Vooral in de herfst en in de eerste helft van de winter is de lucht in Nederland vrij vochtig en komen de minimumtemperaturen ’s nachts geleidelijk lager te liggen. In deze periode komt het dan ook steeds vaker voor dat de wekker vijf minuutjes eerder gezet moet worden om niet te laat op het werk of op andere afspraken te komen. De autoruiten moeten namelijk regelmatig gekrabd worden. Ook vannacht daalt de minimumtemperatuur op sommige plaatsten in het binnenland tot aan het vriespunt. De kans is dan ook groot dat erg vroege vogels morgen bij het krieken van de ochtend de autoruiten moeten krabben.
Tenzij een auto in een garage of onder een carport geparkeerd staat, is het een voorwerp dat erg snel afkoelt ten opzichte van zijn omgeving. Vooral onder een heldere hemel en bij niet al te veel wind kan de afkoeling snel gaan. Het krabben van autoruiten is met minimumtemperaturen onder nul en vochtige lucht dan ook vrij logisch te verklaren. Toch kan het ook zo zijn dat de ruiten bij nachtelijke temperaturen net boven het vriespunt toch ijsvrij gemaakt moeten worden.
We hebben soms echter ook te maken met een gemene dikke laag ijs die er moeilijk af te krijgen is. Foto: Elly Peeters-Volkers.
Warmtestraling
Hoewel het aardoppervlak ’s nachts geen warmtestraling van de zon ontvangt, is het wel zo dat de aarde ’s nachts warmte uitstraalt. De bodem koelt in de nacht dus af. Hangt er een laag bewolking boven onze pet dan zal dit minder zijn, want de wolken werken als een soort dekentje en houden de uitgestraalde warmte tegen, waardoor afkoeling in meer of mindere mate wordt tegengegaan. Is er echter geen wolkje aan de lucht dan zal de afkoeling extra snel gaan. De warmte die de aarde uitstraalt wordt niet tegengehouden en verdwijnt als het ware.
Ook de wind speelt hierbij een rol. Als de aarde bij weinig bewolking afkoelt, koelt daarmee ook de lucht erboven af. Omdat koudere lucht zwaarder is dan warmere, handhaaft juist de koudere lucht zich bij weinig wind vlak boven het aardoppervlak. Is er sprake van meer wind, dan zal er menging met andere luchtlagen plaatsvinden en dat tempert de afkoeling.
IJskristallen of rijp op een auto zijn makkelijk te verwijderen. Je kunt ze soms zelfs met de hand van de voorruit vegen.
Extra afkoeling auto
We hebben het nu kort over uitstraling gehad, bewolking of geen bewolking en wind. Al deze elementen hebben te maken met de afkoeling van de bodem, maar in feite ook met de afkoeling van de objecten die zich er boven bevinden. Een auto koelt bijvoorbeeld onder een heldere hemel snel af. Vaak zelfs sneller dan zijn omgeving.
Ook bij een auto is het namelijk zo dat deze onder een heldere hemel en met weinig wind veel warmte uitstraalt. De reden dat een auto sneller afkoelt dan de aarde zelf is dat de aarde ondanks de afkoeling nog wel met warmte uit de grond te maken heeft. De auto staat vrijwel los van de grond (op slechts een paar dunne rubberen banden) en profiteert dus niet van de warmte die uit de aarde komt. De afkoeling kan hierdoor zo snel gaan dat de temperatuur van de auto tot onder de luchttemperatuur daalt. Ditzelfde gebeurt ook bij grassprietjes en andere vaak dunne objecten die meteen relatief klein deel van hun oppervlak contact maken met de aarde.
Bevriezing van ruiten
De meeste horizontale oppervlakten van de auto stralen het meeste uit en koelen dan ook het snelst af. Zo zal het dak van een auto als eerste bevriezen en zullen de voor- en achterruit snel volgen als de omstandigheden er naar zijn. Naast sterke afkoeling moet er bij bevriezing namelijk ook vocht voorhanden zijn. Nu is het zo dat de lucht in de herfst en bij aanvang van de winter over het algemeen vrij vochtig is en de temperaturen overdag en ’s nachts steeds verder omlaag gaan.
Ook grassprieten koelen sneller af dan hun omgeving. Zij profiteren amper van de warmte die de aarde uitstraalt en koelen dus extra af. Foto: Ria Luttikhold.
Twee soorten bevriezing
Er zijn echter twee soorten bevriezing. U kent vast wel de dunne ijslaag die je zelfs met je hand bijna van de ruit kunt schuiven, maar ook is er de minder fijne laag die je er amper af krijgt. Er moet dan behoorlijk gebikt worden met de autoruitenkrabber. Dit heeft alles te maken met het feit of de auto vochtig wordt voor de bevriezing of erna. We moeten hierbij ook kijken naar de dauwpuntstemperatuur. Dit is de temperatuur waarop de lucht verzadigd raakt. Koelt de lucht verder af dan tot onder deze waarde treedt er condensatie op. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan mistvorming.
De eerste variant waarbij je de ijslaag gemakkelijk kan verwijderen treedt op als de dauwpuntstemperatuur onder het vriespunt ligt. Is bijvoorbeeld de luchttemperatuur 3 graden en het dauwpunt -1 en komt de temperatuur van het auto-oppervlak onder die dauwpuntstemperatuur (bijvoorbeeld het auto-oppervlak wordt -2 graden) dan krijg je rijpvorming op de auto. In de faseovergangen sla je als het ware de vloeibare fase over. Je gaat van gas meteen naar vast. Dat wil zeggen dat er ijskristallen op de auto neerslaan en die veeg je gemakkelijk van de auto.
Koelt de lucht verder af dan tot onder het dauwpunt treedt er condensatie op. Hier in de vorm van mist. Foto: Stan Bouman.
De andere, minder leuke variant komt voor als de dauwpuntstemperatuur boven nul is. De auto koelt af tot onder het dauwpunt, maar nog niet tot onder nul. Dan krijg je dus condensatie. Hier ga je van gas via vloeibaar naar vast. De auto wordt eerst nat en gaat het daarna op het auto-oppervlak vriezen, vormt zich daar een gemeen laagje ijs die lastig te verwijderen is.
Parkeert u uw auto echter onder een carport of in een garage is er niets aan de hand. Deze creëren namelijk een laagje stilstaande lucht en zoals u weet is dit een zeer goede isolator. Tevens wordt de uitstraling beperkt door de overkapping en dus ook de afkoeling. Hebt u geen garage of carport voorhanden, dan werkt een stuk karton op de voorruit ook prima.
Bron: Meteo Consult