Het afsmelten van de ijskappen van Groenland en West-Antarctica verloopt ongeveer twee keer zo langzaam als gedacht en de zeespiegel stijgt dus ook minder snel, aldus onderzoek van de TU Delft, het Nederlandse ruimtevaartbureau SRON en het Jet Propulsion Laboratory van de NASA.
Twee Amerikaans-Duitse Grace-satellieten meten sinds 2002 het afsmelten van de ijskappen. De kunstmanen detecteren kleine veranderingen in het zwaartekrachtveld van de Aarde. Die veranderingen hangen samen met de precieze verdeling van de massa op Aarde, waaronder ijs en water. Als ijs smelt en in zee terechtkomt, heeft dit dus invloed op het zwaartekrachtveld. Op basis daarvan kwamen eerdere schattingen voor Groenland uit op 230 gigaton afsmeltend ijs per jaar, resulterend in een gemiddelde mondiale zeespiegelstijging van ongeveer 0,75 mm per jaar. Voor West-Antarctica bedroeg de schatting 132 gigaton per jaar.
Aardkorst
Bij deze resultaten blijkt nu echter niet goed gecorrigeerd te zijn voor het fenomeen dat de aardkorst nog steeds opveert ten gevolge van het afsmelten van de grote ijskappen van de laatste grote IJstijd, zo'n 20.000 jaar geleden. Deze verticale bewegingen van de aardkorst dienen meeberekend want ze veranderen de massaverdeling van de Aarde en hebben dus ook invloed op het zwaartekrachtveld. De onderzoekers hebben de benodigde correctie nu veel nauwkeuriger uitgevoerd, dankzij gecombineerde gegevens van de GRACE-missie, gps-metingen op het land en oceaanbodemdrukdata.
Bron: HLN | Gewijzigd: 24 april 2017, 13:24 uur, door Joyce.s