Ex-tropische cyclonen of hurricanes (orkanen), zoals ze in het Caribisch gebied genoemd worden, worden in hun eindfase vaak meegenomen door de westenwinden, de straalstroom. Zodra de hurricane in de gematigde breedten boven minder warm oceaanwater terechtkomt, zwakt ze af en wordt het een "gewone" depressie. Een voormalige hurricane neemt echter wel veel energie en warmte mee en kan daarmee aan andere depressie voeden. Dat kan leiden tot veel neerslag en stormachtige winden, maar het weer kan ook heel anders worden. Blijven de restanten ten westen van Europa dan kunnen ze hier zorgen voor een sterke warme zuidelijke luchtstroming en wordt het warm (na)zomerweer. In de herfst levert dat vaak een mooie periode op, eind september de oudewijvenzomer genaamd. Pas zodra de depressie verder trekt en onze kant op komt verslechtert het weer. De rekenmodellen waarop de weersverwachtingen zijn gebaseerd, hebben vaak moeite met hurricanerestanten, zodat de prognoses van dag tot dag kunnen veranderen.
Tropische cyclonen of hurricanes met windsnelheden van soms 300 km/uur komen in Nederland niet voor. Een van de voorwaarden voor hun ontstaan zijn zeewatertemperaturen van 27 graden of meer. Die waarden worden bereikt bij de evenaar. In de Noordzee komt de watertemperatuur niet hoger dan zo’n 21 of 22 graden. Ook in het warmere klimaat van de toekomst is het onwaarschijnlijk dat zich hier tropische stormen zullen voordoen.
Tropische stormen, waaruit zich tropische cyclonen of hurricanes kunnen ontwikkelen, ontstaan in de late zomer en het najaar bij de evenaar boven de warme oceaan meestal ten westen van Afrika. In combinatie met sterke wind op grote hoogte kunnen de buienwolken verder groeien en hoogtes bereiken van zo’n 17 kilometer . In het centrum van de orkaan, ook wel het oog genoemd met een doorsnede van 15 tot 50 kilometer, is het vrijwel onbewolkt en waait het nauwelijks. Rond het oog vinden we een muur van buienwolken, waarbij het flink regent en hard waait. Aan het aardoppervlak tot zo’n 150 of 600 kilometer afstand van de buienmuur waaien winden van orkaankracht, windkracht 12. Meestal trekken deze orkanen eerst in westelijke richting en vormen ze een bedreiging voor de eilanden in het Caribisch gebied en de Amerikaanse oostkust. Boven land nemen ze snel in kracht af, maar veroorzaken ze veel regen en wind.
De afgelopen week waren er verschillende hurricanes op de weerkaart te vinden, Danielle, Earl, Fiona en Gaston. De restanten van Danielle of wat er nog van over is zijn de oceaan overgestoken en opgenomen in een depressie bij Ierland. De fronten van dat systeem zorgen in West-Europa in de loop van volgende week voor een overgang naar wisselvalliger weer.
Bron KNMI