Het is weer april en dus maakt de zon overuren. Tot nu staat het zonpercentage in De Bilt op 61 procent. Van het totaal aantal mogelijke schijnuren is 61 procent gebruikt, tegen normaal in de aprilmaand 38 procent. Ook vorig jaar was april zonnig. Toen stond het percentage op 54 procent. In 2007 haalde april een zonpercentage van 68 procent!
Leverde de vele zonneschijn in 2007 en ook vorig jaar hoge temperaturen op in de aprilmaand, dit jaar is het temperatuurgemiddelde tot nu toe een beetje achtergebleven. Kwamen we in 2007 op een recordhoge gemiddelde temperatuur van 13,1 graden uit (tegen 8,3 graden in een normale aprilmaand), ook vorig jaar was het met 12,2 graden erg warm. Gezien het weerbeeld van de laatste weken valt het gemiddelde dit jaar een beetje tegen. Tot nu toe staan we op 8,5 graden gemiddeld. Dat is weliswaar iets boven normaal, maar het verschil met de normaal is veel kleiner dan vorig jaar en in 2009. We daar overigens wel bij bedenken dat we nog een week te gaan hebben. En er zijn warme dagen op komst, dus zal er zeker nog iets bijkomen.
Evenals de aprilmaanden van 2007 en 2009 is ook april 2010 op weg om tot een bijzonder zonnige maand uit te groeien. Nu de zon zo vaak te zien is, kunnen we hem weer goed bekijken. Zijn er zonnevlekken zichtbaar of toch nog steeds niet? Hoewel de zon de laatste maanden duidelijk wat actiever is geweest dan vorig jaar, zijn er nu alweer een tijdje geen zonnevlekken meer te zien. Het zonnevlekkenminimum is dan ook nog steeds niet voorbij. Foto: Corina Magielse.
Dat het dit jaar kouder is dan in andere jaren heeft ongetwijfeld nog steeds met de koude winter van dit jaar te maken. De temperaturen van het zeewater zijn vrij laag, en in het noorden van Europa is de winter eigenlijk nog maar net afgelopen. Daarbij heeft de wind de afgelopen weken eigenlijk steeds uit gebieden gewaaid waar het nog niet erg was opgewarmd. Wat een winddraaiing naar zuidoost betekent, merken we bij voorbeeld vandaag al en vooral morgen. In het oosten en zuidoosten van het land kan het 23 of 24 graden worden.
Zonnevlekken
Nu de zon zo veel en vaak schijnt, kunnen we hem ook weer goed bekijken, bij voorbeeld met telescopen, om te zien of er ook zonnevlekken zijn. We hebben er op deze site al vaker over geschreven; de zon bevindt zich al lange tijd in een zonnevlekkenminimum. Vooral vorig jaar was het aan het oppervlak van de zon lange tijd erg stil. Op het moment dat het jaar 2009 de stilte van 2008 leek te gaan overtreffen, kwam de zon echter tot leven en begon een lange periode met vrijwel voortdurend zonnevlekken aan het oppervlak. Het minimum, dat al in het jaar 2004 begonnen was, leek eindelijk voorbij. Intussen is het echter weer redelijk stil geworden. In maart was de zon al minder actief dan in februari en op dit moment bevinden we ons in een periode van 9 aaneengesloten dagen zonder ook maar een enkele zonnevlek. Het minimum houdt dus nog steeds aan. Het eindigt pas als er helemaal geen dagen zonder vlekken meer voorkomen.
De registraties van het aantal zonnevlekken van de laatste tijd laten zien dat we het dieptepunt van de laatste jaren wel voorbij zijn, maar dat we tegelijkertijd toch nog steeds heel laag zitten. Het minimum houdt nog steeds aan.
In het systeem van parameters dat op aarde het klimaat oplevert zoals we dat op dit moment kennen, neemt de zon een bijzondere plaats in. Vooral omdat we weten dat we nog heel veel van de zon niet weten. En eigenlijk weten we ook dat er, als het om de zon gaat, ook veel dingen zullen zijn waarvan we nu nog NIET weten dat we ze niet weten. Voor volgers van de zon is deze periode, met een zonnevlekkenminimum dat zich al zes jaar voortsleept, dan ook geweldig spannend. Eigenlijk hoopt iedereen dat het bijzondere gedrag van de zon nog een tijdje aanhoudt. Want op die manier krijg je eindelijk de kans om al die hypothesen, die je hebt over eventueel bijzonder gedrag van de zon, in een reële situatie te kunnen testen. En dus voortgang te boeken. Vergelijk het maar met onderzoekers die hunkerden naar een paar dagen waarop er niet gevlogen wordt, om te kunnen testen wat de invloed van vliegen op het weer is. Die werden vorige week met het vliegverbod op hun wenken bediend en kregen zo de kans van hun leven.
