Bijzondere taferelen afgelopen maandag op de neerslagradar. Buien trokken over het land in verschillende richtingen. Dat gebeurt wel vaker, maar maandag kruisten ze elkaar en dat is toch wel wat uitzonderlijker. Tegelijkertijd is het voorval van maandag goed te verklaren.
De weerssituatie
Eerst maar even kijken naar de weerssituatie van afgelopen maandag. We begonnen de dag met een naar Duitsland wegtrekkende en verzwakkende uitloper van hoge luchtdruk. Vanuit het westen nam de onstabiliteit toe onder invloed van een uitloper van lage druk bij Noorwegen. De trog, zoals een uitloper van lage druk in de meteorologie ook wel wordt genoemd, bewoog van boven de Noordzee in de loop van de dag langzaam het land op. En daaromheen de meeste buiigheid. Daarbij was de zichtbare trekrichting van de buien in de trog van zuidwest naar noordoost.
Buien uit de pas
Tegelijkertijd ontstonden zowel voor als achter de trog nog enkele geïsoleerde buien. Sommige daarvan kenden tijdens hun korte buibestaan een bijzondere ontwikkeling, waarbij ze zich weinig leken aan te trekken van de omliggende bui-exemplaren. Aan het eind van de ochtend kwamen er voor de trog uit een aantal buien voor die nauwelijks, of soms zelfs helemaal niet van hun plek kwamen. Terwijl zowel de overige ‘losse’ exemplaren eromheen als de buien van de naderende trog van zuidwest naar noordoost bewogen. Voorbeelden waren onder meer te vinden bij Antwerpen en Roosendaal.
Radarbeelden van afgelopen maandag 2 augustus. De 'losse' (vrijwel) stilstaande buien niet ver van Antwerpen en Roosendaal worden aangegeven met de pijlen.
Na passage van de trog ontstond boven Zuid-Holland een bui met een minstens zo bijzondere route. Dit exemplaar haalde de trog in en doorkruiste vervolgens de hele ‘trogbuienzone’. Dit zonder z’n eigen solitaire karakter te verliezen en met een trekrichting die vrijwel dwars lag op de beweging van de trogbuien.
Halverwege de middag ontstond na passage van de trog een bui boven Zuid-Holland. De bui doorkruiste vervolgens de 'trogbuien'.
Verklaring van de stilstaande buien voorafgaand aan de trog
Dit alles is interessant om te zien, maar misschien nog wel interessanter is de vraag wat de curieuze verschillende en deels doorkruisende bewegingen van de buien verklaart. Voor wat betreft de eerste situatie, de niet of nauwelijks bewegende losse buien voorafgaand aan de trog, is er een eenduidig antwoord te geven aan de hand van de gemeten opbouw van de atmosfeer. In de grafiek links van dit verhaal staan voor verschillende niveaus in de atmosfeer de temperatuur en de wind weergegeven. De stilstaande buien, bij onder meer Antwerpen en Roosendaal, waren minder hoog uitgegroeid dan hun omliggende soortgenoten.
Dat die buien zich niet verder ontwikkelden had te maken met de tegenwerking die ze op 3 kilometer hoogte ondervonden van een warme luchtlaag, een zogenaamde ‘inversie’. De opstijgende warme luchtbellen waaruit buien kunnen ontstaan, werden in het geval van de stilstaande buien flink tegengewerkt door die warme laag. Warme luchtbellen stijgen namelijk alleen maar op, omdat ze lichter zijn dan hun koudere omgeving. Door de warme luchtlaag op 3 kilometer hoogte werd verdere doorgroei voorkomen, of in ieder geval zodanig afgezwakt dat de sturende hoogte van de bui beneden die warme luchtlaag bleef liggen. Op die hoogte was er weinig wind, dus lagen de buien nagenoeg stil.
De gemeten opbouw van de atmosfeer afgelopen maandag 2 augustus. Rechts in beeld de wind en de hoogte. Langs de x-as de temperatuur. In de onderste 3 kilometer waaide het nauwelijks (weinig dwarsstreepjes). Boven een warme luchtlaag op 3 kilometer hoogte (een inversie), stond een stevige zuidwester. De stilstaande buien op de radarbeelden in het filmpje hierboven, waren buien die niet sterk genoeg groeiden om goed door de inversie heen te breken. Doordat er onder de inversie nauwelijks wind stond, verplaatsten die buien niet of nauwelijks. Dat terwijl andere 'losse' exemplaren en de buien in de trog - zie ook de tekst hiernaast - die de horde van de inversie wel hadden weten te nemen, veel sneller trokken en in een iets andere richting bewogen, doordat ze aangestuurd werden door de stevige zuidwestenwind boven de inversie.
Andere ‘losse’ buien die wel verder doorgroeiden, zag je dan ook soms eerst stil staan, om vervolgens, wanneer ze eenmaal toch door inversie heen wisten te breken, ineens wel in beweging te komen, gestuurd door de wind die er op die grotere hoogte wél stond.
Verklaring bij de inlopende en doorkruisende bui
Na passage van de trog ontwikkelde zich halverwege de middag boven Zuid-Holland nog een bijzonder bui-exemplaar. De bui bewoog met de in de onderste kilometers van de atmosfeer naar noordwest gedraaide wind mee, in zuidoostelijke richting. Deze bui bewoog daarbij sneller landinwaarts dan de uitloper van lage luchtdruk, de trog. Uiteindelijk kruiste de bui de trogbuien zelfs (‘radarbeelden b’). Dat kon omdat de aansturing ervan in de onderste paar kilometers van de atmosfeer lag, waar de wind na passage van de trog gedraaid was naar het noordwesten. Dat terwijl de buien in de trog zelf op een hoger niveau werden aangestuurd, waar het nog uit het zuidwesten waaide. Dit kwam omdat de uitloper van lagedrukwerking aan de grond al wel gepasseerd was, maar nog niet in de bovenlucht. Daar moest de wind dus nog gaan draaien.
Blijft nog over de vraag, waarom de van noordwest naar zuidoost trekkende bui niet uit z’n verband werd gerukt door de trogbuien waar ze doorheen trok. Eenmaal opgenomen in het geheel zou ze namelijk normaal gesproken niet meer als afzonderlijke bui te herkennen zijn en met de zuidwestelijke bovenstroming mee worden gevoerd.
Multicel
Het antwoord is dat er zeer waarschijnlijk sprake is geweest van een zogenaamde multicelbui. Meestal zijn dit zeer zware buien, vaak met onweer en hagel, maar een enkele keer kan er ook een lichter exemplaar voorkomen dat zich vooral in de onderste kilometers van de atmosfeer begeeft. Een multicelbui kan zichzelf in standhouden en een eigen leven gaan/blijven leiden, doordat de windvlagen voor de bui uit steeds weer nieuwe buiencellen produceren.
Bron: Meteo Consult