Voor een meteoroloog blijven buien een lastig, maar vooral ook leuk fenomeen. Aan de ene kant zijn buien onvoorspelbaar en vaak zeer lokaal, maar daar tegenover staat dat ze heel dynamisch en soms ook spectaculair zijn. En misschien is, naast het dynamische en spectaculaire, het onvoorspelbare hetgeen wat het interessant maakt.
Eén van de moeilijke dingen aan buien is dat het vaak een heel lokaal verschijnsel is. Op de ene plaats breekt ‘de hel los’, terwijl een paar kilometer verderop vrijwel niets gebeurt en mensen het idee hebben dat de weermannen en -vrouwen veel te negatief zijn geweest. Aan de andere kant zijn we soms ook te positief. Vrijwel alle computermodellen hebben namelijk moeite met het goed berekenen van buien. Een goed voorbeeld hiervan is dat het geregeld voorkomt dat buien ’s avonds veel minder snel uitsterven dan de meteorologen en computers denken.
Op deze foto is goed te zijn waar de ijskap van de wolk zit. Deze is te herkennen aan de vezelige en vage structuur hoger in de wolk. Het onderste deel van de wolk bestaat uit water. Foto: Arno Paanstra.
Het begin
Vooral in de zomer is het ontstaan van buien een interessant proces, dat goed te volgen is. Wellicht is dit ook wel de reden voor veel fotografen en weerliefhebbers om deze ontwikkelingen letterlijk te volgen. Na een heldere nacht begint een zomerdag vaak zonnig en blauw. Zodra de zon opkomt, loopt de temperatuur snel op en na verloop van tijd wordt de zogenaamde convectietemperatuur bereikt. Op dit moment is de lucht zo onstabiel geworden, dat bellen met warme en vochtige lucht aan hun reis omhoog beginnen.
Zodra deze luchtbellen hoger in de atmosfeer komen, zetten ze uit door de steeds lager wordende luchtdruk. Dit proces kost warmte (gaswet) en hierdoor koelt ook de bel met lucht af. Koudere lucht kan minder vocht bevatten en op een gegeven moment wordt de luchtvochtigheid dan ook zo hoog, dat de luchtbel hoger in de atmosfeer condenseert. Op dat moment ontstaan de eerste, dan nog onschuldige, stapelwolken.
Op een mooie zomerdag ontstaan, na een zonnige start, vaak al snel stapelwolken. Foto: Alexandra Smink.
En wanneer volgt nu de bui?
Om deze bewolking uit te laten groeien tot een bui, moet de atmosfeer aan een paar voorwaarden voldoen. De wolk moet namelijk zover in de hoogte door kunnen groeien, dat de bovenkant van de wolk gaat verijzen. Als dit gebeurt, is het goed aan de wolk te zien. De scherpe en duidelijke randen onderin de wolk veranderen hoger in de lucht namelijk in een vezelige en vage structuur.
Luchtbellen groeien niet altijd uit tot stapelwolken. Het kan namelijk voorkomen dat de lucht zo droog is, dat condensatie simpelweg niet mogelijk is. En ook stapelwolken groeien niet altijd uit tot een bui. Zolang de stijgende luchtbel warmer is dan zijn omgeving, blijft hij omhoog gaan. Dan is de lucht immers nog onstabiel. Maar het kan ook voorkomen dat de lucht stabiliseert. Dit betekent dat de luchtbel zijn hoofd stoot tegen een warmere luchtlaag. Op dat moment kan de luchtbel niet verder stijgen en moet hij zijn reis omhoog staken.
Deze schematische doorsnede van een onweerswolk laat goed zien hoe deze lucht de wolk instroomt.
Wanneer leveren buien spectaculaire plaatjes op?
Misschien wilt u er zelf een keer opuit trekken om foto’s te maken van buien? Dan is het belangrijk om ook iets te weten over de structuur van de bui. U wilt immers weten wat u vastlegt op de gevoelige plaat, en dan maken wij maar al te graag gebruik van uw foto’s.
Tijdens het overtrekken van de bui kunt u in enkele gevallen een uitgezakte wolkenbasis te zien krijgen. Als dit deel van de wolk begint te roteren kan hier zelfs een windhoos ontstaan. Foto: Arno Paanstra.
Ten eerste is het belangrijk om te kijken in welke richting de wolken en buien zich verplaatsen. En let op, hoger in de lucht is er vaak een andere windrichting dan aan de grond. Als u aan de voorzijde van een stevige onweersbui staat, dan kunt u soms een mooie rolwolk te zien krijgen. Dit is een bijzonder indrukwekkend fenomeen. Deze wolk ontstaan op deze plaats, omdat warme en vochtige lucht de bui ingezogen wordt. Op zijn weg naar de bui condenseert deze lucht en zo ontstaat dit imposante verschijnsel. Soms kunt u het instromen van deze lucht ook echt voelen als een sterke, maar warme wind.
Ook de achterkant van de bui is fotogeniek
Zodra u klaar bent met schuilen voor alle regen, hagel en bliksem die uit de bui valt, moet u snel weer opletten, want meer mooie plaatjes komen eraan. Aan de achterkant van de bui, waar u zult merken dat het ineens een stuk koeler is, is vaak mammatusbewolking te zien. Dit zijn een soort buidelvormige uitzakkingen aan de onderkant van de wolk.
Aan de achterzijde van de wolk ziet u soms de fotogenieke mammatusbewolking. Foto: Mark Wolvenne.
Deze buitengewoon fotogenieke wolkvorm ontstaat door dalende luchtbewegingen aan de achterkant van een bui. Soms zijn deze luchtstromen zo sterk, dat vochtige lucht de onderkant van de wolk uitkomt. Door het condenseren van deze lucht onder de wolk ontstaat deze mammatus.
Bron: Meteo Consult.