Het levert mooie plaatjes op: zomerse mistflarden boven sloten in de vroege ochtend. Vandaag in Weer in het Nieuws: hoe ze ontstaan en waarin ze verschillen van hun winterse broertje.
Jaarlijkse gang: temperatuursverloop water minder scherp dan het land
Eerst hoe ontstaan de mistflarden boven de sloten? In de lente en zomer warmt het steeds verder op door de hoogstaande zon. De jaarlijkse gang in temperatuur is boven land altijd wat scherper dan boven zee. Tijdens de lente en zomer warmt het water daardoor minder snel op dan het land. Het zeewater voor onze kust is bijvoorbeeld momenteel nog maar zo’n 13 graden.
Sloten warmen een stuk sneller op dan de zee
Het water in onze sloten warmt een stuk sneller op. Dit komt doordat het water veel minder diep is dan de zee en wordt geflankeerd door het overdag snel in temperatuur stijgende land.
Dagelijkse gang: slootwater ’s nachts veel warmer dan lucht
Naast de jaarlijkse gang van temperatuur, is er natuurlijk ook de dagelijkse gang. Overdag geeft de zon warmte af aan de aarde. Meer dan het aardoppervlak warmte verliest. Per saldo loopt de temperatuur dus op. ’s Nachts verliest het aardoppervlak (zowel land als water) alleen maar warmte terwijl de zon niets levert ter compensatie: het koelt af.
De sleutel voor het ontstaan van zomerse mistflarden boven de sloten ligt in het feit dat ook bij dagelijkse gang geldt dat het landoppervlak veel sneller afkoelt dan water. Zo daalde het kwik tijdens de afgelopen nacht naar zondag toe in het oosten en zuiden van het land bijvoorbeeld nog tot een graad of 5. Direct aan de grond kwam de temperatuur lokaal zelfs dichtbij nul: Woensdrecht (Brabant) en Ell (Limburg) noteerden grondminima van +1 graad.
De nachtelijke afkoeling van de lucht staat in schril contrast met de temperatuur van het slootwater die ver boven 15 of zelfs 20 graden blijft.
Het resultaat: mistflarden en onstabiliteit
De koude lucht (zwaarder dan warme lucht) zakt van de wallenkant de sloot op. Hierdoor gebeuren er twee dingen. Ten eerste koelt de veel warmere en vochtige lucht boven het relatief warme slootwater snel af op het moment dat de koude lucht vanaf de zijkant instroomt.
Ten tweede stijgt de warme vochtige lucht (lichter dan de koude) op. Dit gebeurt in de vorm van luchtbellen die - afhankelijk van het temperatuursverschil - enkele decimeters tot soms vele meters aan hoogte winnen. In feite wordt de atmosfeer boven de sloot in de onderste meters van de atmosfeer onstabiel.
Beide factoren leveren een afkoeling van de warme vochtige lucht van boven het slootwater op. Doordat koele lucht minder vocht in gasvorm kan bevatten dan warme, condenseert een deel van het vocht. Zo ontstaan kleine zwevende waterdruppeltjes: een wolk, een mistflard.
In de winter: hetzelfde, maar dan omgekeerd
Overigens komt er ook in het winterhalfjaar regelmatig mist voor boven water. Dit gebeurt in een omgekeerde situatie. Wanneer zachte vochtige lucht over koud vloeibaar dan wel bevroren water strijkt - bij voorkeur boven grote wateroppervlakten – dan koelt de warme vochtige lucht koelt zo ver af dat een deel van de waterdamp condenseert. Het gevolg: mistvorming. Daarbij zijn de onderste meters van de atmosfeer in tegenstelling tot de zomerse variant van de ‘watermist’ juist zeer stabiel: de koude lucht vlak boven het water is zwaarder dan de warme lucht die erover heen strijkt, en er stijgen dus geen luchtbellen op.
Zichtbaar anders
Het verschil tussen mist boven water in het winterhalfjaar en mist boven water in het zomerhalfjaar is overigens met het blote oog te herkennen. De ‘zomermist’ boven water laat veel verticale structuren zien (van vele kleine toefjes mist in de eerste paar decimeter vlak boven het water tot in extreme gevallen stapelwolkachtige opbollende mistformaties van meer dan 5 meter hoog). Bij de winterversie van de ‘watermist’ is het egaal grijs en grauw.
Bron: Weer.nl | Gewijzigd: 9 februari 2017, 13:40 uur, door Joyce.s
Festival Weerman --> www.weerbewaking.nl
Bedrijfsfotografie -->> www.pxpro.nl