Ook in het uiterste noorden van het Europese continent stijgen de temperaturen. Dat stelden onderzoekers uit Rusland en Duitsland vast. De onderzoekers komen tot die conclusie aan de hand van jaarringen van pijnbomen. Daarmee reconstrueerden ze de zomertemperaturen van de laatste vierhonderd jaar. Ze analyseerden in eerste instantie de jaarringen van 69 pijnbomen op het Russische schiereiland Kola, tussen de noordpoolcirkel en de havenstad Moermansk, niet ver van de Finse grens. Ze vergeleken die met bestaande gegevens over andere gebieden boven de noordpoolcirkel, met name Lapland in Zweden en de schiereilanden Taimyr en Samal in Siberië.
Nieuwe factoren
Op Kola, Lapland en Taimyr vertoonden de curven een piek rond het midden van de twintigste eeuw gevolgd door een afkoeling van 1 tot 2 graden. Maar vanaf 1990 werd het er telkens warmer. De onderzoekers wijten de dalende trend sinds 1900 aan de lagere zonneactiviteit. Ze vermoeden dat de invloed van zonneactiviteit op de temperatuurschommelingen in het noordpoolgebied de laatste decennia verminderd is en dat andere factoren een rol zijn gaan spelen.
Boomgrens
Het onderzoek werd uitgevoerd door het Instituut voor Geografie in Moskou, het jaarringlaboratorium van de Universiteit van Hohenheim (Stuttgart) en het Helmholtz-centrum voor Milieuonderzoek (Halle). Ze gebruikten bomen die op de boomgrens groeien omdat die zeer gevoelig zijn voor temperatuurschommelingen. In 2009 deden Amerikaanse onderzoekers iets gelijkaardigs met pijnbomen in Californië en Nevada.
Bron Hln | Gewijzigd: 24 april 2017, 13:27 uur, door Joyce.s