Wonen aan de oostkust van Spanje staat voor de meeste Nederlanders synoniem voor eeuwigdurende zonneschijn, de blauwe Middellandse Zee, romantisch witte stranden en de vorm van leven die daarbij hoort. Toch toont het rustige klimaat er af en toe ook zijn donkere zijde, verandert dan in een brullende leeuw die verwoestend door de straten trekt, chaos en ontzetting achterlatend. In de derde stad van Spanje Valencia was maandag 14 oktober 1957 zo’n dag. De verwoestingen van toen betekenden meteen ook een breekpunt in de geschiedenis van de stad.
Een van de straten van Valencia onder water in 1957
Zondag 13 oktober 1957, de dag voorafgaande aan wat nu de ‘Gran riada de Valencia’ heet, was het weer eens zover. Een lagedrukgebied bij de zuidkust van Spanje, gecombineerd met een bel relatief koude lucht op hoogte, had in de omgeving van Valencia een ‘Gota Fria’ op gang gebracht, een spreekwoordelijke koude douche. Een oostelijke wind blies vochtig warme lucht het land op, de ideale brandstof voor de vorming van een buienlijn die in de buurt van Valencia uiteindelijk ongeveer twee dagen op zijn plek zou blijven liggen. Die 13e oktober kwam er in het stroomgebied van de Turia, de rivier die stad doorkruist, ruim 300 millimeter omlaag. Menig Valenciaan moet toen toch al meerdere keren onrustig omhoog hebben gekeken.
Meestal is een rivier een juweel in het centrum van een stad. Bijna altijd staan zulke rivieren hoog op de lijstjes van toeristen. Vanwege de gezellige terrasjes die je er vaak vindt, de oude bruggen, de lange promenades en de vergezichten die op andere plaatsen in de centra van grote steden nu eenmaal niet voor de hand liggen. In Valencia was het niet anders. De Turia was een begrip, met alles wat daarbij hoorde. Maar de rivier was ook lastig. Ook al gebeurde het vaak lange tijd niet, zo af en toe (meestal in het najaar tijdens zo’n Gota Fria) trad de rivier buiten z’n oevers en zette (grote) delen van de stad blank. In 1957 lag de laatste echt grote overstroming alweer ruim 60 jaar terug (1895), maar was er tijdens een Gota Fria toch altijd de angst dat het opnieuw faliekant mis zou gaan. Op 14 oktober 1957 was het zover.
Twee ellendige golven
De ellende kwam in twee hoogwatergolven. De eerste, het resultaat van de regen van de 13e, spoelde in de nacht naar maandag 14 oktober door de stad. De afvoer van de rivier piekte op 2700 kubieke meter per seconde met een gemiddelde stroomsnelheid van 3,25 meter per seconde. Voor de eerste keer trad de Turia buiten zijn oevers en kwam een deel van de oude stad, waar de rivier via een soort halve cirkel omheen stroomde, onder water te staan. Inwoners van een straat bij de Torres de Quart (een van de oude toegangspoorten tot de stad, in dit geval aan de westzijde van het centrum) hoorden het water dichtbij door de straten stromen. Het lawaai was enorm. Maar ook al hoorden ze het water naderen, hun eigen buurt bleef nog net gespaard.
De gebieden in de stad die onder water kwamen
Later op de dag ging het ook in dit deel van de stad fout. Nieuwe buien brachten op 14 oktober nog eens ruim honderd millimeter in de regenmeters. De verzadigde bodem kon het niet meer aan. Een tweede, veel gewelddadigere hoogwatergolf stroomde door de Turia op Valencia af en zaaide later op de maandag en ook op dinsdag dood en verderf in de stad. Grote delen van het centrum overstroomden. In sommige straten stond het water uiteindelijk enige tijd 2 tot 5 meter hoog. In plaats van de 2700 kubieke meter per seconde van de eerste hoogwatergolf, kwam de piekafvoer van de rivier nu op 3700 kubieke meter per seconde uit, de stroomsnelheid op 4,16 meter per seconde. Het water stroomde zo hard dat grote schade werd aangericht aan gebouwen, natuur, auto’s en al het andere dat maar in de baan van het kolkende water terechtkwam. Uiteindelijk verdronken 89 mensen, een veelvoud raakte gewond en in de straten van de overstroomde delen van de stad bleef een dikke laag modder en puin achter. Veel bruggen begaven het onder de druk van het water, andere raakten flink beschadigd.
Na de overstroming de modder
De maat was vol
Toen de immense opruimoperatie begin, was de maat vol. De burgemeester van de stad beklaagde zich bij de toenmalige dictator Franco in Madrid over het uitblijven van hulp van de centrale overheid wat hem op ontslag kwam te staan. Toch besloot Franco zelf een kijkje te nemen in de zwaar gehavende stad. Waarschijnlijk is hij onder de indruk geraakt, want Valencia kreeg zijn zin. De regering in Madrid keurde een ambitieus en kostbaar plan goed dat een verplaatsing van de rivierbedding uit de stad, naar een gebied aan de zuidkant ervan behelsde. De nieuwe bedding zou gemaakt worden met in het achterhoofd een maximale afvoer van 5000 kubieke meter per seconde, waarmee overstromingen feitelijk onmogelijk werden. Er moesten wegen, bruggen, stadswijken en spoorwegen worden aangelegd.
