoopjes sneeuw nog in de tuin liggen, de buitentemperatuur 2 graden is, vliegt er ineens een atalanta voorbij. Hij landt op een muur om in het zonnetje op te warmenâ€Â. Blijkbaar toch een atalanta die de winter heeft overleefd. Misschien dat hij ergens in een kas of een andere warme ruimte heeft gezeten? Ook in de ons omringende landen was het namelijk de afgelopen weken koud en het is niet waarschijnlijk dat deze vlinder al vanuit het verre zuiden onze kant is opgekomen.
Bloesem in Sittard. Foto: Tom Bloem.
Grutto’s
De terugkomstdatum van de grutto’s viel vrijwel gelijk met het gemiddelde van de afgelopen tien jaar, namelijk 11 maart. Maar vanaf februari kunnen al grutto’s gezien worden en een enkele vliegt zelfs al in januari in Nederland rond. De meldingen van de eerste tjiftjaf waren een paar dagen later dan 11 maart. En de eerste vinkenslag was met een gemiddelde van 18 februari weer een paar dagen eerder dan het gemiddelde van de afgelopen tien jaar.
Hommels
De eerste hommels vliegen alweer, maar dat is normaal voor het jaargetijde. Ze zijn ook goed tegen kou bestand, dankzij een dubbele vacht van korte, dicht bij elkaar staande haren onder hun lange, afstaande haren. Op warme zomerdagen kunnen ze zelfs niet lang vliegen, omdat ze oververhit kunnen raken. De winter wordt overigens alleen overleefd door de koninginnen die bevrucht zijn. Zij beginnen elk voorjaar met een nieuw nest en zijn nu dan ook druk in de weer met het zoeken naar een geschikte plek om een nieuwe kolonie te stichten. Pas na een paar weken voorjaar zie je kleinere hommels in de tuin: de werksters. De wilg is een erg aantrekkelijke voedselplant voor vlinders, hommels en bijen vanwege de rijke stuifmeeldracht. Met poten vol kluiten stuifmeel zie je hommels en bijen van katje naar katje vliegen. Het stuifmeel dient als voedsel voor het broed in het nest. Vlinders zullen niet bewust stuifmeel meenemen. Hun larven, de rupsen, leven niet van stuifmeel, maar eten van de plant waarop ze gespecialiseerd zijn, de zogenaamde waardplant. Maar de katjes hebben ook veel nectar. Kortom, wie vlinders wil zien kijkt uit naar de bloeiende wilgen.
Planten en vogels
Voor het volledige lentegevoel is het wachten nog op het frisse jonge blad aan de bomen en struiken en de groei van allerlei kruidachtige planten. De komende twee weken zullen op veel plaatsen de sleedoorns wit kleuren, de meidoorns in blad komen en de pinksterbloemen gaan bloeien. Op enkele plaatsen verschijnen de eerste bladeren van de witte paardenkastanje en komt het fluitenkruid in bloei. Met de terugkomst van de fitis, de boerenzwaluw en de blauwborst in de komende twee weken zal de lente ook beter te horen zijn.
Meteorologie viert haar verjaardag
Tot slot nog dit. Op 23 maart 1950 werd de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) opgericht. Daarmee is de organisatie, onderdeel van de Verenigde Naties, vandaag dus 61 jaar geworden. Zonder de WMO zou het weerbericht zoals we het nu kennen ondenkbaar zijn. In totaal zijn 189 landen aangesloten bij deze overkoepelende meteorologische organisatie. Elk jaar wordt er op de WMO-dag stilgestaan bij een bepaald thema in relatie tot weer en klimaat. Dit jaar is dat ‘Climate for you’.
Bron MeteoConsult
U hebt het waarschijnlijk zelf ook al gemerkt, maar ook vandaag wordt het weer een zonnige dag. Het is deze namiddag droog en overwegend zonnig. Er waait een zwakke wind uit het oosten tot het noordoosten. De maxima variëren van 13 graden aan de kust tot 15 à18 graden elders. Vanavond en -nacht is het helder tot licht bewolkt. Later ontstaan enkele mistbanken. De minima schommelen rond het vriespunt op de Hoge Venen en bedragen 2 tot 5 graden in de andere streken. Morgen is het droog met zonnige perioden. Er staat een zwakke, in de kustgebieden een matige noordenwind. De maxima gaan van 11 graden vlak aan zee tot 14 à17 graden elders. Zaterdag wordt meer bewolking verwacht, maar het zou weinig of niet regenen. Zondag en maandag schijnt de zon opnieuw volop. De maxima schommelen tussen 6 en 11 graden; 's nachts en 's ochtends is er lichte vorst. Vanaf dinsdag wordt het zachter en wisselen zon en wolkenvelden elkaar af.
