Wind is er vrijwel altijd. Momenten zonder een zuchtje wind, wanneer de lucht niet beweegt, zijn zeldzaam. In De Bilt is de wind jaarlijks gedurende ongeveer 5 procent van de tijd stil of vrijwel stil. Aan zee is dat minder dan 1 procent van de tijd. Wind is het resultaat van krachten in de atmosfeer die beweging van lucht veroorzaken. Het ontstaan van wind hangt eenvoudig omschreven samen met gebieden van hoge en lage luchtdruk en de verschillen in luchtdruk die daardoor optreden. Hoe groter de drukverschillen over bepaalde afstanden, hoe harder het waait. Zo trachten de drukverschillen zich op te heffen.
De wind wordt echter voortdurend afgeremd door wrijving met de aarde. Ondanks die tegenwerkende wrijvingskracht staat er vaak een flinke wind. Kennelijk spelen ook andere krachten een rol. De belangrijkste voor het ontstaan van wind is de zwaartekracht, de aantrekkingskracht van de aarde. Lucht gedraagt zich net als water dat door de zwaartekracht het laagste punt opzoekt. Denk maar aan waterplassen die spelende kinderen zo graag op het strand maken. Het water kan zich door verbindingskanalen die ze maken een weg banen naar het laagste punt. Zo zal ook koude lucht, die zwaarder is dan warme lucht, omlaag bewegen. De lichtere warmere lucht heeft juist de neiging om op te stijgen.
Het stijgen van warme lucht en dalen van koude lucht is eenvoudig gesteld wat er gebeurt bij de vorming van een lagedrukgebied. De hele luchtlaag komt hierbij lager te liggen net als water dat omlaag stroomt. De warmte komt uit de (sub)tropen in het zuiden en de kou uit de poolgebieden in het noorden. Waar deze luchtsoorten elkaar ontmoeten leiden de verschillen in temperatuur tot verschillen in luchtdruk. Die leiden op hun beurt tot de krachtige winden die depressies vergezellen. De winden bij de depressie verkleinen zo het temperatuurverschil tussen de tropen en de polen. Een proces dat altijd doorgaat en de weermachine draaiende houdt.
Bron KNMI