Het maken van een juiste temperatuursverwachting is af en toe een lastige klus voor de meteorologen in de weerkamer. De eigenschappen van de aangevoerde luchtsoort is daarbij heel belangrijk, want daarmee kan een meteoroloog al een eerste gok maken. Vandaag gaan we dieper in op luchtsoorten en de daarbij behorende temperaturen. We richten ons daarbij uiteraard op het najaar, een periode in het jaar waarbij de eigenschappen van bepaalde luchtsoorten snel verandert.
Luchtsoorten
De temperatuur en vochtigheid zijn per locatie op de aarde verschillend. Zo is het bij de poolstreken veel kouder dan nabij de tropen en zo zal de luchtvochtigheid in de nabijheid van zee over het algemeen hoger zijn, dan op enkele duizenden kilometers afstand vanaf zee. Als een luchtmassa op een gegeven moment door een opstekende wind op transport wordt gezet, kan de eigenschap ook nog veranderen.
De belangrijkste luchtsoorten
Er zijn vier belangrijke brongebieden van luchtsoorten. Kijken we naar de temperatuureigenschappen dan onderscheiden we de volgende luchtsoorten. De warme varianten zijn de Equatoriale lucht, te vinden rondom de evenaar en de (sub)Tropische lucht afkomstig uit de subtropen (denk daarbij aan de regio rond de Azoren). De koudere varianten zijn de Polaire lucht, afkomstig vanaf gematigde breedte (50 à60ste breedtegraad) en de Arctische lucht die soms komt afzakken vanaf de poolstreken. Equatoriale lucht zal onze omgeving nooit bereiken en Arctische lucht, zal tijdens de zomermaanden in de onderste luchtlagen transformeren tot een meer polaire luchtmassa.
De herkomst van de 6 belangrijkste luchtsoorten. De maritieme varianten voeren hun luchtmassa's aan over zee terwijl bij een continentale aanvoer de lucht over land wordt aangevoerd.
Dezelfde kaart maar dan met de temperaturen die over het algemeen worden gemeten bij de verschillende luchtsoorten (dat kan per situatie namelijk nog fors afwijken). De hoogste temperaturen kunnen we verwachten bij een aanvoer over land. Het wordt dan rond 26 graden. Arctische lucht zal onderweg richting ons land in de onderste luchtlagen opwarmen waardoor de luchtmassa meer en meer de eigenschappen krijgt van polaire lucht, zeker als we ons beperken tot de temperatuur van de lucht.
Als lucht direct over een landoppervlak wordt aangevoerd, spreken we van continentale aanvoer terwijl een aanvoer vanaf zee als de maritieme variant wordt aangeduid. In Nederland hebben we te maken met in totaal acht luchtsoorten. Ze staan links van het verhaal in een overzichtskaartje. Over het algemeen bevinden we ons in maritiem polaire of maritiem tropische lucht. Bij beide luchtsoorten is de invloed van het zeewater groot. De van oorsprong warme subtropische lucht, afkomstig van de Atlantische Oceaan, zal onderweg iets afkoelen, maar tot ons land zijn relatief warme karakter behouden. De Polaire lucht van maritieme oorsprong zal boven het zeewater juist iets opwarmer. Zolang de wind in ons land van zee waait zullen extremen over het algemeen uitblijven.
Veel minder vaak is er in onze omgeving sprake van continentaal tropische lucht of polaire lucht van continentale oorsprong. Beide luchtsoorten worden namelijk aangevoerd vanaf het continent en over het algemeen waait in ons deel van Europa de wind vanaf zee. Als dat even niet het geval is, dan kan bij die continentale aanvoer de temperatuur in het zomerhalfjaar fors oplopen. In de winter is de polaire aanvoer behoorlijk koud terwijl de tropische variant ook dan nog altijd geen vrieskou zal veroorzaken.
