Het hart van het HFI instrument aan boord van de Europese Planck ruimtesonde is momenteel de koudste plek in het heelal. De detectoren van het High Frequency Instrument (HFI) hebben hun operationele temperatuur bereikt van 273,05 graden onder nul. Deze extreem lage temperatuur is nodig om de zwakke kosmische achtergrondstraling te kunnen waarnemen. Kosmische achtergrondstraling is het afgekoelde overblijfsel van de energie die vrijkwam bij de oerknal.
Voor astronomen is het bestuderen van deze kosmische achtergrondstraling van zeer groot belang aangezien men hieruit meer kan leren over de geboorte of de vroege evolutie van het heelal. Planck is de eerste Europese ruimtemissie dat onderzoek verricht naar de oudste straling in het heelal. Het 1,9 ton zware Planck observatorium werd samen met de Europese infrarood Herschel ruimtetelescoop op 14 mei in de ruimte gebracht door een Ariane 5 ECA raket. Deze "oerknalsatelliet" werd genoemd naar de Duitse natuurkundige Max Planck die in 1918 de Nobelprijs won voor natuurkunde. Planck werd naar een punt gebracht op een afstand van 1,5 miljoen kilometer van de Aarde (Lagrangepunt L2) en het tuig werd afgeschermd tegen elke vorm van straling die afkomstig is van de zon, onze planeet of de maan.
De kosmische achtergrondstraling heeft een temperatuur van -270° Celsius en dit is slechts 3,15 graden boven het absolute nulpunt. Het Planck observatorium werd zo uitgerust dat het in staat is om zeer minieme temperatuursverschillen in deze achtergrondstraling te detecteren. Om dit te detecteren beschikt Planck over stralingsmeters die extreem gekoeld worden. Deze stralingsmeters zijn tien keer zo gevoelig en kijken drie keer zo scherp als de detectoren aan boord van de Amerikaanse MWAP kunstmaan die in 2001 gelanceerd werd en eveneens de komsische achtergrondstraling onderzocht. De Wilkinson Microwave Anisotropy Probe (MWAP) missie leerde wetenschappers dat het heelal ongeveer 13,7 miljard jaar oud is en het samengesteld is uit 23% donkere materie, 73% donkere enrgie en 4% nomale materie.
Dankzij MWAP kwamen astronomen er ook achter dat de eerste sterren eerder waren ontstaan dan gedacht (200 miljoen jaar na de oerknal). De kosmische achtergrondstraling werd halverwege jaren '60 toevallig ontdekt en geldt als één van de sterkste bewijzen voor de oerknaltheorie.
©Spacepage.be