Sinds dat er mensen op zijn wordt geprobeerd het weer te voorspellen. Hier een overzicht van belangrijkste ontwikkelingen in de meteorologie
Voor computers
In 650 v. Chr. Werd in Babylonië het weer voorspeld aan de hand van wolkenpatronen en astrologie. Later schreef Aristoteles in 350 v. Chr. 'Meteorologica'. Dit werk bestond uit vier delen waarin niet alleen meteorologie, maar bied tevens verklaringen voor aardbevingen, de Melkweg en vallende sterren en verdamping van water. Tot in de middeleeuwen gold het als een standaardwerk. De weersvoorspellingen werden grotendeels gebaseerd op het bestuderen en herkennen van patronen. Daar komen ook oude volkswijsheden vandaan zoals: “Ochtendrood geeft water in de sloot†en “Avondrood, mooi weer aan boordâ€
Telegram
Pas toen de telegram werd uitgevonden, begonnen de moderne weersverwachtingen. De voorspellingen konden verspreid worden over een breeder publiek. Maar ook kon men de waarnemingen naar mensen plekken beneden wind doorgeven, zodat zij een 'goede' weersverwachting hadden.
In de 19e eeuw begon men ook met het analytisch oplossen van verschillende formules om een goede weersverwachting te krijgen. In 1922 stelde de bekende meteoroloog Lewis Fry Richardson een weersverwachting te maken met een numeriek model. Zonder computer zou deze methode veel tijd kosten en de weersverwachting te laat klaar zijn. Pas met de invoer van de computer, in 1955, werd de methode van Richardson mogelijk.
Chaos
Toen de Amerikaan Edward Lorenz in 1960 een paar keer een numeriek model op zijn computer had gedraait merkte hij grote verschillen in de uitkomst van de rekenopgave. Later ontdekte hij dat dit kwam door kleine afrondingsfouten. Hij merkte dat de weer zich 'chaotisch' gedraagd. De atmosfeer is er gevoellig voor klein verstoringen. Dit is ook wel bekent als het vlindereffect in de chaostheorie. Het geeft aan dat het weer op de lange termijn nauwelijks te voorspellen is.
©Weeronline