Vanaf volgend jaar gaan we over op de nieuwe norm, die gebaseerd is op de 30-jarige periode die loopt van 1981 tot en met 2010, terwijl er tot en met dit jaar nog wordt uitgegaan van de periode 1971-2000. Eerder is al de nieuwe norm van januari en februari besproken en nu is de beurt aan maart. We doen dat aan de hand van de meetgegevens op de vijf hoofdstations (Den helder, Eelde, De Bilt, Vlissingen en Beek) en concentreren ons daarbij respectievelijk op de gemiddelde etmaaltemperatuur, de neerslag en de zonneschijn.
De temperatuur
Juist deze eeuw hebben we gezien dat de eerste maarthelft meer dan eens nog behoorlijk winters wist uit te pakken, maar dat daarna het voorjaar zeer snel op gang kwam. Ook dit jaar was dat beeld eigenlijk niet veel anders. Uiteindelijk sloeg daarbij de balans toch steeds naar de warme kant door en dat heeft duidelijk zijn weerslag gekregen op de nieuwe norm, die we vanaf volgend jaar gaan hanteren.
Deze eeuw begon maart niet zelden volop winters, maar kwam de lente daarna snel op gang. Dit jaar vormde daarop geen uitzondering.
In vergelijk met de normaalperiode 1961-1990 is maart in het hele land zeer gelijkmatig 1,1 of 1,2 graden warmer geworden, waarbij de grootste stap omhoog al tien jaar geleden is gezet. Maar ook deze eeuw is de opwarming verder gegaan, op vrijwel alle plaatsen is de gemiddelde maarttemperatuur met nog eens 0,4 graden doorgestegen. Juist in maart is het gemiddeld in ons land in het noorden en noordoosten een stuk kouder dan in het zuiden en midden. Dat beeld is in de loop van de jaren niet gewijzigd, maar het is wel opvallend om op te merken dat de gemiddelde maarttemperaturen in Eelde nu op hetzelfde niveau liggen als in het relatief ‘warme’ zuiden gedurende de normaalperiode van 1961-1990!
De gemiddelde maarttemperatuur in de afgelopen 30 jaar in Eelde. Sinds het eind van de vorige eeuw zijn de zachte maartmaanden duidelijk in de meerderheid.
Voor De Bilt hebben we voor alle individuele maartdagen de gemiddelde etmaaltemperatuur van de afgelopen dertig jaar berekend en vergeleken met de nu bijna ‘oude’ norm van 1981-2000. Net als in januari en februari hebben maar weinig dagen precies dezelfde gemiddelde temperatuur gehouden. Sterker nog, in maart zijn zelfs álle dagen óf kouder, óf warmer geworden en heeft niet één dag de oude waarde precies vastgehouden.
Het winterse karakter van begin maart de laatste jaren, komt tot uiting in lagere gemiddelde temperaturen op 2, 3 en 4 maart, waarbij 3 maart 0,8 graden kouder is geworden ten opzichte van de oude norm. Met een gemiddelde van 3,8 graden is het ook de koudste dag van de hele maand en de dag met de grootste afwijking naar beneden. Verder zijn de maartdagen die koeler zijn geworden, zeer dun gezaaid. Sterker nog, alleen 25 maart is nog 0,1 graad koeler geworden, alle andere maartdagen (27 stuks) zijn zachter geworden. Daarvan zijn er maar liefst vijftien minstens een halve graad opgewarmd. De grootste afwijking naar boven zien we op de 30e en de 31e met 1,2 en 1,1 graad van 7,0 naar 8,2 en van 7,4 naar 8,5 graden. Dat zijn ook de twee warmste dagen van de hele maand.
In maart 2005 was dat temperatuurbeeld nog extremer dan dit jaar en toonde zelfs een record groot verschil.
De neerslag
Lange tijd is maart een van de droogste maanden van het jaar geweest, maar dat beeld veranderde in de tweede helft van de jaren ’70 van de vorige eeuw en aan het begin van de jaren ’80 drastisch, toen er een serie (zeer) natte maartmaanden op rij optrad. Hoewel er in de jaren ’90 toch weer een aantal droge maartmaanden voorkwamen, is dat nattere beeld tot op heden min of meer in stand gebleven. Eigenlijk is de maartneerslag, als we de oude met de nieuwe norm vergelijken, maar weinig veranderd. In het binnenland is het nog iets natter geworden, terwijl de neerslaghoeveelheid langs de kust een weinig is afgenomen. Zoals hiernaast aan de neerslagsommen van de afgelopen dertig maartmaanden in De Bilt is te zien, is de natste maart uit deze reeks juist die uit 1981, die volgend jaar gaat afvallen. De kans is dan ook erg groot dat het neerslaggemiddelde de komende jaren weer gaat dalen, te meer daar er een kwart eeuw geleden ook een groepje natte maartmaanden optrad, die de komende jaren ook gaan afvallen.
De maartneerslag in De Bilt gedurende de afgelopen 30 jaar. Vooral aan het begin en aan het eind van de periode komen relatief veel natte maanden voor. In de jaren '90 zat een aantal (zeer) droge maartmaanden.
Opnieuw blijkt echter dat een uitspraak over de trend in de neerslag moeilijk te geven is, omdat dit een grillig element blijft. Puur kijkend naar de grafiek van De Bilt hoeft men geen afgestudeerd statisticus te zijn om te concluderen dat na een waarschijnlijke daling in het lopende neerslaggemiddelde tot en met 1989, en daarna wellicht opnieuw een stijging zal optreden. Of maart over een tijdje opnieuw op jacht gaat naar de droge status van weleer, valt vooralsnog te betwijfelen, want sinds 1998 was maart vaker ‘te nat’ dan ‘te droog’.
De zonneschijn
Wat in de wintermaanden heel duidelijk was, is een trend die we ook in de eerste lentemaand nog terugzien. Het wordt steeds zonniger. In vooral januari was de toename in de hoeveelheid zonneschijn zo groot, dat het vermoeden groeide dat deze deels te wijten was aan een verschil in meetmethodiek en niet alleen aan een natuurlijke schommeling. Met een hogere zonnestand en met een langere dagduur – zoals in maart dus – is het verschil tussen de oude Campbell-Stokes metingen en de nieuwe stralingsmetingen echter gering. De toename in zonneschijnduur lijkt ditmaal wél een natuurlijke schommeling te zijn, die deels wordt veroorzaakt door een schonere atmosfeer. Kijkend naar de metingen in Vlissingen, dan zien we dat sinds 2002 veel zonnige tot zeer zonnige maartmaanden zijn voorgekomen, alleen in 2005 en 2008 verliep maart wat somberder dan de norm. Dit 9-jarige tijdvak heeft gemiddeld 169.3 zonuren opgeleverd, méér dan enig ander (niet overlappend) 9-jarige tijdvak sinds het begin van de metingen uit 1906. Het één na zonnigste tijdvak van eenzelfde duur kwam uit op 150.2 zonuren (van 1927 t/m 1935), er is dus sprake van een forse verbetering. Ter vergelijking, de andere 21 jaren uit de nieuwe normaalperiode (1981 t/m 2001 dus) kwam gemiddeld uit op 121.0 zonuren.
De hoeveelheid zonneschijn in Vlissingen in maart gedurende de afgelopen 30 jaar. Vooral sinds 2002 is het zeer zonnig geweest.
Kortom, de trend die we in januari en februari zagen, doet ook in maart opgeld. Het is warmer en zonniger geworden, maar in maart is de neerslaghoeveelheid ongeveer gelijk gebleven.
Bronnen: Meteo Consult, KNMI