Na een tijd van voorbereiding was het in September eindelijk zover. De expeditie naar Groenland werd een feit. Eerder hebben we hier al vooruitgeblikt naar de trip naar dit unieke stukje aarde. Nu blik ik graag met u terug.
Het reisgezelschap bestond naast collega’s uit de mediawereld, waaronder Helga van Leur, ook uit enkele ondernemers. De eerste ontmoeting vond plaats in een hotel in Kopenhagen. Na distributie en uitleg over al het expeditiemateriaal (grote rugzak met slaapzak, expeditiekleding etc), het welkomstdiner en een inleidende presentatie van mij, was het woord aan de Deense onderzoeker Dr. Gudfinna Adalgeirsdottir, van het Deense Meteorologische Instituut (DMI). Zij gaf een boeiende presentatie over de relatie tussen klimaatverandering en het smeltgedrag van de Groenlandse ijskap. En illustreerde een en ander aan de hand van ondermeer spectaculair videomateriaal van de snel afkalvende Jacobshaven gletsjer, in het westen van Groenland. Zij legde uit, dat het versneld smelten van deze enorme ijsrivier niet alleen komt door de warmere lucht die erover strijkt, maar zeer zeker ook heeft te maken met warmer zeewater dat zich onder de tong van ijs wurmt.
Uitleg in Kopenhagen
Donderdag vliegen we naar Kangerlusuac, waar we, mede vanwege het tijdsverschil van 4 uur, tijdig aankomen. Vanwege het karakter van deze expeditie, namelijk bewustwording rondom klimaatverandering, spreekt het voor zich dat de hele expeditie en dus ook de vliegreizen worden gecompenseerd door tropisch bos aan te planten. Aanplant van tropisch bos is de meest duurzame manier om extra CO2 uitstoot te compenseren.
Op het kleine vliegveld van het nog veel kleinere dorp (500 inwoners) is wel royaal ruimte voor de enige Airbus die Air Greenland rijk is. Vervolgens maken we kennis met onze ijsgids. Van oorsprong afkomstig van IJsland, en tegenwoordig 200 dagen per jaar actief als ijsgids!
Een fourwheeldrive busje brengt ons over de langste weg van Groenland (in totaal meet de weg 30 km, wij rijden vanaf Kangerlusuac de 20 kilometer oostwaarts) naar de rand van de ijskap. Officieel heet de locatie waar we worden afgezet Point 660. Omdat de ijskap hier op 660 meter boven zeeniveau ligt. Even later staan we aan de rand van een gigantische ijsvlakte die reikt zover het oog kan zien. Met bepakking en twee sledes trekken we te voet het bevroren landschap in. Er ligt zo’n 5 centimeter dooiende sneeuw op de ijsmassa waardoor het lopen soms knap lastig en verraderlijk is. Het is een graad of 6 met een waterig zonnetje.
Basiskamp bij avondlicht
Na een fascinerende wandeling bepaalt de ijsgids de plek, waar we ons kamp gaan maken. Na flinke bedrijvigheid genieten we twee uur later van dampend hete koffie, in het fletse licht van de ondergaande zon. Om ons heen geven vijf tentjes de wit-blauwe ijsvlakte wat extra kleur.
In de nacht wordt er redelijk geslapen. Kou wordt er in ieder geval niet geleden. Ons materiaal kan met gemak diepvriestemperaturen van -20 graden aan. dat is het bijn lange na niet. Sterker nog, er valt enige tijd regen, maar de volgende ochtend ligt er ook weer een beetje sneeuw op het ijs. De felle zon jaagt ons tijdig uit de tent. Het ontbijt smaakt prima en vandaag staat een ijswandeling op het programma. Onder onze bergschoenen bevestigen we crapons. Dit zijn ijzers waarmee je veilig over het ijs kunt lopen. De wandeling is oogverblindend mooi en voert over een verbazingwekkend heuvelachtig ijslandschap. Nog het beste te vergelijken met een landschap van zandduinen, maar dan dus van wit en vaak ook blauwachtig ijs. Sommige duinen zijn tientallen meters hoog. Volgens de gids was de ijskap 10 jaar geleden nog vlak. Toen werd er zelfs een parcours uitgezet voor het testen van auto’s!. Dat zou nu nooit meer kunnen. Door het steeds sneller smelten en bewegen verandert de aard van de ijsmassa dus ingrijpend. Na de lichte vorst van de nacht is het ijs eerst hard. Het kraakt flink onder de crapons. Maar door de felle zon gaat er op steeds meer plaatsen water over het ijs stromen. In de middag stromen er blauwe beken tot wel 5 meter breed door de steile dalen van de ijs-duinen.
Gapende gat van een moulin
Op tal van plaatsen verdwijnt het smeltwater in diepe gapende blauwe gaten in het ijs. Deze gaten, zogenaamde moulins, zijn op dit deel van de ijskap meer dan honderd meter diep. Het is een onderdeel van het afvoersysteem van de ijskap. Met hulp van de gids kijken we over de rand in de peilloze diepte. Alleen het laten vallen van een blok ijs verraadt iets van de diepte van deze geheimzinnige gaten. De gids probeert ons wijs te maken, dat de ijskap hier per jaar 10 meter dunner wordt. We zijn moeilijk te overtuigen voor deze schijnbare enorme overdrijving, maar als we in de namiddag terugkomen bij de tenten, staan die zo een 2 tot 4 centimeter boven het ijs. Nog niet volledig overtuigd door dit bizarre feit, zet het ons wel aan het denken.
Bron Meteo-Consult | Gewijzigd: 4 oktober 2010, 21:29 uur, door MarkNL