Hier wordt de activiteit van de zon over een wat langere periode uitgerekt. Duidelijk zijn de toppen en de dalen in de activiteit te zien. Het absolute minimum van de laatste jaren mag dan voorbij zijn, ook dit plaatje laat duidelijk zien hoe laag we nog steeds zitten.
Beïnvloed inactieve zon het weer?
Hoe het zit met de invloed van de inactieve zon op het wereldwijde of het lokale weer, weten we niet precies. In Engeland is onlangs wel een onderzoek verschenen met als uitkomst dat de koude winter daar (die een 14 plaats haalde op de ranglijst van de laatste 160 winters en op de Britse eilanden nog veel meer overlast veroorzaakte dan in ons land) mogelijkerwijs terug te voeren is op veranderingen in de atmosfeer, samenhangend met het huidige, verlengde zonnevlekkenminimum. De Britse onderzoeker onderzocht, aan de hand van de Centraal-Engelse temperatuurreeks (die tot 351 jaar geleden teruggaat), hoe het weer in die periode reageerde op veranderingen in de activiteit van de zon. Het mooie van die temperatuurreeks is dat hij teruggaat tot het begin van de periode van het zogenoemde Maunder Minimum, een langdurige episode van geringe zonneactiviteit in de tweede helft van de zeventiende eeuw die vooral in Europa gekenmerkt werd door het vaker dan nu optreden van strenge winters.
Uit een studie naar 9000 jaar zonneactiviteit blijkt dat een cyclus aan te wijzen is waarin de zon in ongeveer 300 jaar tijd naar een maximum aan activiteit toewerkt, om daarna heel snel minder actief te worden voor een periode van rond 100 jaar tijd. De Engelse onderzoeker stelt dat een nieuwe periode van verminderde activiteit vanaf 1985 bezig is en nu versterkt doorzet. De laatste helft van de vorige inactieve periode viel tijdens dat Maunder Minimum.
De verwachting voor de activiteit van de zon in de komende jaren, afgelopen 1 april opgesteld door David Hathaway, een zondeskundige van de NASA. Hij verwacht een verdere toename van de activiteit totdat een maximum wordt bereikt, dat duidelijk lager zal zijn dan het vorige. De kans bestaat evenwel, omdat we nog zoveel van de zon niet weten, deze verwachting nog vele malen zal moeten worden bijgesteld.
Effect zit in de straalstroom
Het effect van een zonnevlekkenminimum op het weer in Europa is terug te voeren op het feit dat de straalstroom hier in de winter zo’n belangrijke rol speelt, heeft de onderzoeker uitgevonden. Volgens hem is het zo dat de kans op een geblokkeerde luchtdrukverdeling – vooral in Europa – groter wordt in perioden waarin de zon weinig actief is. Blokkades, die onder normale omstandigheden vooral in het noordoosten van de VS en Canada optreden, zouden door veranderingen in de straalstroom verder naar het oosten, de Oceaan op worden geduwd en zouden daardoor hun invloed vooral op het weer in Europa doen gelden, zo denkt hij.
Bepalend is de hoeveelheid van de zon afkomstige UV-straling die in perioden met grote zonneactiviteit een stuk groter is dan in perioden van verminderde zonneactiviteit. De invallende UV-straling blijkt, vooral in de gebieden rond de evenaar, van behoorlijke invloed te zijn op de temperaturen van de luchtlagen in de stratosfeer tussen 20 en 50 kilometer hoogte. En die temperaturen kunnen weer invloed hebben op de sterkte van bepaalde winden in de stratosfeer. Dat effect op zijn beurt werkt naar onder door op onder meer de straalstroom in de onderliggende troposfeer. En zo kun je aantonen dat veranderingen in de zonneactiviteit er de oorzaak van kunnen zijn dat de ligging van de straalstroom met een aantal graden wordt verlegd.
Een opname van de zon, vanochtend. Voor de negende opeenvolgende dag waren aan het oppervlak van de zon geen zonnevlekken te zien. Dit na een lange periode waarin dit bijna dagelijks wel het geval was.
Overigens is het effect, dat zo met de inactieve zon samenhangt, niet meer dan lokaal. De afgelopen winter mag op de Britse eilanden dan koud zijn geweest, wereldwijd was de winter de op vier na warmste uit de meetreeks. Verder was het ook in het Maunder Minimum niet zo dat er in Europa alleen maar strenge winters optraden. De koudste winter uit de Centraal-Engelse temperatuurreeks was bij voorbeeld die van 1684. Het jaar erop, toen de activiteit van de zon nog steeds erg gering was, werd de warmste winter tot nu toe uit de hele reeks behaald.
Bronnen: Meteo Consult, BBC News, Environmental Research Letters.