Terwijl de zomer in Nederland naar een nieuw hoogtepunt toewerkt, kijken wij nog even terug op de buien die de afgelopen dagen her en der hebben toegeslagen. Afgelopen vrijdag al lieten we in een verhaal op deze site zien welke processen bij het ontstaan van buien allemaal een rol (kunnen) spelen. In de dagen erna zagen we de uitwerking van al deze theorieën.
Vrijdagavond al ontstonden de eerste forse buien die langzaam vanuit het zuidoosten globaal van de Achterhoek via de regio Arnhem, Brummen en Eerbeek verder naar het noordwesten trokken. Plaatselijk lieten deze al zeer veel neerslag achter. Brummen ving 57 millimeter op, Eerbeek 55 millimeter, Dieren 50 millimeter, Wehl 49 millimeter, Stokkum 45 millimeter en ’s Heerenberg 40 millimeter (met dank aan Gerrit Vossers). Ook op andere plaatsen in de Achterhoek ging het flink tekeer. Verder kwam het tot zwaar onweer met veel bliksemactiviteit.
Op de satellietfoto van gistermiddag was duidelijk te zien hoe boven Noord-Holland en in de buurt van Arnhem dikke wolken ontstonden.
Een dag later ontstonden in de middag (duidelijk eerder dan vrijdag) buien, opnieuw langs een zuidoost-noordwest georiënteerde lijn (deels boven Duitsland). Die buien trokken langzaam naar het westen. Net als een dag eerder kwamen voor de buienlijn uit boven het westen van Nederland ook enkele losse buien tot ontwikkeling, die lokaal bijzonder actief waren. Met name in de regio’s Venlo, Nijmegen en Utrecht sloeg het noodweer toe. In Venlo viel plaatselijk meer dan 70 millimeter, een ziekenhuis kreeg water binnen en moest deels worden ontruimd.
Noodweer
Nijmegen en omgeving zagen de buien rond 16.30 uur binnentrekken. Een wolkbreuk veroorzaakte vooral in het centrum, de oostelijke delen van de stad, in Groesbeek en in Beek-Ubbergen grote wateroverlast en diverse blikseminslagen. In Groesbeek werd 58 millimeter opgevangen, het noordoosten van Nijmegen kreeg 48 millimeter en in Nijmegen-Oost viel 42 millimeter. Verder naar het zuidwesten kwam aanmerkelijk minder omlaag. De KNMI-waarnemer in Nijmegen kwam niet verder dan 15 millimeter. Er waren grote, lokale verschillen. Utrecht en omgeving kregen aan het einde van de middag met een wolkbreuk te maken die plaatselijk zoveel regenwater achterliet dat de verkeersloop erdoor ontwricht raakte.
De buien die later in de buurt van Arnhem en boven het oosten van Twente ontstonden, hadden niets met zeewind, maar vooral met de hoge temperaturen te maken die in die regio's al snel werden bereikt.
Zondag was de derde dag waarop de buien zich op een zuidoost-noordwest georiënteerde lijn groepeerden. De lijn begon in de omgeving van Ede/Veenendaal en strekte zich in noordwestelijke richting uit tot in de omgeving van Amsterdam. Later brak deze lijn in twee stukken op, waarvan de actiefste pluk nog een tijdje in de regio Arnhem/Nijmegen doorsudderde. In het bijzonder op het stukje A15 in de buurt van Oosterhout ging het even flink tekeer. Dat de buien drie dagen steeds op een lijn ontstonden, was vrijdag al min of meer voorzien. Het ging om een convergentielijn, een lijn aan weerszijden waarvan de windrichtingen van elkaar afweken. Ten westen van de lijn was de wind westelijk, ten oosten ervan oostelijk. Op de lijn botsten die twee windregimes waarna de lucht ter plaatse omhoog moest. Omdat de luchtvochtigheid groot was ontstonden daarbij en dus juist op die plaats de grote buienwolken.
Op dit radarbeeld zijn de buien bij Arnhem te zien.
Buien door zeewind
De buien, die gisteren ontstonden (het waren er overigens duidelijk minder de dagen ervoor) hadden een heel andere ontstaansgeschiedenis. Ook bij het ontstaan van deze buien speelden (lokale) convergentielijnen een rol, maar die hadden een andere achtergrond. Op de satellietfoto naast dit verhaal is te zien hoe zich gistermiddag boven Noord-Holland en in de buurt van Arnhem buien vormden. Later in de avond ontstond ook boven het oosten van Twente een forse bui, maar op andere plaatsen in het land gebeurde verder niets meer.
