De komende week kunnen we in Nederland genieten van prachtig lenteweer met veel zonneschijn. Wel ontstaan er dagelijks stapelwolken, maar die lossen aan het einde van de middag of aan het begin van de avond vaak weer op. Daarnaast zie je die stapelwolken niet overal terug en groeien ze ook niet altijd uit tot een bui. Een korte uitleg over de theorie bij deze ‘mooiweerwolken’. Iedereen kent het vermoedelijk wel. Momenteel is het er nog wat te fris voor, maar op een mooie en zonnige ochtend ga je naar een recreatieplas om wat verkoeling te zoeken. Na een paar uur lekker zwemmen en zonnen, moet je echter snel je handdoek en koelbox oppakken. De lucht ziet er dreigend uit en even later valt er een bui. Eenmaal thuis klaart het weer op en kan je onder een aangenaam avondzonnetje genieten van een goed glas rosé.
Dagelijkse gang
In de meteorologie noemen we dit proces ‘dagelijkse gang’. In de loop van de dag ontstaan er stapelwolken, later kan hieruit een bui vallen, maar ’s avonds wordt het weer droog en klaart het op. Het ontstaan van deze stapelwolken heeft te maken met het oplopen van de temperatuur in de onderste lagen van de atmosfeer. Aangezien warme lucht lichter is dan koude lucht, stijgen er als gevolg van deze opwarming luchtbellen met warme en vochtige lucht op. We noemen dit convectie of thermiek.
Zolang de luchtbellen warmer (en dus lichter) blijven dan hun omgeving stijgen ze verder de hoogte in. Daarbij koelen de bellen echter wel af. Aangezien koudere lucht minder vocht kan bevatten dan warme lucht, treedt er na verloop van tijd condensatie op. Hiermee is een wolk geboren. Later op de dag stopt de temperatuurstijging en is de voeding van de stapelwolken verdwenen. Door het dalen van de temperatuur aan de grond maken de opstijgende luchtbellen plaats voor dalende luchtbewegingen. Hierdoor lost de bewolking op en klaart het flink op.
Deze verschillen tussen binnenland en kust hebben te maken met de temperatuur. Aan zee wordt de temperatuurstijging getemperd door het relatief koude zeewater. Hier is het vaak dan ook minder warm dan verder landinwaarts.
Niet altijd en overal
Stapelwolken zie je niet altijd op iedere zonnige dag ontstaan. De ene dag zijn het er vrij veel en kunnen de wolken de zon behoorlijk in de weg zitten, maar een dag later blijft de lucht strak blauw van kleur. Dit heeft te maken met de hoeveelheid vocht die voorhanden is in de atmosfeer. Als dat vocht niet voldoende aanwezig is, kan er simpelweg geen condensatie plaatsvinden. Ook als er wel sprake is van convectie.
Een ander opmerkelijk iets is dat je de stapelwolken in het voorjaar veel vaker in het binnenland ziet dan in de kustregio. De reden hiervan is de zee. Het zeewater wordt in de loop van het zomerhalfjaar steeds warmer, maar blijft overdag altijd kouder dan het land. Dit relatief koude water is van invloed op de temperatuur van de lucht. Aan de kust is de temperatuur dan ook vaak lager dan in het binnenland. Dit beetje verschil is voldoende om de convectie in onze kustregio tegen te werken. Hier zie je dan vaak ook geen stapelwolken, maar in het binnenland door de hogere temperaturen wel.
Wel of geen bui?
“In de loop van de dag ontstaan er vriendelijke stapelwolken, maar deze zullen nergens uitgroeien tot een buiâ€. Zomaar een citaat uit een weerbericht dat in het zomerhalfjaar vaak te horen is. Stapelwolken kunnen namelijk uitgroeien tot een bui, maar doen dat lang niet altijd. Om dit te bepalen moeten we goed kijken naar de temperatuur hoger in de atmosfeer, daar waar de top van de stapelwolk zit.
De hoogte van de wolkentop is mede afhankelijk van de temperatuuropbouw in de atmosfeer (hoe lang blijft een stijgende luchtbel warmer dan zijn omgeving?) en de hoeveelheid vocht die voorhanden is (als het hoger in de lucht kurkdroog is, kan er simpelweg geen condensatie optreden). Om een bui te laten ontstaan, moet de bovenkant van een wolk bevriezen. Als dit het geval is, dan is een vage en vezelige structuur te zien in het bovenste deel van de wolk. In principe kan dat al gebeuren bij een temperatuur van 0 graden. In de praktijk blijkt echter dat buien meestal pas ontstaan als de wolkentop een temperatuur van -12 graden of lager heeft.
Bron: Meteo Consult