Als vanavond in Den Haag minister Maria van der Hoeven haar handtekening onder de overeenkomst met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA heeft gezet, kan de bouw van de nieuwe Nederlandse klimaatsatelliet starten. Deze satelliet bevat het ruimte-instrument TROPOMI dat na de lancering in 2014 de mondiale verspreiding van broeikasgassen gaat registreren.
TROPOMI – Tropospheric Monitoring Instrument – is de opvolger van de instrumenten OMI en SCIAMACHY die vanuit de ruimte informatie geven over de uitstoot en verspreiding van broeikasgassen. Deze twee grotendeels Nederlandse aardobservatie-instrumenten - OMI op NASA-satelliet EOS-AURA en SCIAMACHY op ESA-satelliet Envisat - zijn rond 2014 aan het einde van hun levensduur. TROPOMI garandeert de voorzetting van de monitoring van klimaatontwikkeling en luchtvervuiling vanuit de ruimte.
Daarnaast zal het nieuwe instrument een verbeterde versie zijn van OMI en SCIAMACHY. TROPOMI kan verfijnder observeren en het zal de uitstoot en verspreiding van koolmonoxide en methaan beter in kaart brengen.
De Nederlandse overheid heeft 78 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de bouw van het TROPOMI-instrument en de verwerking van de gegevens. Vorig jaar november is tijdens de ESA-conferentie voor ruimtevaartministers in Den Haag al groen licht gegeven voor de bouw van TROPOMI. De ondertekening door minister Van der Hoeven van Economische Zaken van de overeenkomst met ESA maakt de bouw van de milieusatelliet definitief.
TROPOMI is een samenwerking tussen KNMI, SRON, TNO en Dutch Space, in opdracht van NSO. De wetenschappelijke leiding is in handen van KNMI en SRON. Dutch Space is hoofdaannemer voor de bouw van het instrument en ESA zorgt voor de bouw van de satelliet. TROPOMI wordt gefinancierd door de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu.
©KNMI