Nadat op 1 september al de meteorologische herfst begonnen is begint nu ook de astronomische herfst. Het astronomisch begin van de herfst wordt door de stand van de aarde ten opzichte van de zon bepaald. De zon staat op 23 september 's middags nu loodrecht over de evenaar, dag en nacht zijn daarom op de hele aardbol even lang. De komende maanden worden de dagen op het noordelijk halfrond korter en gaat de zon lager aan de hemel staan, terwijl de dagen in het zuidelijk halfrond juist langer worden. Daar is het nu lente, terwijl het noordelijk halfrond de komende maanden door de steeds korter wordende dagen verder afkoelt.
Bron: WeerDirect - 23 september en 22 maart zijn de enige dagen waar dag en nacht op de hele aardbol even lang zijn.
Weer vaak nog aangenaam
Het weer is op het astronomisch begin van de herfst vaak nog aangenaam, ook warme of zelfs zomerse temperaturen zijn nog goed mogelijk. Dat komt omdat de atmosfeer maar langzaam afkoelt en ook de oceanen zijn na de zomer nog betrekkelijk warm, waardoor het bij ons ook met een noordenwind nog niet echt koud kan worden. In het astronomisch begin van de lente op 22 maart is dat juist andersom: Dan is het zeewater juist nog erg koud en gure perioden met maartse buien en pittige nachtvorsten zijn heel normaal, dan zijn de warme perioden met zon en temperaturen ruim boven de 20 graden een echte uitzondering. Deze "late" reactie van de atmosfeer op de zonnestand is overigens ook in de zomer en winter te merken: de warmste dagen van het jaar worden in de allermeeste gevallen in juli of augustus gemeten hoewel de hoogste zonnestand op 21 juni is, de koudste dagen van het jaar liggen in de meeste winters ergens in januari of begin februari, terwijl de dagen na de winterzonnenwende op 21 december dan allang weer langer worden.
Bron: WeerDirect - Sneeuw hoeven we nog niet te vrezen, maar komende week zou wel eens de eerste nachtvorst op veel plaatsen een feit kunnen zijn. Komend weekend wordt het na de passage van een lagedrukgebied met een noordenwind gevoelig kouder.
Momenteel koelt de atmosfeer in het hoge noorden snel af, in Sibirië vriest het in de nachten al 5 tot 10 graden (wat daar heel normaal is in september), en het noordpoolijs is over zijn jaarlijkse minimum heen en begint nu weer langzaam te groeien. Dit jaar lag het minimum iets boven de recordwaarde van 2007. Gelukkig is het dramatische tempo van het afsmelten van het zeeijs sinds 2007 voorlopig gestopt, maar het is wel zo dat de hoeveelheid ijs in het noordpoolgebied zorgwekkend klein blijft.
Bron: IJIS - Actuele stand van het arctische zeeijs. Het minimum van dit jaar (rode lijn) behoort tot de laagste standen ooit gemeten, maar het record van 2007 werd (ruim) niet bereikt.
Over winter valt nog weinig te zeggen
Zoals elk jaar komen sommige weerbureau's al vroeg met de eerste winterverwachtingen. Eigenlijk te vroeg, want over deze winter valt nog weinig te zeggen. Puur statistisch gezien is de kans op een normale of te zachte winter na twee te koude winters op een rij duidelijk verhoogt maar dat hoeft niks te betekenen; een nog steeds lage zonne-activiteit en een eigenlijk al het hele jaar te zwakke zonale stroming met veel geblokkeerde of meridionale stromingspatronen zijn wederom aanwijzingen voor een koude winter. Over de rol van zeestromingen zoals La Nina en de Golfstroom voor het weer in Europa zijn experts het niet eens en in het internet doen soms avontuurlijke verhalen de ronde, ook over de betekenis van de hoeveelheid aan bepaalde vruchten (beukennootjes...) of het gedrag van dieren gaan de meningen sterk uiteen. De winterverwachtingen die tot nu toe gepubliceerd zijn lopen in elk geval sterk uit elkaar, van een te zachte en natte winter tot de recordwinter van de eeuw met strenge kou zit alles ertussen, een duidelijke aanwijzing dat verwachtingen die zo vroeg gemaakt worden niet serieus te nemen zijn.
Bron WeerDirect
Na het begin van de meteorologische herfst op 1 september, is sinds vandaag (donderdag 23 september) 05:09 uur ook volgens de astronomische kalender de zomer voorbij. Het weer lijkt zich daaraan te conformeren. De komende dagen wordt het namelijk minder fraai dan eerder deze week. Maar wat is de reden voor deze omslag en hoe gaat het er precies uitzien?
Veel mensen vragen zich af waarom meteorologen en astronomen verschillende kalenders hanteren als het om seizoenen gaat. De uitleg hiervan is eigenlijk simpel. Sterrenkundigen houden vooral rekening met de stand van de zon ten opzichte van de aarde. De herfst en de lente beginnen als de zon loodrecht boven de evenaar staat. Voor winter en zomer geldt een positie recht boven respectievelijk de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring. Beide breedtecirkels liggen op 23,5 graden afstand van de evenaar.
