Het veranderende klimaat in Nederland is op termijn ongeschikt voor 15 procent van alle daar voorkomende dier- en plantensoorten. Natuurbeleid dat is gericht op het behoud van alle dier- en plantensoorten is daarom niet realistisch meer en kan zich beter bezighouden met het vergroten van het aanpassingsvermogen van natuur. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft deze aanpassing van het Nederlandse natuurbeleid voorgesteld in de studie Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige natuur, dat het bureau vandaag presenteerde in samenwerking met Wageningen UR (University & Research).
Wateroverlast onvermijdelijk
Nederland zal in de toekomst vaker te maken krijgen met extreme weersomstandigheden. Als het natuurbeleid niet verandert, zal de natuur kwetsbaar blijven voor de gevolgen van de klimaatverandering. "Meer droogte, hitte en wateroverlast zullen er onvermijdelijk toe leiden dat bepaalde populaties achteruitgaan of zelfs uit Nederland verdwijnen", aldus het PBL.
Aanpassingsvermogen
Het planbureau en de universiteit stellen voor om het natuurbeleid op een hele andere leest te schoeien. Uitgangspunt moet het aanpassingsvermogen van de natuur zijn. "In grotere, aaneengesloten gebieden kunnen dieren en planten zich beter aanpassen om zo de gevolgen van extreem weer op te vangen. Als daarnaast natuurgebieden internationaal met elkaar verbonden worden, kunnen dier- én plantensoorten voor wie het hier te warm wordt, noordelijke en koudere streken bereiken", adviseren PBL en Wageningen.
Bron Hln | Gewijzigd: 24 april 2017, 13:25 uur, door Joyce.s