De buien in Noord-Holland ontstonden op de plaats waar twee verschillende zeewinden op elkaar botsten. Een daarvan (de sterkste) was afkomstig van de Noordzee, de andere (wat minder sterke) kwam van het IJsselmeer. Zeewind ontstaat als het in de zomer op het land snel warm wordt, terwijl de temperaturen op zee of op een groot meer (zoals het IJsselmeer) door het koudere oppervlaktewater achterblijven. Boven land komt het onder dergelijke omstandigheden tot een steeds sterker wordende thermiek. De lucht, die sterk wordt opgewarmd, komt daar in een stijgbeweging. Aan het aardoppervlak laat die stijgende lucht boven het land een soort ‘leegte’ achter. Boven het water, waar het niet tot stijgbewegingen komt, is die leegte er niet. Zo ontstaan aan de kust van zowel de Noordzee als het IJsselmeer verschillen in de hoeveelheden lucht die aan het aardoppervlak op het land en het dichtbijgelegen water aanwezig zijn. Wordt dat verschil groot genoeg, dan gaat er een wind van zee of van het meer waaien. Gisteren gebeurde dat in Noord-Holland van twee kanten, zo laat het bijgevoegde windkaartje zien. Op de plek waar de twee windrichtingen met elkaar botsten, ontstonden een paar kortstondige buien.
Op dit kaartje (de windvaantjes wijzen vanuit de richting waaruit ook de wind waait) is te zien dat er maar weinig wind was. In Noord-Holland waaide de wind zowel vanaf de Noordzee als vanaf het IJsselmeer 'naar binnen'. Boven Noord-Holland kwam het tot een botsing van die twee windregimes die daar tot de vorming van een paar buitjes leidde.
Op dit radarplaatje zijn de buitjes boven Noord-Holland te zien.
Florida
Het proces, dat gisteren in Noord-Holland tot de vorming van buien leidde, zie je op andere plaatsen op aarde bijna dagelijks. Florida in de VS is er berucht om. Er zijn periodes dat zonnige en warme dagen daar boven het binnenland steevast met fikse onweersbuien worden afgesloten, als de twee zeewindfront van de dag (afkomstig van beide kustlijnen van het eiland) daar weer eens op elkaar botsen. Boven het binnenland van Italië gebeurt geregeld hetzelfde. In Nederland zien we processen als deze minder vaak, omdat er bij ons meestal een te sterke achtergrondwind waait. Maar het komt vooral in de zomer dus wel voor, zo zagen we ook gisteren.
De buien die gisteren in de buurt van Arnhem en boven Twente ontstonden, hadden niets met een zeewindfront te maken. Hier waren de hoge temperaturen, die gisteren werden bereikt, de aanstichters van de buien. Mogelijk hebben de heuvels bij Arnhem nog meegeholpen door het beetje wind, dat er ten tijde van het ontstaan van de buien was, enigszins in een stijgbeweging te brengen. Vooral de bui in Twente heeft lokaal meer dan 50 millimeter regen achtergelaten. Een deel van Enschede-zuid kreeg door de bui gisteravond met wateroverlast te maken. Onze waarnemer Hans Rikhof in Enschede-west ving niet meer dan 1 millimeter op. Ook in Enschede zagen we dus weer de lokale verschillen die bij buien zo kenmerkend zijn.
Ook vandaag kan heel lokaal nog een bui ontstaan, maar op de meeste plaatsen lijkt het droog te blijven. Morgen en donderdag lijken twee zonnige dagen met temperaturen die op steeds meer plaatsen tot (tegen) 30 graden kunnen stijgen. Ook vrijdag is nog een warme (of hete…) dag. In de loop van de middag kondigen nieuwe onweersbuien dan verkoeling aan.
Bron: Meteo Consult
was je regen aan het chasen
mooi stukje jan, meer zeewind is wel altijd lekker, vooral als jezelf aan de kust woont
mooi stukje jan, meer zeewind is wel altijd lekker, vooral als jezelf aan de kust woont
Hehe, we gingen uiteraard voor donder en bliksem, (gelukkig ook de volle laag!) maar ik moet zeggen dat het lang geleden dat ik zo veel water in korte tijd gezien. Moet me natuurlijk wel aan de topic houden, die ging tenslotte over regen