De minst voorkomende luchtsoort is de Arctische aanvoer. Dit heeft te maken met de lange afstand die de poollucht moet afleggen richting ons land. In de (hoog)zomer zal de koude poollucht, op weg naar Nederland transformeren tot Continentaal Polaire lucht en Maritiem Arctische lucht zal boven de Atlantische Oceaan en de Noordzee ook de meeste koude eigenschappen verliezen waardoor we bij een noordelijke aanvoer in de zomermaanden te maken hebben met Maritiem Polaire lucht. Het gaat hier dan vooral om de onderste lagen van de atmosfeer. Op enkele kilometers hoogte zal Arctische lucht zijn koude eigenschap behouden. Het gevolg is dat bij luchtmassa’s afkomstig van de poolstreken, in de zomermaanden gemakkelijker buien tot ontwikkeling komen. Het verticale temperatuursverschil is namelijk veel groter dan bij de iets warmere variant; de polaire luchtmassa.
Temperaturen in september bij de verschillende luchtsoorten. Nazomerweer met kwikstanden ver boven de 20 graden kunnen we verwachten bij een aanvoer vanaf het continent. Vooral begin september is de polaire variant nog aan de warme kant.
De laagste temperaturen in de winter zijn te verwachten bij een aanvoer van Polaire of Arctische lucht over het continent. De Arctische lucht is overigens net iets minder koud doordat de lucht een heel klein beetje kan opwarmen boven de Oostzee. Ook dit zijn gemiddelde waarden want bij een oostenwind is het soms ook veel kouder dan 0 of -1 graad.
Een eerste gok
Als een meteoroloog weet waar de aangevoerde lucht vandaan komt, kan hij al een eerste gok wagen voor wat de temperatuur. Zo zal tijdens de wintermaanden bij een aanvoer van Maritiem Tropische lucht de temperatuur over het algemeen niet onder nul komen. Bij aanvoer van Arctische lucht over het continent in hetzelfde jaargetijde is het de vraag of het kwik überhaupt boven nul komt. We hebben al eerder gezien dat bij een continentale aanvoer de temperatuur in de zomer behoorlijk hoog kan uitkomen, terwijl de temperatuur in de wintermaanden juist ver onder normaal uitkomt.
Verandering van luchtsoorten in het najaar
In het najaar zien we bij een aflandige aanvoer een zeer snelle verandering optreden. Bij een oostelijke wind in september komt de temperatuur, zeker in de eerste helft van de eerste herfstmaand nog royaal boven de twintig graden uit. Eind september, maar zeker in oktober is de eigenschap van een continentale luchtmassa totaal anders. In oktober is het met 12 of 13 graden wel bekeken en in november blijft het in uiterste gevallen al een heel etmaal vriezen. Het verschil tussen september en november bij Continentaal Polaire lucht bedraagt zo’n 18 graden. Bij de maritieme aanvoer is het verschil slechts een graad of 8. De continentale lucht kan zo snel afkoelen doordat de zon steeds lager boven de horizon komt te staan. De lucht kan daardoor minder snel opwarmen. Tijdens de steeds langer wordende nachten koelt het steeds verder af en uiteindelijk kan de zon het verlies aan warmte tijdens de dagperiode niet meer goed maken.
De komende dagen hebben we te maken met Continentaal Polaire lucht, een niet al te warme luchtsoort in deze tijd van het jaar. Bewolking voorkomt tijdens de nachten regelmatig een snelle afkoeling, maar klaart het tijdens de nacht even goed op, dan komt het kwik landinwaarts soms lager dan vijf graden. Ook afgelopen nacht was dat het geval toen in Twente een minimumtemperatuur van 3,6 graden werd gemeten. Direct boven het maaiveld was het met +0,5 graden nog een stukje kouder. Overdag komt de temperatuur de eerst komende dagen niet hoger dan 14 à15 graden en daarmee is het slot van de eerste herfstmaand alles behalve nazomers.
Eind van de week steekt er een zuidwestenwind op en krijgen we te maken met de aanvoer van Maritiem Polaire lucht. De temperatuur gaat dan iets omhoog en ook de frisse nachten behoren dan tot het verleden. Dat laatste komt ook doordat er veel bewolking onze kant op komt. Is het dinsdag en woensdag overwegend droog, aan het eind van de week komen met de vochtige zeelucht ook een aantal regenstoringen richting ons land.
Bron: Meteo Consult