Bron: HLN | Gewijzigd: 9 februari 2017, 10:25 uur, door Joyce.s
Vandaag blijft het droog en zonnig met maxima van 12 tot 17 graden. Vannacht neemt de bewolking toe en plaatselijk kan er wat lichte regen vallen. De minima liggen om het vriespunt op de Hoge Venen en 3 tot 7 graden elders. Morgen zijn er wolkenvelden met enkele buien maar tussendoor ook een paar opklaringen. Er waait een matige wind uit zuid tot zuidwest. De maxima variëren van 11 tot 16 graden. Donderdag is het bewolkt en regenachtig met maxima van 11 tot 15 graden.
Vrijdag en zaterdag is het overwegend droog en vooral zaterdag zijn er flinke perioden met zon. De middagtemperatuur stijgt dan naar waarden tussen 17 graden aan zee, rond 22 graden in het binnenland en lokaal 24 graden in de Kempen.
Bron Hln
We hebben er lang op moeten wachten, maar de weermodellen en dan met name GFS laten aankomende vrijdag de eerste 20 graden zien in Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. In het noordelijk deel van het land zal het ook een aangename dag worden met temperaturen die de 18 graden bereiken, mogelijk nog een graadje warmer. In het westen van het land wordt het niet warmer dan 13 a 14 graden. De laatste keer dat temperaturen van 20 graden (of hoger) gemeten werden dateert van 3 oktober 2010, toen werd er in De Bilt een maximum temperatuur gemeten van 22.3 °C. Ell noteerde die dag een maximum van 23.9 °C.
Zaterdag belooft het nog ietsje beter te gaan worden. De temperaturen kunnen dan in het binnenland de 23 graden gaan halen, zoals de berekeningen er nu voor staan. In de middag neemt de kans op een regen en onweersbuien toe. Echter is het maar van korte duur, zaterdagavond trekt een actieve storing ten westen van de Britse Eilanden noordoostwaarts. Het koufront passeert ons in de nacht naar zondag waarna we in de polaire lucht terecht komen. Zondag doet de temperatuur een stap terug en dan zullen de maximum temperaturen rond de 12 graden liggen, in het zuidoosten van het land kan de 17 graden nog gehaald worden.
©onweer-online
De zomer kondigt zich deze lente al vroeg aan. Zeer milde lucht stroomt de komende dagen over ons land uit. Met op zaterdag een naar verwachting voor de tijd van het jaar bijzonder warme dag. Dan komt de zon er ook weer goed bij. De eerstkomende periode gaat de zachte lucht nog gepaard met veel bewolking. Deze woensdag komt het wellicht tot de eerste zomerse klap onweer.
Steeds mildere lucht stroomt de komende dagen vanuit het zuidwesten binnen. Deze woensdag begon dat al. De voorste begrenzing ervan werd gevormd door een eerste dikkere band met bewolking en daaruit een paar eerste buien. Deze afbeelding is van 12.45 uur Nederlandse tijd. Weergegeven zijn een satellietbeeld (het grijs/witte) waarop vooral de dikste wolken opvallen, met daaroverheen de buienradar.
Zachte zuidwestelijke stroming door samenspel tussen hoge- en lage luchtdruk
De aanvoer van de warme, maar eerst ook vochtige lucht komt deze woensdag op gang en houdt tot op een groot deel van zaterdag aan. De motor achter dit alles wordt gevormd door een samenspel van twee weersystemen. Het eerste bevindt zich ten zuiden van Groenland en bij IJsland in de vorm van een flink lagedrukgebied. Ten tweede speelt een hogedrukgebied een belangrijke rol. Dat schuift op het moment van boven de Azoren Portugal en Spanje in. Ook hoger in de atmosfeer zien we hogedrukwerking, een zogenaamde hoogterug. Tussen deze twee hoofdsystemen in komt op dit moment een langgerekte zuidwestelijke stroming op gang. Dat gebeurt zowel aan de grond als, en dat is in de meteorologie en voor ons weerbeeld tenminste net zo belangrijk, hoog in de atmosfeer. Met deze wind wordt lucht van boven relatief zuidelijke en warme streken boven de oceaan aangevoerd.
