Dit jaar wordt gemiddeld over de hele wereld een van de drie warmste sinds het begin van de systematische metingen in 1850. Dat heeft de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) onlangs bekend gemaakt.De wereldgemiddelde temperatuur lag dit jaar over de eerste tien maanden tot en met oktober zelfs op het hoogste niveau ooit gemeten. Op basis van voorlopige gegevens wordt het jaar 2010 waarschijnlijk ongeveer even warm wordt als 2005. In ons deel van Europa was het zowel aan het begin van het jaar als in de maand mei en de laatste weken koud voor de tijd van het jaar, zodat de jaargemiddelde temperatuur hier juist onder normaal gaat uitkomen.
Wetenschappers hadden een jaar geleden al voorspeld dat 2010 wel eens het warmste jaar in de metingen (sinds 1880) zou kunnen worden. Deze voorspelling was gebaseerd op twee factoren: de trend naar steeds hogere wereldgemiddelde temperaturen en de effecten van El Niño, een opwarming van het zeewater langs de evenaar in de Stille Oceaan. Sinds 1975 warmt de aarde gemiddeld ongeveer 0,17 graden op per tien jaar. Dit is grotendeels het gevolg van de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Deze trend wil niet zeggen dat de wereldgemiddelde temperatuur elk jaar iets hoger is dan het vorige jaar. Het ene jaar is het wat warmer dan de trendlijn, het andere juist wat kouder. De twee àdrie jaar na grote vulkaanuitbarstingen in de tropen is het wereldgemiddeld rond de 0,2 graden kouder, zoals in 1992 en 1993 na de uitbarsting van de Pinatubo op de Filippijnen.
Een andere belangrijke bron van schommelingen rond de trendlijn is El Niño. Zoals de naam ,,het Kerstkindje’’ al aangeeft piekt deze opwarming meestal rond Kerstmis. Zo’n drie tot zes maanden later is het effect op de wereldgemiddelde temperatuur het grootst. Dit komt voornamelijk door het verzwakken van de passaatwind boven de oceanen, waardoor er minder water verdampt. Hierdoor blijft het oppervlaktewater warmer. In 1998 was de wereldgemiddelde temperatuur veel hoger doordat El Niño zeer sterk was. El Niño was in 2009 ook relatief sterk, zodat al met vrij grote zekerheid voorspeld kon worden dat de eerste helft van 2010 warm zou zijn.Ook het weer is een belangrijke bron van kortdurende variaties in de wereldgemiddelde temperatuur. Vooral de wintertemperaturen boven Siberië en Canada kunnen van jaar op jaar flink verschillen. In het jaar 2008 bijvoorbeeld was de afwijking boven normaal minder groot dan de jaren er voor door een combinatie van La Niña en heel koud weer in Canada.
Jaargemiddelde wereldgemiddelde temperatuur 1880-2010. De waarde van 2010 is voorlopig: voor november 2010 zijn alleen eerste metingen van de maand gebruikt, voor december 2010 is aangenomen dat de temperatuur ongeveer gelijk zal zijn als die in december 2008 met een soortgelijke La Niña. De streepjes geven de onzekerheid aan. De groene lijn is een 10-jaars lopend gemiddelde. Bron: NASA/GISS
De wereldgemiddelde temperatuur lag dit jaar over de eerste tien maanden tot en met oktober zelfs op het hoogste niveau ooit gemeten. Op basis van voorlopige gegevens wordt het jaar 2010 waarschijnlijk ongeveer even warm wordt als 2005. In ons deel van Europa was het zowel aan het begin van het jaar als in de maand mei en de laatste weken koud voor de tijd van het jaar, zodat de jaargemiddelde temperatuur hier juist onder normaal gaat uitkomen. Wetenschappers hadden een jaar geleden al voorspeld dat 2010 wel eens het warmste jaar in de metingen (sinds 1880) zou kunnen worden. Deze voorspelling was gebaseerd op twee factoren: de trend naar steeds hogere wereldgemiddelde temperaturen en de effecten van El Niño, een opwarming van het zeewater langs de evenaar in de Stille Oceaan.
Sinds 1975 warmt de aarde gemiddeld ongeveer 0,17 graden op per tien jaar. Dit is grotendeels het gevolg van de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Deze trend wil niet zeggen dat de wereldgemiddelde temperatuur elk jaar iets hoger is dan het vorige jaar. Het ene jaar is het wat warmer dan de trendlijn, het andere juist wat kouder. De twee àdrie jaar na grote vulkaanuitbarstingen in de tropen is het wereldgemiddeld rond de 0,2 graden kouder, zoals in 1992 en 1993 na de uitbarsting van de Pinatubo op de Filippijnen.
Een andere belangrijke bron van schommelingen rond de trendlijn is El Niño. Zoals de naam ,,het Kerstkindje’’ al aangeeft piekt deze opwarming meestal rond Kerstmis. Zo’n drie tot zes maanden later is het effect op de wereldgemiddelde temperatuur het grootst. Dit komt voornamelijk door het verzwakken van de passaatwind boven de oceanen, waardoor er minder water verdampt. Hierdoor blijft het oppervlaktewater warmer. In 1998 was de wereldgemiddelde temperatuur veel hoger doordat El Niño zeer sterk was. El Niño was in 2009 ook relatief sterk, zodat al met vrij grote zekerheid voorspeld kon worden dat de eerste helft van 2010 warm zou zijn.Ook het weer is een belangrijke bron van kortdurende variaties in de wereldgemiddelde temperatuur. Vooral de wintertemperaturen boven Siberië en Canada kunnen van jaar op jaar flink verschillen. In het jaar 2008 bijvoorbeeld was de afwijking boven normaal minder groot dan de jaren er voor door een combinatie van La Niña en heel koud weer in Canada.
Bron: KNMI