De temperaturen waren hierbij aangenaam en ook vandaag (donderdag) is dat op veel plaatsen nog het geval.
Deze seizoenswisselingen vinden plaats rond de 21e dag van de maanden maart, juni, september en december. De exacte tijden verschillen echter. De reden hiervoor is dat een jaar niet precies 365 dagen duurt en we soms een schrikkeljaar nodig hebben om het verschil te corrigeren. Voor meteorologen is het echter belangrijk dat seizoenen op vaste tijdstippen beginnen en eindigen. Dit heeft vooral met de statistiek te maken. Daarom beginnen de seizoenen voor hen op de eerste dag van de maanden maart, juni, september en december.
Veranderingen in het drukpatroon
De afgelopen paar dagen konden wij genieten van prachtig nazomerweer. Op het moment van schrijven komt daar verandering in. Een trog (ofwel een uitloper van een lagedrukgebied) bevindt zich boven het westen van het land en veroorzaakte daar vanochtend al enkele buien. Die storing trekt later verder oostwaarts en wordt al snel gevolgd door een koufront. Niet alleen krijgt de rest van Nederland hierdoor te maken met regen- en onweersbuien. Ook gaat het stromingspatroon op de schop.
Hier ziet u de weerkaart van vandaag. Het lagedrukgebied en de storingen schuiven de komende dagen bij ons vandaan.
Hierdoor gaat een hogedrukgebied boven de Noordzee het weer voor een groot deel bepalen. De weerkaart die u hier ziet is die van aanstaande zondag. Hierop is de noordoostelijke stroming te zien. Hierdoor worden vrij veel wolkenvelden aangevoerd.
Daarnaast gaat de temperatuur een stuk omlaag.
Het lagedrukgebied dat aan de wieg van deze storingen staat, verplaatst zich namelijk vanaf de Britse eilanden richting het noorden van Scandinavië. Een hogedrukgebied, dat nu nog bij IJsland ligt, kan hierdoor zuidwaarts afzakken. Dit systeem komt uiteindelijk boven de Noordelijke Noordzee terecht en wij liggen aan de flanken ervan. Het gevolg is dat de warme zuidenwind plaats moet maken voor een wind uit noord en later noordoost. Hiermee wordt aanmerkelijk koelere lucht aangevoerd en dat is te merken aan de temperatuur. Het wordt vanaf het weekeinde niet warmer dan een graad of 15.
Veel bewolking, maar weinig neerslag
Neerslag valt er overigens vooral vanavond, vannacht en morgenochtend. Onder invloed van het eerder beschreven hogedrukgebied blijft het daarna op de meeste plaatsen droog. Helemaal heer en meester is dat mooiweergebied overigens niet. Een lokale bui valt niet uit te sluiten en dat heeft alles te maken met de situatie in de bovenlucht. Er ligt namelijk een bel met koude lucht boven ons land, die afkomstig is uit het noorden. Deze zogenaamde bovenluchttrog weet soms zelfs uit te groeien tot een zelfstandige koude put. Een dergelijke opbouw van de atmosfeer maakt de lucht onstabiel. Koude lucht is immers zwaarder dan warme lucht. Hierdoor stijgen er gemakkelijk luchtbellen omhoog, die op grotere hoogte afkoelen en condenseren. Dit is de reden dat het niet overal droog blijft.
Ons land komt er dan nog relatief goed vanaf. Rondom de Middellandse Zee wordt de komende vijf dagen veel meer neerslag verwacht.
Wie overigens denkt dat dit overwegend droge weer vergezeld wordt door veel zonneschijn, komt bedrogen uit. Aan de flanken van het hogedrukgebied komt de wind uit noord en later noordoost. Met een dergelijke stroming wordt vochtige lucht vanaf de Noord- en de Oostzee aangevoerd. Het gevolg is dat er vrij veel wolkenvelden zijn en de zon zich maar af en toe laat zien.
Middellandse Zee wisselvallig door zuidelijke straalstroom
Opmerkelijk aan de bovenluchtkaarten is overigens niet alleen de bovenluchttrog of de koude put in onze omgeving. Meer westwaarts zien we duidelijk een bovenluchtrug liggen. Ten westen hiervan splitst de straalstroom zich in een noordelijke en een zuidelijke tak.
Helemaal droog blijft het niet. Onder invloed van een bovenluchttrog of een koude put kan er vanaf zaterdag lokaal een bui vallen. Verder ziet u op deze bovenluchtkaart duidelijk de splitsing van de straalstroom.
Het zuidelijke deel van de straalstroom ligt bijzonder zuidelijk voor deze tijd van het jaar. Storingen zullen ons land dan ook even niet aandoen, maar veroorzaken in de landen rondom de Middellandse Zee redelijk onbestendig weer. Er trekken hier geregeld buiengebieden voorbij. Zonovergoten is het dan ook niet meer overal en in de neerslag pakt de temperatuur een stuk lager uit.
Bron: Meteo Consult.
Volg me ook op twitter: https://twitter.com/#!/PhotographyMvA
En like me op facebook: http://www.facebook.com/MaximVanAsseldonkPhotography