Langzaam glijden we het seizoen binnen waarin mist een grotere rol gaat spelen. De nachten worden langer, de temperaturen lager en de Noordzee en onze binnenwateren staan na het zomerseizoen behoorlijk te dampen. Dit levert geregeld prachtige ochtendplaatjes op en de goede verstaander voelt dat de herfst in de lucht hangt.
Voor mist heb je in ieder geval vocht nodig. Mistvorming in de woestijn is zodoende moeilijk...
Mist is niets anders dan een wolk op de grond. Die wolk ontstaat als de lucht verzadigd raakt van het vocht en dat vocht zichtbaar wordt in de vorm van minuscule waterdruppeltjes. De hoeveelheid water die de lucht nog in de gasvorm (= dampvorm) kan vasthouden, is afhankelijk van de temperatuur. In de grafiek hiernonder wordt dat verband weergegeven.
De verhouding tussen de hoeveelheid vocht die een kubieke meter lucht maximaal kan bevatten in opgeloste vorm en de temperatuur van de lucht.
Hoe warmer de lucht, des te meer vocht er in de opgeloste (gas-) vorm in kan zitten. Bij een hoogzomerse temperatuur van 30 graden, kan er tot 30 gram water in dampvorm in een kuub lucht zitten. Zodra de lucht vervolgens vochtiger wordt, zal dit vocht overgaan in de vloeibare fase. Dat gebeurt ofwel in de vorm van nevel, mist of bewolking, ofwel in de vorm van waterdruppels op ramen, auto’s en wat dies meer zij. Op een winterdag met amper nul graden, kan een kubieke meter lucht nog slechts 5 gram water in dampvorm bevatten. Wordt de lucht vochtiger, dan zal ook dan bewolking, mist of dauw optreden.
Ook vanochtend vroeg; langs de waterkant en in de mist.
Vocht in overvloed
Nu we als deltaland, omringd door water, langzaam maar zeker het najaar binnenglijden, drentelen we zo zoetjes aan tevens het mistseizoen binnen. De afgelopen dagen waaide er steeds een heel licht briesje vanuit noordelijke richting en is er ’s nachts dan ook her en der wat mist gevormd. De zonnestand is voorlopig nog wel hoog genoeg om die mist weg te branden, dat zagen we de voorbije week ook. Later dit jaar, in oktober en november, zal het een stuk lastiger worden om de nachtelijke mist te laten optrekken.
Vanaf de grond
Voor het ontstaan en het oplossen van de mist is de zon een belangrijke schakel. Zolang zij onder is, koelt het land langzaam af, zodra zij op is, warmen we geleidelijk op. Die opwarming begint altijd aan de grond. Daar wordt de kortgolvige zonnestraling omgezet in langgolvige (warmte)straling en vanaf de grond wordt die warmte langzaam omhoog verspreid. Daar waar tijdens de nacht mist is gevormd, zal deze dan ook voornamelijk vanaf de grond optrekken. De mistlaag wordt aan de bovenzijde ook wel enigszins beroerd door de zonnestralen en wordt daardoor enigszins in beweging gezet, maar de grootste impact van de zon vindt indirect plaats; via het aardoppervlak. Dus, de zon die door de mistlaag heen, eerst het gras/zand/de stenen verwarmt en vanaf daar de opwarming doorgeeft aan de onderzijde van de mist. En, warmere lucht kan meer vocht in gasvorm bevatten, en zodoende verdampen de mistdruppeltjes naar de onzichtbare vorm van water.
Het verdwijnen van de mist gebeurt vanaf de grond. Vandaar ook dat we spreken van 'het optrekken van de mist'.
Windrichting essentieel
De wind draait het komend etmaal geleidelijk naar het oosten toe en daarmee wordt drogere lucht aangevoerd. De mistkansen lijken daardoor iets af te nemen. Wel is het zo dat in drogere lucht de minimumtemperatuur in z’n algemeenheid lager uitpakt dan in klammere omstandigheden. Echter, de wind gaat vanaf morgenavond aantrekken en houdt daarmee een al te heftige temperatuurdaling, en mistvorming, tegen.
Bronnen: Meteo Consult en Weer.nl | Gewijzigd: 25 april 2017, 12:02 uur, door Joyce.s
Onweersdagen: 0