In 2008 viel er in De Bilt op 168 dagen 0.3 mm of meer neerslag. Op bijna evenveel dagen, namelijk 167, bleef het geheel droog, of was de hoeveelheid gevallen neerslag niet meetbaar (minder dan 0.1 mm). Dan blijven er nog 31 dagen over (2008 was een schrikkeljaar), het equivalent een volle maand dus. Op zestien dagen viel er namelijk 0.1 mm en op de resterende vijftien dagen 0.2 mm. Volgens de definitie die het KNMI hanteert, is er pas sprake van een ‘regendag’, of beter van een ‘neerslagdag’ als er tenminste 0.3 mm neerslag is gevallen. Dat lijkt op het eerste gezicht een vreemde definitie, want regen, is regen, nietwaar, hoe weinig er ook valt. We leggen uit hoe dat zit en concentreren ons in het onderstaande verhaaltje dus op de ‘kleine’ aftappingen.
Type regenmeters, in het kort
Regen, of meer algemeen, neerslag, wordt gemeten met een regenmeter. Iedere weerliefhebber kent wel de groene, plastic exemplaren die in een tuincentrum te verkrijgen zijn en die in het algemeen redelijk goed voldoen. Op een officieel weerstation wordt echter met een zogenaamde Hellmann regenmeter gemeten, die zijn werk nauwkeuriger doet. Die regenmeters hebben namelijk een veel groter opvangoppervlak (200 of 400 vierkante cm) en ook een scherpe rand. De opvangtrechter en het voorraadvat zijn bovendien zo geconstrueerd dat eenmaal in de regenmeter gevallen neerslag er niet meer uitspat, vliegt of stuitert. Ook wordt de hoeveelheid verdamping tot een minimum beperkt.
Een tweetal veel gebruikte regenmeters. Rechts is een officiële Hellmann regenmeter opgesteld, links een 'kantelbak' exemplaar. Overigens is hier, in een kleine stadstuin, de opstelling zélf alles behalve officieel. Bij voorkeur staat de opvangtrechter namelijk zo laag mogelijk bij de grond en bevinden hoge objecten rondom zich op minstens vier maal de afstand dan dat ze hoog zijn (een boom van 10 meter hoog dus op 40 meter afstand).
Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van elektronische regenmeters, die hun registraties automatisch doorgeven naar een gewenste plek. Deze werken doorgaans ook probleemloos, vooral die exemplaren die volgens de zogenaamde ‘kantelbak’ methode werken. De neerslag valt dan in een bakje dat automatisch, na bijvoorbeeld 0.2 mm, geleegd wordt en dan een puls geeft naar een telapparaatje. Op deze manier kan men goed neerslag meten, maar…
Een Hellmann regenmeter is minder gevoerlig voor dauw dan een zwarte kantelbak regenmeter. In dit geval was het dan ook écht een licht regenbuitje die deze aftapping veroorzaakte.
Niet alle neerslag is regen, sneeuw of hagel
Het lijkt vreemd dat het KNMI de definitie hanteert dat er pas sprake is van een ‘neerslagdag’ als er tenminste 0.3 mm is gevallen. Immers, als het begint te regenen, dan duurt het eventjes alvorens de straten nat beginnen te worden en pas als dit moment is bereikt en het blijft regenen, zal op dat punt ook de opvangtrechter van een regenmeter nat genoeg zijn geworden dat de eerste druppels van daar tot in het opvangvat zullen glijden. Op het moment dat dit zoveel is geworden dat er 0.3 mm uit de meter kan worden gehaald, is er in werkelijkheid al minimaal 0.5 mm gevallen. Er zou dus wat voor te zeggen zijn om al bij de meest minimale aftapping van 0.1 mm van een ‘neerslagdag’ te spreken. Sterker nog, het kan de hele dag af en toe miezeren, maar voor de regenmeter toch ‘droog’ blijven, als het beetje gevallen regen steeds verdampt voordat het langs de trechter omlaag kan lopen.
Toch heeft het KNMI een punt. Er wordt namelijk gesproken over ‘neerslag’, en dat hoeven niet persé druppels, vlokken of korrels te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook dauw zijn die in een heldere nacht waarin het sterk afkoelt, gemakkelijk kan worden afgezet. Automobilisten kunnen meer dan eens beamen dat ook op hun voertuig zich aldus heel wat water kan afzetten. Ook de zogenaamde kantelbak regenmeters, die niet zelden van zwart plastic zijn gemaakt, stralen in een heldere nacht zo sterk uit, dat deze niet zelden 0.2 mm aan dauw weten te verzamelen.
Heeft een licht nachtelijk buitje deze aftapping veroorzaakt, of was het droog met aleen een sterke dauwval?
Als we praten over ‘neerslag’, dan bedoelen we in feite alle nattigheid die uit de lucht valt, en niet de druppeltjes of ijskristallen die op een vast oppervlak worden afgezet, zoals dauw en rijp. Mist vormt daarbij een verhaal apart. Wanneer is het droog, maar mistig, of gaat de mist vergezeld van lichte motregen? In dit geval is de grens soms zelfs heel moeilijk te trekken.
Soms is regen droog, of droogte nattig…
Zo bekeken, is de definitie van het KNMI zo gek nog niet. Hij is ook in het verleden opgesteld, toen veel waarnemingen nog handmatig werden verricht. Overdag zou een alerte waarnemer nog een licht spatterbuitje kunnen opmerken, ook als hij daarvan niets in zijn regenmeter aantrof, maar ’s nachts, in het donker, is een spatterbuitje een stuk lastiger op te merken. Ook als de waarnemer naderhand 0.2 mm weet af te tappen, kan het best wel droog zijn gebleven, maar is dauwvorming de oorzaak. Complexer wordt het als het nachtelijke weerbeeld zodanig is dat er heldere momenten zijn met dauwvoming en mistbanken, maar er bijvoorbeeld ook af en toe een paar wolken met een enkel licht buitje overtrekken.
Ook de moderne hulpmiddelen van tegenwoordig schieten hierbij dikwijls te kort. Soms geeft de regenradar zogenaamde ‘valse’ echo’s, die suggereren dat het regent, terwijl het in werkelijkheid droog is. Andersom kan het uit lage wolken soms flink motregenen, terwijl het radarbeeld ‘schoon’ oogt. Ook automaten gaan soms fors in de fout. Vooral met mist, zeker als het daarbij vriest en er zogenaamde ‘ruige rijp’ optreedt, registeren ze niet zelden motsneeuw, terwijl er daadwerkelijk ter plaatse geen vlokje valt.
De 0.3 mm die als grens wordt gehanteerd, blijft in de praktijk dus goed hanteerbaar te zijn. Een normale regenmeter zal bij dauw en louter mist slechts zeer zelden méér dan 0.2 mm aangeven en zo maken we bijna nooit een fout als we stellen dat bij een aftapping van 0.3 mm of meer, deze meting daadwerkelijk is veroorzaakt door regen, sneeuw of hagel die uit de lucht viel.
Bron: Meteo Consult, KNMI