De Mexicaanse klimaatambassadeur Luis Alfonso de Alba doet er alles aan om de verwachtingen over de klimaattop eind november in het Mexicaanse Cancún, te temperen. De klimaattop vorig jaar in Kopenhagen is volgens hem als fiasco betiteld omdat de verwachtingen te hoog waren. In Kopenhagen is volgens De Alba wel degelijk succes geboekt, maar omdat de top vooraf werd gegaan door een maandenlange hype, waren de verwachtingen over de uitkomst onrealistisch. De Alba wil voorkomen dat het in Cancún op dezelfde manier gaat. Liever wil hij zich richten op specifieke doelen die haalbaar zijn en de basis kunnen vormen voor een meer ambitieus, wettelijk bindend verdrag over een aantal jaren. "Voorafgaand aan Kopenhagen waren de meeste onderhandelaars zich ervan bewust dat een bindende uitkomst nog ver weg was", zegt hij. "Toch gingen we naar de top met de verwachting dat dat ene verdrag er zou komen", zei hij vrijdag in Washington tegen verslaggevers. Maar hoe lang gaat het dan duren voordat dat verdrag er wel is? "Sommige landen denken volgend jaar in Zuid-Afrika", zegt Eliot Diringer, vice-voorzitter voor internationale strategie van het Pew Centre on Global Climate Change. "Wij denken dat het veel langer gaat duren. In het algemeen is er meer gevoel voor pragmatisme bij de onderhandelingen en een erkenning van het feit dat we dit jaar geen bindend verdrag zullen krijgen."
Transparantie.
"Wachten tot na Zuid-Afrika wil niet zeggen dat er niets gebeurt", zegt De Alba. Hij wijst op een aantal concrete besluite die genomen kunnen worden in Cancún en die niet afhankelijk zijn van een wettelijk bindend verdrag. In de voorbereiding van de top richt De Alba zich vooral op financiën en transparantie. Hij noemt Cancún een succes als er een overeenkomst komt waarin de afspraken van Kopenhagen bevestigd worden en onderhandelaars naar huis gaan met specifieke actiepunten die direct uitgevoerd kunnen worden. Klimaatverandering vraagt om een stappenplan en tijdlijn, zegt hij. Eén van de stappen is volgens hem om ervoor te zorgen, dat rijke landen hun financiële beloften nakomen. Om dat te bereiken, zette de Nederlandse overheid in samenwerking met Mexico en internationale organisaties, een website op. Op de site is te vinden hoeveel geld landen hebben toegezegd, hoeveel ze daadwerkelijk hebben uitgegeven en waar dat geld naartoe gaat. De site is te vinden op www.faststartfinance.org. Momenteel worden alleen de bijdragen van de Europese Unie, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Noorwegen en Groot-Brittannië gevolgd. De Alba verwacht echter dat de Verenigde Staten binnenkort ook mee zullen doen aan het project.
Infrastructuur.
In het niet-bindend akkoord van Kopenhagen beloofden rijke landen 30 miljard dollar aan ontwikkelingslanden voor 'fast start financing' in de periode 2010-2012. Ontwikkelingslanden kunnen geld gebruiken om maatregelen te nemen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Financiering op lange termijn is echter ook nodig, evenals een institutioneel raamwerk waarbinnen besloten kan worden welke projecten in welke landen geld krijgen. Ook zonder bindend verdrag kan de "infrastructuur" van een wereldwijd klimaatsysteem opgebouwd worden en kunnen landen daaraan langzaam wennen, legt Diringer uit. "Voor ons zou een set besluiten over de opbouw van de architectuur al een succes zijn", zegt hij. Financiën en transparantie - om meer vertrouwen tussen landen te creëren - zijn daarbij de belangrijkste thema's. "Als we daarover overeenstemming bereiken, kunnen we ook verder op andere terreinen."
Bron: Mondiaal Nieuws | Gewijzigd: 24 april 2017, 13:21 uur, door Joyce.s