Dictator Franco bekijkt de schade in Valencia
Werk voor jaren
In 1965 werd met het project begonnen, rond 1973 was het grootste deel van het plan uitgevoerd. De nieuwe maatregelen bleken zo goed te werken dat, zelfs tijdens een Gota Fria, geen druppel water meer door de oude bedding in de stad stroomde. Dit opende ongekende mogelijkheden. De stadsbewoners waren er gauw uit. In plaats van een rivierbedding zou ‘El antiguo cauce del Rio Turia’ een immens park worden, ongeveer 10 kilometer lang en een paar honderd meter breed. Met ruimte voor sport, recreatie, terrasjes, wandel- en fietspaden, sportvelden, natuur, vijvers, bosjes, fonteinen en bijzondere gebouwen. Een park waar je met zijn tienduizenden tegelijk doorheen zou kunnen banjeren, zonder ook maar één weg te hoeven oversteken, zonder stoplichten en zonder gemotoriseerd verkeer. Een droom voor iedere grote stad!
De oude bedding van de Turia
Valencia nu
Als wij, het is vrijdag 7 mei 2010 (ruim 52 jaar later dus), in een trein vanuit Madrid aan de rand van Valencia de nieuwe bedding van de Turia oversteken, is er niet meer dan een stroompje water zichtbaar. Wij weten van de geschiedenis nog helemaal niets. Ik realiseer me maar net dat we over een rivier(tje) heen komen. Een minuut of tien later stoppen we in het monumentale Estació del Nord, het imposante treinstation in het centrum van Valencia dat direct aan de buitenkant wordt geflankeerd door de Plaza de Toros, de stierenvechtersarena van de stad. In een taxi gaan we naar ons hotel, aan de Gran Via Marqués del Turia, een grote en drukke paseo aan de rand van het stadscentrum. Terwijl we er rijden begint het te onweren en hard te regenen.
Het is, ook al komen we vaak in Spanje, onze eerste keer in Valencia. Hoewel de derde stad van Spanje met bijna een miljoen inwoners, rijd je er makkelijk omheen. En we blijken niet de enigen te zijn geweest die dat jarenlang hebben gedaan. Tot voor een aantal jaren stelde het bezoek van toeristen aan Valencia maar weinig voor. Dat dit de laatste jaren snel is veranderd, heeft met de oude bedding van de Turia te maken en met de wereldvermaarde, in Valencia woonachtige architect Santiago Calatrava. Hoe hij het doet, weet niemand, maar samen met de stad, de Communitat Valenciana (de Spaanse deelstaat waarin Valencia ligt) en andere invoedrijke en vermogende vrienden heeft hij van de bedding zijn speeltuin kunnen maken.
Architectonische allure
Vlak tegen de vroegere riviermonding en het huidige havengebied aan zijn de laatste jaren enkele zeer in het oog springende gebouwen neergezet van een bijzondere architectonische allure: een operahuis, een filmtheater, een groot museum, een overdekt plein waarvan het dak kan worden dichtgeklapt en een zoologisch aquarium. Verder zijn over de oude rivier enkele futuristische bruggen verrezen, van het type waarop Calatrava al jaren patent heeft. Het geheel aan nieuwe bouwwerken is wereldwijd zo in de smaak gevallen, dat plotseling een grote stroom toeristen naar de stad op gang is gekomen. Bewoners, die we erover spreken, kunnen alleen maar beamen dat hun stad veranderd is. Waren alle menu’s in de restaurants er tot enkele jaren geleden nog in het Spaans, nu heeft ieder restaurant ook een Engelstalig menu beschikbaar.
De nieuwe gebouwen van Calatrava
Op onze eerste dag in de stad komen we al gauw in de oude rivierbedding terecht. Urenlang lopen we over de bodem van de vroegere Turia en vallen tussen de vele bruggen, waar we als het water onderdoor gaan, van de ene verbazing in de andere. Als je niet weet dat het water hier niet meer kan komen, krijg je een raar gevoel. Zijn die Spanjaarden nu echt zo gek dat ze zomaar een rivierbedding, compleet voor menselijk gebruik inrichten, terwijl je nooit kunt uitsluiten dat, als de natuur het maar wil, het water weer terugkeert? Dat is in Spanje op allerlei plaatsen immers al vaker gebeurd… Pas als je weet, dat de rivier echt uit de stad is weggehaald, snap je de bijzondere omgeving waar je in het centrum van Valencia doorheen loopt. Het is sowieso een aparte ervaring Valencia te leren kennen. Want ook al ligt de stad aan de Middellandse zee, de mensen leven er met hun rug naartoe. Het zijn vooral toeristen die nog wel eens de tram naar het strand nemen, de stadsbewoners vind je meestal in het centrum van Valencia terug.
Vroeger stroomde hier het water
Zo ziet het er nu uit. Een brug van Calatrava. Eronder een metrolijn...
Indrukwekkend
De ‘Ciudad de las Artes y de las Ciencias’, waar de nieuwe gebouwen van Calatrava hun plekje hebben gevonden, zien we vanuit de verte al liggen. Als je er eenmaal bent, weet je toch niet goed wat je ziet. Of je er nu van houdt of niet, indrukwekkend is het gebied hoe dan ook. En de moeite waard om tijdens een verblijf in de stad meerdere malen te bezoeken. Wij blijven uiteindelijk twee weken om Spaans te leren. En weten er nu dus aardig de weg…!
Bron: Meteo Consult, Wikipedia, Meteored.
Onweersdagen: 0