De milde lucht wordt vanuit het zuidwesten aangevoerd van boven relatief zuidelijke gedeelten van de oceaan. De aanvoer is daardoor niet alleen zacht, maar ook vochtig. Hierboven het stromingspatroon op 5 kilometer hoogte, door het ECMWF-weermodel berekend voor donderdagmiddag. De zuidwestelijke stroming ontstaat door een samenspel tussen lagedrukwerking zuid van Groenland en hogedrukwerking die Zuidwest-Europa binnenschuift.
Milde lucht en vocht: veel bewolking, soms regenbuien, af en toe zwoel
Het resultaat: van oorsprong nog een stuk warmere lucht dan de afgelopen tijd, maar tegelijkertijd ook veel vochtaanvoer. Dat laatste merken we aan diverse dingen: er is meer bewolking, soms komt het tot regen(buien) en nu en dan voelt het enigszins zwoel aan. Als gevolg van het in verhouding koude Noordzee- en IJsselmeerwater gaat dit laatste - het gevoel van zwoelte - overigens minder op in de delen van het land waar de zuidwestenwind vrij direct van boven die wateren komt. En donderdag waait het zodanig stevig, dat dit de temperatuursbeleving ook landinwaarts anders maakt. Ook deze woensdag kan in zekere zin een bijzondere dag worden. Met het oplopen van de temperaturen deze middag intensiveren de verspreid over het land trekkende buien. Daarbij is plaatselijk zelfs een eerste zomerse klap onweer van 2011 mogelijk. Volg indien gewenst onze buienradar die ook eventuele bliksemontladingen weergeeft.
Weerbericht voor zaterdag bijzonder warm
De eerder genoemde hogedrukwerking probeert zeker in de bovenlucht zich de komende dagen alweer te melden met een uitloper richting onze omgeving, maar voet aan de grond krijgt ze aanvankelijk niet. Vrijdag verandert de situatie echter.
In de loop van vrijdag en zaterdag strekt de lagedrukwerking zich steeds zuidelijker uit, tot uiteindelijk voor de kusten van Portugal en Marokko. Aan de voorzijde draait de stroming naar een richting van boven Spanje, Portugal en Frankrijk. Daarmee wordt nog warmere en geleidelijk ook drogere lucht.
De lagedrukwerking van bij Groenland breidt zich naar het zuiden toe uit, tot helemaal ten westen van Portugal en Marokko. Aan de voorzijde ervan draait de bovenluchtstroming naar het zuiden. Nog warmere en bovendien een stuk minder vochtige lucht van boven Spanje en Portugal wordt daarmee rap onze kant op gestuurd. Vrijdag verbetert het weerbeeld vanuit het zuidwesten en komt regionaal de 20-gradengrens in zicht. Zaterdag lijkt vervolgens de echte topdag te worden, zie ook ons weerbericht. Het bij de lagedrukwerking behorende langgerekte koufront voor de Europese westkust begint echter te naderen, waardoor laat op zaterdag of op zondag via de Noordzee en België een stuk koudere lucht weer terrein wint.
Bron: Meteo Consult
Voor de warmte- en zonliefhebbers was de maand maart een ware verademing; eindelijk weer eens zon en steeds iets hogere middagtemperaturen. Na een gevoelsmatig vrij lange winter met vooral in december veel sneeuw en februari vrij somber weer werd door veel mensen enorm uitgekeken naar de lente. Dit seizoen begon in een groot deel van het land zeer gunstig met op de eerste dag meteen veel zon en op diverse plaatsen 15 graden. In Eindhoven en het Overijsselse Heino werd het op die 21e maart het warmst met 15,1 graden. Zaterdag 2 april, nog geen twee weken verder, wordt het op veel plaatsen in het land 20 tot 24 graden en wordt zelfs de eerste 25 graden van het jaar verwacht! Dat het zo vroeg in het voorjaar al zo warm wordt, is vrij uitzonderlijk, maar als we even terug gaan in de tijd, is het al wel eerder voorgekomen. In 1968 werd het namelijk op 29 maart voor het eerst ruim 25 graden, dus nog iets eerder in het seizoen. In zowel het Limburgse Venlo als het Noord-Brabantse Gemert rees het kwik de pan uit met 25,6 graden. Dat werd de vroegste zomerse dag ooit in Nederland gemeten, maar omdat beide stations geen ‘officiële’ status hebben, is deze dag niet specifiek terug te vinden in de boeken. In De Bilt werd het op diezelfde 29 maart 1968 namelijk ‘slechts’ 23,9 graden.
