De computermodellen bleken er de laatste tijd een beetje naast te zitten. Met het weerbeeld zelf was op zich niets mis. Maar de temperaturen in de nacht bleken zij toch minder goed in de smiezen te hebben. En eigenlijk is daarvoor een hele logische verklaring.
Zeker voor de weerfotografen was het de laatste tijd genieten. Wie vroeg uit de veren ging, kon mooie plaatjes schieten. Vlak na zonsopkomst was namelijk goed te zien hoe mist langzaam verdween. Die mist had alles te maken met de sterke afkoeling ’s nachts. De lucht was helder en ook stond er vrijwel geen wind, wat garant staat voor lage temperaturen. Als de lucht kouder wordt, kan deze minder vocht bevatten. Op een gegeven moment wordt de luchtvochtigheid zo hoog dat er mist ontstaat.
Afgelopen nacht (nacht van zaterdag op zondag) koelde het ook flink af. Het was zelfs kouder dan de modellen berekenden.
Kouder dan gedacht
Wie de laatste tijd naar de modellen keek, kon goed zien dat een minimumtemperatuur beneden 5 graden eigenlijk niet waarschijnlijk was. Het Amerikaanse model was de koudste. Voor de afgelopen nacht (nacht van zaterdag op zondag) berekende deze een temperatuur van lokaal ongeveer 5 graden. De andere modellen waren een stuk minder fris. De warmste oplossing kwam van het Europese model, dat landinwaarts niet lager kwam dan een minimumtemperatuur van afgerond 7 graden.
Het Amerikaanse model zat er het minst naast.
De verwachting van het Engelse model.
Ook de berekeningen van het Hirlam (High Resolution Limited Area Model, ontstaan uit een samenwerking tussen de weerdiensten van Nederland, Denemarken, Finland. IJsland, Noorwegen, Zweden, Spanje en Ierland) waren niet helemaal juist.
Het Europese model kwam met de hoogste minimumtemperatuur in het binnenland.
De werkelijkheid was vannacht echter anders. Landinwaarts koelde het een stuk verder af. In vrijwel de hele oostelijke helft van het land was het kouder dan de modellen dachten: 4,9 graden of minder. De laagste temperaturen werden vlakbij de Duitse grens gemeten: 2,7 graden in Twenthe en 1,7 graden op weerstation Hupsel.
Waarom die onjuistheid?
Wie bovenstaande leest, zal zich afvragen waarom het nou zoveel kouder wordt dan de computermodellen aangaven. Hiervoor zijn twee oorzaken aan te wijzen. Ten eerste hebben de modellen altijd een beetje moeite met de overgang van het ene naar het andere seizoen. De tweede reden is echter nog iets belangrijker. Deze moeten we zoeken bij het huidige neerslagtekort. De grond is momenteel kurkdroog, iets wat overigens normaal is aan het begin van de herfst. Nu heeft water de eigenschap dat het veel minder snel van temperatuur verandert dan land. Omdat de grond nu veel minder vochtig is, koelt deze ’s nachts dus veel sterker af. Normaal gesproken wordt de nachtelijke afkoeling door het vocht in de grond enigszins getemperd, maar door de droogte is dit effect momenteel verdwenen.
Deze sterkere afkoeling heeft alles te maken met de huidige droogte.
Net geen nachtvorst
De temperaturen worden op twee verschillende hoogtes gemeten. De temperatuur waar we normaal over spreken, meten we op anderhalve meter boven het aardoppervlak. Daarnaast hebben we het soms ook over de temperatuur aan de grond of de grasminimumtemperatuur. Voor deze laatste eenheid hangt de thermometer 10 centimeter boven de grond.
Tot nachtvorst kwam het net niet.
Het begrip nachtvorst wordt in de volksmond nogal eens verkeerd gebruikt. Veel mensen spreken hierover als de temperatuur op waarnemingshoogte daalt tot onder het vriespunt. Dit is echter niet juist. In een dergelijke situatie is er sprake van vorst. De term nachtvorst heeft betrekking op de grasminimumtemperatuur. Vannacht is het tot deze nachtvorst net niet gekomen. In het binnenland daalden de temperaturen plaatselijk afgerond tot 0,0 graden, maar nergens is het kwik onder het vriespunt uitgekomen.
Bron: Meteo Consult.