Er doet zich morgen een opmerkelijke weerssituatie voor. Op veel plaatsen is ons land krijgt men te maken met buien. Er is echter een strook in Nederland waar het allemaal reuze meevalt. De exacte positie van die zone is echter nog moeilijk vast te stellen. De weersverwachting voor morgen (donderdag) bevat enige onzekerheden. In het noordoosten is het bewolkt en regenachtig. Boven het zuiden en westen van het land worden bewolking met regen- en onweersbuien verwacht. Die buien zullen zich gedurende de dag iets naar het noordoosten verplaatsen.
Hier ziet u de 24-uurlijkse neerslagberekening van het Europese model. De gebieden in het noordoosten, zuiden en westen van Nederland zijn duidelijk terug te vinden. Tussen die neerslagzones in, is echter ook een strook waar het beduidend minder nat is.
Stijgende luchtbewegingen
Tussen deze twee neerslaggebieden in ligt een strook die er een stuk beter vanaf komt. Daar wordt overwegend droog weer verwacht, met vooral in de ochtend ook nog wel enige zonneschijn. We zullen u proberen uit te leggen waarom het op die plek meevalt en waarom het moeilijk is om aan te geven waar die zone precies komt te liggen.n Voor de vorming van neerslag zijn er stijgende luchtbewegingen nodig. Vanaf de grond stijgen bellen met vochtige lucht op. Op grotere hoogte in de atmosfeer koelen deze af. Omdat koelere lucht minder vocht kan bevatten, neemt de luchtvochtigheid in de luchtbellen toe en komt het na verloop van tijd tot condensatie. Daarmee zijn bewolking en eventueel ook neerslag een feit.
What goes up, must come down
Het stijgen van de lucht moet echter wel gecompenseerd worden. Als er op de ene plaats luchtbellen opstijgen, moeten er elders dalende luchtbewegingen zijn. En dat is nou precies wat er tussen de twee neerslaggebieden aan de hand is. Bij het dalen van luchtbellen, doet zich het tegenovergestelde proces voor van bij stijgende luchtbewegingen. Het weer wordt niet slechter, maar juist beter. Op hun weg naar de aarde worden de luchtbellen warmer. Hierdoor wordt de luchtvochtigheid lager en droogt de lucht uit. Luchtbellen die in een eerder stadium gecondenseerd waren, verdampen. De vorming van neerslag wordt dus tegen gewerkt en de bewolking lost op.
De weerkaart van morgen ziet er complex uit. We liggen tussen verschillende druksystemen in.
Kleine verschuiving geeft groot verschil
Wij hebben al diverse keren beschreven dat het moeilijk is om de ligging van de zone die morgen beter weer heeft aan te geven. Hiervoor zijn eigenlijk meerdere redenen. Ten eerste is Nederland een klein land. Als de zone 50 meter noordelijker of zuidelijker komt te liggen dan de modellen aangeven, dan geeft dit voor ons land grote verschillen. Voor een model is zo’n afstand echter niet noemenswaardig. Daarnaast zijn niet alle modellen zo fijnschalig dat ze een dergelijk gebied goed in de vingers hebben. Nu is het echter de vraag of een model met een hogere resolutie ook daadwerkelijk beter is dan een grofschaliger model.
De synoptische situatie (de ligging van de verschillende druksystemen) is zo complex, dat een grover model wellicht beter is in het berekenen van de algemene weerssituatie dan een klein model dat zich veel meer (en misschien wel teveel) bezig houdt met de details. De ervaring leert bijvoorbeeld dat modellen met een lagere resolutie de bovenluchtstroming beter in de smiezen hebben dan de modellen met een hogere resolutie. En de modellen met die hoge resolutie worden voor een deel vaak ook gevuld met data uit de modellen met een lagere resolutie.
De twee hogedrukgebieden proberen samen te smelten tot één langgerekte zone van hoge luchtdruk. Dit wordt door de bovenluchttrog uiteindelijk tegengewerkt. Daarnaast kan er in onze omgeving een koude put ontstaan.
Complexe synoptische situatie
De synoptische situatie is momenteel zo moeilijk omdat er veel dingen tegelijk gebeuren en soms werken die elkaar tegen. Ten eerste hebben we te maken met een bovenluchttrog. Er bestaat zelfs een kans dat er in onze omgeving een echte koude put ontstaat. Als we naar de grondkaarten kijken, dan liggen wij in een niemandsland tussen verschillende druksystemen in. Lagedrukgebieden bevinden zich ten (zuid)oosten en noordwesten van Nederland en hogedrukgebieden ten noordoosten en ten zuidwesten van ons. Die hogedrukgebieden proberen de komende dagen samen te smelten tot een uitgestrekte hogedrukzone, maar dit wordt tegengewerkt door de bovenluchttrog (en straks misschien wel die koude put).
Al met al veel onzekerheden. Het enige dat we zeker weten is dat er een gebied met bewolking en regen noordoostwaarts opschuift, dat er daarachter een gebied is waar gemakkelijk buien ontstaan en dat het tussen die systemen in reuze meevalt.
Bron: Meteo Consult.