Morgen bevindt de warme lucht zich boven ons land, maar vanuit het westen nadert ons een koufront en dit trekt in de nacht naar zondag over ons land. De temperaturen komen dan weer iets lager uit.
Met een zuidelijde wind wordt deze warme lucht morgen onze kant opgeblazen en lokaal wordt het in het zuiden van ons eigen land dan alweer 25 graden!
Minder uitzonderlijk is het behalen van 20 graden in maart of april. In de gehele meetreeks sinds het begin van de metingen in 1901 kwam het alleen in maart al 16 keer voor, maar dan alleen maar in de tweede helft van de maand. In 1961 werd de vroegste ‘warme’ dag ooit behaald (een dag waarop het in De Bilt 20,0 graden of meer is). Op 17 maart kwam het toen in De Bilt precies tot 20,0 graden. In 1990 werd het ook op 17 maart 20,6 graden.
Aanvoer van warme lucht
Morgen, zaterdag 2 april, wordt hoogstwaarschijnlijk de eerste warme dag van dit jaar met in De Bilt 20,0 graden of meer en in het zuiden van het land wordt mogelijk zelfs de eerste zomerse dag met plaatselijk 25 graden. Die warme lucht wordt rondom een hogedrukgebied boven de Alpen met een zuidelijke wind bij ons aangevoerd. In het zuidwesten van Europa was het de afgelopen dagen al behoorlijk warm met in Spanje en Portugal ruim 25 graden, lokaal zelfs 27 graden. Deze warme lucht wordt zaterdag in een stroomversnelling naar het noorden, dus ook naar ons, geblazen. Met daarbij ook de hele dag flink wat zon, wordt het een prachtige en vooral warme lentedag. Pas in de avond neemt de bewolking langzaam toe.
Rondom een hogedrukgebied boven de Alpen steekt komende nacht bij ons een zuidelijke wind op en deze voert vanuit Zuidwest-Europa warme lucht bij ons aan.
In Spanje werd vandaag op veel plaatsen 25 tot 30 graden verwacht. In het Zuid-Spaanse Andujar was het rond de klok van enen vanmiddag al 29,7 graden.
De kuststrook
Zoals wel vaker in de lente wordt het in de kuststrook iets minder warm dan in de rest van het land. Reden daarvan is het nog relatief koude water van de Noordzee. Water warmt namelijk een stuk minder snel op dan land en met watertemperaturen van slechts 7 a 8 graden langs bijvoorbeeld de westkust is het verschil met het land vrij groot. De koudere lucht die vlak boven het zeewater hangt, mengt in zo’n situatie met de warmere lucht boven land en de temperatuur komt daar dan ook een paar graden lager uit dan in het binnenland.
Aan zee is het iets minder warm door het relatief nog koudere water van de Noordzee. Vanmiddag om een uur of één was het water op een willekeurige plek op de Noordzee 7,6 graden.
Koufront
Lang blijft deze warmte echter niet in ons land, want in de nacht naar zondag trekt vanuit het westen een koufront over ons land en de naam zegt het al: daarachter bevindt zich koudere lucht. Het kwik komt een dag later op veel plaatsen dan ook ineens weer bijna 10 graden lager uit en daarbij is het bewolkt en nat. En nee, dit is geen 1 aprilgrap!
Bronnen: Meteo Consult, KNMI, Rijkswaterstaat, MC Weerdagboek
Het is zaterdag fraai lenteweer met veel zon. Er waait een matige, aan zee een vrij krachtige zuidenwind. De maxima bedragen 20 graden aan de kust en in de Ardennen en 23 tot plaatselijk 25 graden in het binnenland. Aan het eind van de namiddag ruimt de wind naar het westen en meteen treedt vooral aan zee en in het westen een sterke temperatuurdaling op. Zaterdagavond zijn er wolken en opklaringen en plaatselijk komt een onweerachtige bui voor. In de nacht van zaterdag op zondag wordt het zwaarbewolkt met af en toe regen. De minima variëren van 8 tot 10 graden.
