Op een weerforum werd gisteren een kleine discussie opgestart, waarin men zijn verbazing uitsprak over het feit dan men met het verwachtte weerbeeld van vandaag en morgen al de truien en de regenjassen uit de kast ging halen, terwijl er toch nog een maximumtemperatuur van rond 17 graden werd verwacht. Eind maart zou men bij een vergelijkbare maximumtemperatuur toch eerder geneigd zijn om een zomerbloesje uit de kast te halen?
De verklaring hiervoor is niet moeilijk te geven. Het heeft alles te maken met de weerbeleving en daarbij is de ene 17 graden niet te vergelijken met de andere. In het navolgende verhaaltje zullen we deze verschillen duidelijk maken.
Strandweer is het vandaag bepaald niet. Wel echt uitwaaiweer tussen de buien door, al wordt de wandelaar letterlijk gezandstraald. Foto: Theo Westra.
Zeventien graden begin september
September wordt wel al de eerste herfstmaand beschouwd, maar lonkt, door de bank genomen, nog nadrukkelijk naar de zomer. Dat geldt zeker voor de eerste decade van de maand. De daglengte is dan nog het grootst, ruim 13 uren kan de zon in ons land bij onbewolkt weer nog worden bewonderd. De Noordzee heeft nog vrijwel zijn maximumtemperatuur en hierdoor moet eigenlijk wel alles weerkundig tegenwerken om de temperatuur overdag onder de 17 graden te houden. En ‘tegenwerken’ betekent in dit geval, veel bewolking, een straffe wind en wellicht ook regen of anders een groot aantal buien. De harde cijfers wijzen dat ook uit. Kijken we naar De Bilt en naar de meest recente jaren sinds 2000, dan is het daar op zeven dagen voorgekomen dat het kwik gedurende de eerste decade van september niet de 17 graden wist te halen. Op al deze zeven dagen viel er neerslag, op vier dagen méér dan 5 mm en gemiddeld over deze zeven dagen 6.6 mm.
Het waren inderdaad ook geen zonovergoten dagen. Alleen op 8 september 2001, toen het slechts 16.7 graden werd, scheen de zon nog 7.7 uren, op de andere zes dagen werd de vijf uur niet bereikt en op vier dagen scheen de zon minder dan één uur, met een gemiddelde over deze zeven dagen van slechts 2.5 uren.
Ook in het zuiden van het land is de zomervakantie inmiddels voorbij. De schooljeugd moet opboksen tegen de wind en krijgt ook een bui over zich heen, getuige de regenboog op de achtergrond. Foto: John Dalhuijsen.
Zeventien graden eind maart
En hoe is dat beeld gedurende de laatste decade van maart? De astronomische lente is dan inmiddels begonnen en de daglengte is daarom met bijna 13 uur maar iets korter in vergelijk met de eerste septemberdecade. De zee draagt echter nog de kilte van de voorbije winter in zich en dat is te merken aan de temperatuur. Gemiddeld bezien is het in ons land eind maart aanzienlijk kouder dan gedurende begin september, soms zelfs nog een tikje winters met de spreekwoordelijke maartse buien en lichte vorst in de nacht. Om in de middag op of boven de 17 graden uit te komen, zal alles weerkundig bezien dus mee moeten werken. Dat betekent een wind die niet vanaf het koude zeewater waait en daarbij ook flink wat zonneschijn die de temperatuur in de middag flink moet opjutten. Opnieuw kijkend naar De Bilt sinds 2000, zien we dat het gedurende de derde maartdecade elf maal is voorgekomen dat de maximumtemperatuur tot 17 graden of daarboven wist op te lopen. Daar zitten een paar dagen bij die nog een stuk warmer werden, zoals 24 maart 2003, toen 20.3 graden werd gemeten. Om de vergelijking met het bovenstaande stukje wat eerlijker te maken, hebben wij ons beperkt tot die maartdagen die een maximumtemperatuur opleverden van 17.0 tot en met 17.9 graden. Dat waren er acht. Zeven van deze dagen verliepen geheel droog, slechts één (22 maart 2005) leverde 1.7 mm neerslag op. Dat was ook de somberste dag van het hele stel, met slechts 1.5 uur zonneschijn. Ook 29 maart 2003 was ondanks zijn 17.6 graden niet zonnig met 2.0 uur. Gedurende de overige zes dagen scheen de zon echter méér dan tien uren, op drie dagen zelfs meer dan elf uren. Dit waren dus zonovergoten lentedagen. Het gemiddelde over al deze acht dagen bedroeg 8.8 uren.
Bij een lentezonnetje eind maart lopen de terrassen al snel vol, onder de nog bladerloze bomen. Dat zal vandaag en morgen bij wellicht dezelfde temperaturen niet gebeuren! Foto: guus Creusen.
Een andere weerbeleving
Wat deze harde cijfers weergeven, blijkt dus ook uit de praktijk. Begin september heeft een ieder nog ‘de zomer in zijn bloed’ en is gewend aan temperaturen die tenminste rond, maar vaak ruim boven de 20 graden uitkomen. Als het dan ’s middags 16 of 17 graden is maximaal met daarbij een flinke wind, veel bewolking en wellicht regen, dan voelt uitgesproken kil aan en heeft men snel de neiging de sweater met lange mouwen uit de kast te halen en aan te trekken.
Hoe anders is dat eind maart! Heel normaal is het dat de verwarming dan in huis nog brandt. Gewoonlijk zijn de nachten en ochtenden nog ronduit koud, waarbij de automobilist al blij is als hij niet met de ijskrabber in de weer moet, voor vertrek. Maximumtemperaturen van rond of onder tien graden zijn eerder nog regel dan een uitzondering. Men ‘heeft de winter nog in zijn bloed’ en is gewend dat, als men naar buiten stapt, het daar ‘koud’ aanvoelt. Mocht het op een zonnige lentedag dan buiten opeens 17 graden zijn, dan voelt dat plots ‘warm’ aan en zeker in het zonnetje gezeten, kan men dan gerust de winterkleding afgooien.
Kortom: dit gedrag van de mensen is heel logisch en verklaarbaar, want 17 graden op bijvoorbeeld 24 maart is inderdaad heel iets anders dan 17 graden op bijvoorbeeld 4 september, zoals hierboven is aangetoond.
Bron: Meteo Consult