Zondag valt er vooral in het oosten van het land nog regen. Elders is het vrijwel droog met eerst nog veel bewolking, maar later opklaringen vanuit het westen. Er staat een zwakke tot matige noordwestenwind. De maxima gaan van 11 tot 14 graden. De komende week wordt licht wisselvallig weer verwacht. Opklaringen en wolkenvelden wisselen elkaar af, maar er zou weinig regen vallen. 's Nachts en 's ochtends is er wel kans op mist. De maxima bedragen eerst 10 tot 15 graden. Vanaf woensdag gaan ze iets hoger.
Bron: HLN | Gewijzigd: 9 februari 2017, 10:25 uur, door Joyce.s
Het voorjaar staat over het algemeen bekend om de temperatuurstijging en de toename van het aantal zonuren, maar ook grote temperatuurverschillen zijn karakteristiek voor deze periode van het jaar. Zo kan het in het noorden van Europa overdag nog vriezen, terwijl het in het zuiden van Spanje al ruim 30 graden is. Niet alleen op grote schaal zijn deze verschillen echter terug te vinden, ook binnen ons kikkerlandje komt dit voor.
Als we eerst naar het grotere geheel kijken, worden die verschillen in deze tijd ook al snel duidelijk. De waarden tussen Scandinavië en Spanje lagen gisteren zelfs ruim 45 graden uit elkaar met overdag in Lapland lokaal -16 graden en in Spanje al 30 graden. Ook zaterdag treedt tussen de beide landen een temperatuurverschil op van ruim 25 graden. In Lapland liggen de middagtemperaturen vandaag rond het vriespunt en daar vallen diverse sneeuwbuien, in het zuiden van Spanje wordt in de felle zon plaatselijk opnieuw 30 graden gehaald.
In het binnenland is het over het algemeen sneller warm in het voorjaar. Op de markt in Zutphen liepen dan ook al meerdere mensen met korte mouwen op straat. Foto: Carolien Bentink.
Binnenland en kust
Ook in Nederland zien we grote verschillen optreden. In deze tijd van het jaar komt het temperatuurverschil tussen de kust en het binnenland naar voren. Met het nog relatief koude zeewater in de buurt stokt de temperatuur in de kuststrook geregeld 5 tot 10 graden eerder dan in het binnenland. Land warmt namelijk veel sneller op dan water en dat geldt ook voor de lucht die er vlak boven hangt. Vooral bij een aanlandige wind, een wind die vanaf zee richting land waait (bijv. uit het westen) treden temperatuurverschillen op. Vandaag (zaterdag) waait echter een zuiden- tot zuidoostenwind; een aflandige wind. Dit houdt in dat de wind over het land naar de zee toe waait en de warmere lucht vanuit het binnenland ook de kust bereikt. Toch wordt de lucht door menging met de lucht van boven zee iets afgekoeld, maar de verschillen tussen binnenland en kust zijn dan iets minder groot.
Aan de kust is het nog iets frisser door het aanwezige en nog relatief koude zeewater. De strandtenten in Zandvoort zijn er echter klaar voor. Foto: John Dalhuijsen.
Dagelijkse gang
We hadden het net al even kort over het feit dat land sneller opwarmt dan water. Maar dat snelle opwarmen van het land heeft ook zogeheten ‘dagelijkse gang’ tot gevolg. De bodem wordt overdag warmer door instraling van de zon en koelt na zonsondergang weer af. Dit proces komt in het voorjaar geleidelijk op gang. Hoe gemakkelijker de ondergrond opwarmt des te groter het verschil in temperatuur tussen dag en nacht en des te groter de dagelijkse gang. Vooral in het voorjaar is het verschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur van een dag vaak het grootst. Het kan bijvoorbeeld in de nacht nog enkele graden vriezen, terwijl het kwik in de namiddag stijgt tot een graad of 18.
Snelle afwisseling
Een ander fenomeen dat in het voorjaar vaak optreedt, is het snelle afwisselen van mooie en minder mooie dagen. Ook dat zien we de komende dagen gebeuren. Vandaag is het zonnig en warm, maar in de loop van de avond en nacht schuift een storing het land in en deze ligt ook morgen – zondag – nog boven Nederland. Het is dan opeens bewolkt, vooral in het oosten en zuidoosten regenachtig en met nog maar 11 tot 14 graden een stuk minder warm dan vandaag. Op veel plaatsen treedt een temperatuurverschil op van ruim 10 graden binnen 24 uur. Maandag bevinden ons dan weer aan de achterzijde van die storing en breekt de zon weer door, maar dinsdag is het op passage van een front opnieuw bewolkt met wat regen. Typisch voorjaar dus.
Bron: Meteo Consult